Uitkering na overlijden partner: nabestaandenpensioen
Een nabestaandenpensioen is een uitkering die je krijgt na het overlijden van je echtgenoot. Wanneer je door het overlijden van je partner weduwe of weduwnaar wordt dan komt er veel op je af. Op de lange termijn wordt dan ook het financiële aspect van je nieuwe situatie een belangrijk onderwerp, van welke leeftijd je op dat moment ook bent. In Nederland zijn daarvoor diverse zaken geregeld in de Nabestaandenwet, onder andere op het gebied van uitkeringen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de Algemene Nabestaandenwet (Anw), het aanvullend nabestaandenpensioen en de levensverzekering wanneer het de financiële huishouding betreft.
Uitkering nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen bij overlijden partner: voorwaarden
Het
partnerpensioen of
nabestaandenpensioen is een financiële regeling die loopt via het werk van de overledene. Je hebt hier recht op wanneer je aan ten minste één van de volgende voorwaarden voldoet:
- Je bent jonger dan 65 jaar;
- Je verzorgt een kind dat jonger is dan 18 jaar;
- Je bent voor meer dan 45% arbeidsongeschikt verklaard;
- Je bent geboren voor 1 januari 1950.
Het partnerpensioen is opgenomen in een pensioenregeling. Het is alleen van toepassing op echtparen of mensen die een geregistreerd partnerschap hebben (mits het huwelijk of partnerschap is aangegaan voor het bereiken pensioengerechtigde leeftijd) en niet op samenwonenden.
De hoogte van het nabestaandenpensioen is voor iedereen anders en bedraagt normaliter 70% van je bereikbare ouderdomspensioen. Op een pensioenoverzicht is na te gaan hoeveel dit in jouw situatie is. Is de overleden partner eerder met iemand anders getrouwd geweest en hier daarna van gescheiden, dan moet het bedrag mogelijk gedeeld worden met de ex-partner.
Het nabestaandenpensioen is er bovendien in twee vormen. De eerste optie is er een op
opbouwbasis, waarbij je jaarlijks kapitaal opbouwt. Omdat je zelf zorg draagt voor de opbouw ervan kun je hierop aanspraak blijven maken na ontslag of het stopzetten van de premiebetalingen. De tweede optie is er een op
risicobasis. In dat geval kan het gebeuren dat je geen uitkering krijgt omdat je partner overlijd ten tijde van een periode van werkloosheid.
Het aanvullend nabestaandenpensioen
Het is voor een werkgever mogelijk te kiezen voor een extra module in de pensioenregeling waardoor de achtergebleven partner een
aanvullend (levenslang) nabestaandenpensioen kan blijven ontvangen in het geval van overlijden voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Dit kan voor maximaal 50% van het salaris van de overledene. Dit is vaak ook mogelijk bij een gezamenlijke huishouding waarbij geen sprake is van een huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap.
De levensverzekering
Om er zeker van te zijn dat de achterblijvende partner in ieder geval op financieel gebied goed verzorgd achterblijft kun je ook een
particuliere levensverzekering af sluiten. Het betreft van een overlijdensrisicoverzekering. Hierbij wordt van te voren een bedrag afgesproken dat zal worden uitgekeerd indien de verzekerde voor een vastgestelde datum komt te overlijden.
Redenen voor het afsluiten van een dergelijke verzekering zijn divers. Vaak is de reden de garantie dat een hypotheek kan worden afgelost of dat de studie van de kinderen betaald kan worden wanneer de hoofdkostwinner onverhoopt mocht komen te overlijden. Het gaat dan vaak om een tijdelijke levensverzekering met een vastgestelde looptijd (bijvoorbeeld 30 jaar). Er is daarnaast ook nog een levenslange levensverzekering waar een
uitvaartverzekering onder valt. Ook wordt dit gebruikt om het afbetalen van de
erfbelasting veilig te stellen, omdat dit ook nog een behoorlijke kostenpost kan zijn. Daarnaast zijn er nog een aantal andere varianten mogelijk.
Een verzekering is overigens niet verplicht je een levensverzekering te verkopen. Vaak is het mogelijk dat je een medische keuring moet ondergaan dan wel een gezondheidsverklaring moet kunnen overleggen. Is er al sprake van een aanzienlijke kans op vroeg overlijden dan kun je door een verzekeraar geweigerd worden.
Anw en wonen in het buitenland
Conform de
Wet Woonlandbeginsel zijn in 2013 een aantal wijzigingen in het beleid aangebracht die invloed hebben op de Anw voor mensen die woonachtig zijn buiten de Europese Unie, Zwitserland of Noorwegen. Vooral mensen die zijn verhuisd naar bijvoorbeeld Marokko, Turkije, Tunesië, Egypte of Suriname, en daarmee zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst krijgen hier sindsdien te maken. De overheden van veel van deze landen hebben bezwaar tegen deze wetswijziging en hebben dit daarom aangekaart. Zij maken er vooral bezwaar tegen dat veel van de belanghebbenden wel altijd premie hebben betaald en zijn teruggekeerd naar het land van herkomst met de veronderstelling dat hun uitkering veilig was.
In 2013 hebben genoemde landen succes gehad. De rechtbank in Amsterdam heeft in augustus 2013 bepaald dat de verlaging of stopzetting van uitkeringen die naar Marokko en Turkije worden geëxporteerd in strijd is met internationale verdragen. Dit heeft tot gevolg dat een aantal Marokkaanse en Turkse weduwen dat bezwaar had aangetekend met terugwerkende kracht en rente hun
nabestaandenuitkering alsnog uitbetaald krijgen. In 2015 zijn ook de problemen met Turkije en Marokko opgelost. De wijzigingen met betrekking tot Marokko zijn in 2016 ingegaan.