In de bijstand teren op uw spaargeld
De bijstand komt u in terecht in het geval u niet zelf in uw inkomsten kunt voorzien, en u hebt geen recht op andere uitkeringen. U kunt verplicht worden om eerst in te teren op uw spaargeld.
Bepaalde vermogensbestanddelen kunnen invloed hebben op de hoogte van de bijstandsuitkering. De gemeenten die de uitkeringen verstrekken hebben zelf de vrijheid om hun beleid hierin op te stellen. Er bestaat een mogelijkheid om de uitkering te korten als de uitkeringsgerechtigde een dure auto bezit. Ook andere bezittingen, zoals een boot en een caravan kunnen van invloed zijn.
Recht op bijstandsuitkering
Er moet aan voorwaarden worden voldaan om recht te hebben op een bijstandsuitkering en dit recht te behouden. Bij de verstrekking wordt gekeken naar de hoogte van het gezinsinkomen om te bepalen of er recht bestaat. Sinds 1 januari 2012 wordt er ook gekeken naar de inkomsten van de inwonende kinderen die ouder zijn dan 16 jaar. Het is dus mogelijk dat ouders gekort gaan worden op hun bijstandsuitkering, door inkomsten van de kinderen.
Hoeveel spaargeld mag ik hebben in de bijstand?
De hoogte van de vrijstelling kan per jaar verschillen. Voor het jaar 2012 bedraagt de vrijstelling: € 5.685 voor een alleenstaande, en € 11.370 voor een gezin. In het geval de aanvrager van een uitkering meer vermogen heeft, moet er eerst ingeteerd worden op dit vermogen. De uitkering gaat dus pas in op het moment dat het vermogen onder deze vrijstelling komt.
Moet ik de overwaarde in mijn huis opeten
De overwaarde in de woning is vrijgesteld, tenzij de overwaarde hoger is dan afgerond € 50.000. Bij een hogere overwaarde heeft de gemeente de mogelijkheid om een lening te verstrekken ter hoogte van de uitkering. Deze lening kan verrekend worden met de overwaarde, zodra de woning verkocht gaat worden.
Invloed van andere vermogensbestanddelen op de bijstandsuitkering
Naast het spaargeld en de overwaarde in de woning, tellen bepaalde vermogensbestanddelen ook mee om het recht te bepalen. Vermogensbestanddelen in de vorm van geld, wordt gezien als spaargeld en wordt gekort boven de vrijstelling. Hierbij kunt u denken aan een belegd vermogen of contant geld. Van andere vermogensbestanddelen is het lastiger om na te gaan in hoeverre het gekort gaat worden. Gemeenten hebben bijvoorbeeld de mogelijkheid om een auto of een caravan boven een bepaalde waarde, mee te tellen als vermogen.
Stel, u hebt een auto met een dagwaarde van € 15.000. De gemeente heeft het beleid om de waarde van de auto mee te tellen als vermogen indien de waarde hoger is dan € 5.000. De resterende € 10.000 wordt in dat geval gezien als vermogen. Hierdoor kunt u genoodzaakt zijn om de auto te verkopen en op het vermogen in te teren.
Het moet gaan om vermogen waar u redelijkerwijs over kunt beschikken
Niet alles wat op geld waardeerbaar is, zal ook werkelijk in de berekening van het vermogen worden meegenomen. Bijvoorbeeld een in het verleden afgesloten lijfrenteverzekering vertegenwoordigd ook een bepaalde waarde. Dit wordt echter niet als vermogen gezien en zal de gemeente niet meetellen.