Partnerpensioen en Algemene Nabestaandenwet
Heel veel mensen weten niet wat een partnerpensioen is, zo is gebleken uit een onderzoek dat NIPO heeft gedaan in opdracht van de Stichting Pensioenkijker. Een partnerpensioen is het pensioen dat na het overlijden van de deelnemer aan een pensioenregeling wordt uitgekeerd aan de partner van de persoon in kwestie. Dit partnerpensioen wordt niet tegelijkertijd uitgekeerd met het ouderdomspensioen, hoewel veel mensen dat wel denken.
Gescheiden en een beroep doen op partnerpensioen
Mensen die gescheiden zijn kunnen na het overlijden van de partner overigens ook nog steeds een beroep doen op partnerpensioen. Dit geldt overigens alleen als de ex-partner een pensioenregeling had waarin partnerpensioen werd opgebouwd. In dat geval heeft de overblijvende ex-partner bij de scheiding het recht behouden op premievrije aanspraak op bijzonder partnerpensioen behouden. Er is echter wel één situatie waarbij dit niet geldt: Als het nabestaandenpensioen zo was afgesloten dat op
risicobasis was verzekerd, dan krijgt de overgebleven ex-partner geen partnerpensioen. Iemand die opnieuw trouwt na een scheiding (met een andere persoon dus) moet er rekening mee houden dat de ex-partner altijd recht houdt op een deel van het partnerpensioen. Dit kan in de praktijk betekenen dat er voor de nieuwe partner andere maatregelen moeten worden getroffen om er voor te zorgen dat hij of zij na het overlijden wel verzorgd achterblijft.
Samenwonen en partnerpensioen
Iemand die samenwoonde en dus niet getrouwd was, kan overigens ook nog recht hebben op partnerpensioen. Het maakt in dat geval uit of de persoon die overblijft voor de pensioenregeling wordt genoemd als partner. Om daar achter te komen moet er het pensioenreglement op nageslagen worden of er moet contact opgenomen worden met de uitvoerder van het pensioen van de overleden partner.
Pas getrouwd na 65 jaar
Wie met iemand trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat met iemand die al 65 jaar is geweest en de persoon in kwestie vervolgens verliest, heeft in de meeste gevallen
geen recht meer op partnerpensioen. Ook in dit geval geven de reglementen weer uitsluitsel.
De hoogte van het partnerpensioen
Het partnerpensioen is in heel veel regelingen 70 procent van het ouderdomspensioen dat maximaal te behalen is tot de pensioendatum. Er zijn echter ook regelingen waarin een veel lager percentage is bedongen. Het is dus belangrijk om van te voren te kijken hoe hoog een partnerpensioen is als het de bedoeling is om de overblijvende partner goed verzorgd achter te laten.
Tijdelijk partnerpensioen
Er is naast een gewoon partnerpensioen ook nog een tijdelijk partnerpensioen. Hier kunnen partners gebruik van maken die achterblijven en die zelf nog geen 65 jaar zijn. De regeling is in het leven geroepen om het gemis aan een Algemene Nabestaandenweet (ANW)uitkering op te vangen.
ANW – Algemene Nabestaandenwet
Mensen die een partner verliezen (dat kan getrouwd zijn, maar ook ongetrouwd) of kinderen die hun ouders verliezen komen in aanmerking voor een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW). Er moet dan wel aan bepaalde voorwaarden worden voldaan:
- De nabestaande is jonger dan 65 jaar.
- De overleden partner was op het moment van overlijden verzekerd voor de ANW. Over het algemeen is iedere inwoner van Nederland eigenlijk automatisch verzekerd voor de ANW.
- De nabestaande is geboren voor 1950 geboren, óf verzorgt één of meer kinderen onder de 18 jaar of de nabestaande is voor ten minste 45 procent arbeidsongeschikt
- Er werd een gezamenlijk huishouden gevoerd op het moment dat de partner overleed. Dit betekent dus ook dat mensen die in familieverband leefden zoals broers en zussen in aanmerking komen voor een uitkering in het kader van de Algemene Nabestaandenwet.
Halfwezenuitkering
Ouders of verzorger van een kind of kinderen onder de 18 jaar, waarvan één van de ouders is overleden hebben recht op een halfwezenuitkering.
Wezenuitkering
Kinderen waarvan de beide ouders zijn overleden, hebben recht op een wezenuitkering.
Gescheiden en ANW uitkering
Ook als het huwelijk al is ontbonden kan een ex-partner nog een beroep doen op een AMW uitkering op voorwaarde dat de partner bij leven alimentatie betaalde. Wat wordt betaald is overigens nooit hoger dan het bedrag dat de overledene aan alimentatie schuldig was.
Aanvullend nabestaandenpensioen
Naast de nabestaandenuitkering bestaan er aanvullende pensioenregelingen. Bijvoorbeeld, als de overleden partner in loondienst werkzaam is geweest, heeft de andere partner meestal recht op een aanvullend nabestaandenpensioen van de zaak. Het nabestaandenpensioen komt bovenop de eventuele nabestaandenuitkering.
Hoogte ANW-uitkering
Wie een beroep kan doen op een ANW uitkering krijgt ten hoogste 70 procent van het netto
minimumloon. Vanaf 1 januari 2009 is dat 1.068,98 euro bruto per maand, exclusief vakantietoeslag van € 68,22 bruto per maand. Mensen die daarnaast ook nog kinderen verzorgen van onder de 18 jaar, krijgen daarnaast ook een halfwezenuitkering.
Hoogte van de uitkering ook afhankelijk van verdere inkomsten
Hoe hoog de uitkering is, hangt verder af van het inkomen van de persoon in kwestie. Alles wat wordt verdiend met werk of met vroeger werk (dus ook uitkeringen zoals WAO-, WIA- of WW-uitkering) wordt in mindering gebracht op de ANW uitkering. Wel blijft de helft van het minimumloon buiten beschouwing als het gaat om inkomen uit arbeid (loon, winst, VUT, vervroegd pensioen of een bovenwettelijke uitkering). Ook een derde van wat iemand boven dat bedrag verdient, wordt niet meegenomen. Dit komt erop neer dat als iemand bruto per maand 690.60 euro verdient, de nabestaandenuitkering helemaal wordt uitbetaald. Bij een hoger inkomen, wordt er gekort op de nabestaandenuitkering.
Zaken die niet in mindering worden gebracht
Overigens tellen vermogen, inkomen uit vermogen (zoals de verhuur van kamers), uitkering uit verzekeringspolissen; uitkering uit een particulier of collectief afgesloten nabestaandenpensioen en rente-inkomsten niet mee bij het bepalen van de uitkering.