De angst voor deflatie en recessie
Met alle macht proberen de ECB en de FED deflatie en een economische teruggang en recessie te voorkomen. Deflatie kan een economische crisis versterken doordat aankopen worden uitgesteld. Deflatie is voor velen een spookbeeld, het kan de economie in een negatieve spiraal brengen. De ECB wil inflatie in Europa, maar ook weer niet te veel. Lukt dat niet, dan kan de inflatie omslaan in zijn spiegelbeeld: deflatie. Dit kan leiden tot dalende grondstofprijzen en een financieel systeem dat tot stilstand komt. Een instrument van de ECB is de negatieve rente voor banken, een negatieve depositorente. Is deflatie echt een bedreiging?
Deflatie en economie
ECB en de rente, deflatie voorkomen, deflatie als dreiging
De Europese Centrale Bank heeft als centrale doelstelling een inflatie van maximaal 2% op middellange termijn. U leest het goed: inflatie en niet deflatie. Om dit voor elkaar te krijgen, reguleert de ECB de financiële markten met het rentewapen en de geldhoeveelheid (geld bijdrukken, opkoopprogramma's). Met meer of minder succes, maar deflatie is volgens de ECB doelstelling ongewenst en de ECB lijkt bereid om alles uit de kast te halen om de inflatie in de EU op te voeren. Dat daarmee bellen op de effectenbeurs worden geblazen, pensioenfondsen hun dekkingsgraden nauwelijks meer kunnen halen door de negatieve rente en de spaarders in veel gevallen nul rente krijgen of zelfs een negatieve rente, neemt de ECB kennelijk voor lief.
Wat is deflatie?
Deflatie is het spiegelbeeld van inflatie: prijzen stijgen niet langer, maar dalen. Bij deflatie worden in zijn algemeenheid goederen goedkoper, en stelt men aankopen uit, omdat het later wel weer goedkoper zal worden. De dood in de pot voor de economie als het zich op grote schaal voordoet. Een pc en dergelijke die goedkoper wordt, is niet zo’n probleem. Anders is het wanneer echt alles goedkoper wordt. Het meest recent in Nederland is de deflatie uit 1987, toen het algemeen prijsniveau gemiddeld 0,75% daalde. Berucht is de deflatie uit de Grote Depressie van 1929 en de jarenlange deflatie in Japan in de jaren 80:
inflatie, desinflatie en deflatie uitgelegd.
Dalende prijzen, negatieve rente en de economie
Bij deflatie dalen de prijzen. Cash is King. Huizen, auto’s en aandelen worden goedkoper. In het verleden vroegen banken aan particulieren rente, wanneer ze geld op een spaarrekening wilden zetten. De omgekeerde wereld, waarbij geld in een oude sok of onder het matras elke dag meer waard wordt. Bizar. Het tegendeel is ook waar: wie schulden heeft, ziet ook dat de schulden meestal relatief in waarde toenemen. De inflatie eet de schuld niet weg, maar het ontbreken van de inflatie pompt de schulden juist op. Bij deflatie kan er een uitstelgedrag ontstaan: consumenten stellen een aankoop uit omdat het product straks goedkoper zal zijn en schaden zo de economie.
Technologische ontwikkeling en deflatie
Een verder gaande technologische ontwikkeling kan deflatoir werken, zonder de economie te schaden. Denk aan de pc en de platte tv, die steeds goedkoper werden en daarom voor veel meer mensen beschikbaar kwamen. Steeds grotere aantallen worden verkocht en deze extra volumes compenseren de kleinere winstmarges per eenheid.
Grotere concurrentie
Velen waren blij met de grotere concurrentie vanuit het Oosten die deflatoir werkte. Het betekende voor velen een stijging van de koopkracht. Velen waren ook blij met de kunstmatig lage rente. Niet de spaarders, maar wel degenen die kredieten wilden opnemen. Kredieten waren goedkoop en de lage rente betekende een stimulans voor de investeringen, en dus de economie.
Gouden standaard
In 1971 gebeurde iets essentieel, de gouden standaard verdween. De koppeling met de waarde van ons geld met het goud werd losgelaten. Anders gezegd: de aarding van ons geld verdween. Een tientje is een tientje, omdat het op het papiertje staat en niet omdat het een bepaalde hoeveelheid goud vertegenwoordigt, zoals in het verleden wel het geval was. Geldcreatie door centrale banken werd een kwestie van een druk op de knop. Een imaginaire wereld, die zodra leningen worden verkocht of huizen of auto’s of noem maar op, onze reële wereld binnenkomt. In beginsel werkt dit inflatoir, maar tegelijkertijd kan dit geld ook weer snel uit ons bestaan verdwijnen. Doordat bijvoorbeeld sterk dalende aandelen of rommel hypotheken moeten worden afgewaardeerd. Inmiddels gaat het hier om gigantische bedragen. En deze afbouw werkt weer deflatie in de hand.
Geld expansie
Geld expansie werkt inflatoir en zal in zijn algemeenheid tegenwicht bieden aan deflatoire tendensen. Maar dat is alleen waar wanneer het extra geld ook wordt opgepakt en besteed. Wat we nu zien is dat de centrale banken veel geld beschikbaar stellen, maar banken de zaak onvoldoende vertrouwen, om het geld op te pakken en verder uit te lenen. De eigen balansen worden versterkt, maar de economie ondervindt weinig stimulans. Daarmee is de geld expansie, die vele jaren werd ingezet om een neergang in de economie te voorkomen, een bot instrument geworden. Markten kennen een opgeblazen gevoel en een natuurlijke correctie met deflatie lijkt dan onontkoombaar.
De rente, rente van nul en zelfs negatief
Ook het rente instrument is bot geworden: banken houden de renteverlaging voor zichzelf, en geven hem nauwelijks aan de consument door. Er is zo nauwelijks nog sprake van een stimulerende werking op de economie. Bovendien betekenen lagere rentes ook minder rendement op spaargeld en minder rendement voor de pensioenfondsen. En dus minder koopkracht. Toch loert een lage rente en betalen banken voor het stallen van geld bij de ECB zelfs een boete door de negatieve depositorente.
Beleggingen en deflatie
Deflatie gaat meestal samen met een dalende economische groei of recessie. Daarom doet u er goed aan om alleen te beleggen in de sterke merken, waarvan u zeker bent dat die het toch wel goed zullen doen. Iedereen moet eten, en ook de vergrijzing komt allerlei bedrijven ten goede. Denk ook aan de opkomende landen.
Slot deflatie en recessie
Voor de consument is Cash meer dan ooit King. Uitstellen van aankopen is slim geworden, want de volgende maand is het product toch weer goedkoper. Deflatie dus, desinflatie. De Europese Centrale Bank probeert het te voorkomen dat een economische crisis resulteert in een recessie, voordat het te laat is. Het gevolg kan daarna, bij een aantrekkende economie, ook te veel inflatie zijn en daar zit natuur ook niemand op te wachten. In Japan is men zelfs zo ver dat er door de Centrale Bank aldaar gratis geld wordt uitgedeeld.
Lees verder