De kredietstatus van de EU-landen volgens S&P
In 2002 hebben twaalf landen de euro als wettig betaalmiddel ingevoerd. Sindsdien is het aantal landen met de euro als munt gegroeid tot negentien. Hoe heeft de kredietwaardigheid van de eurolanden van 2002 tot 2017 zich ontwikkeld? Dat kunnen we nagaan aan de hand van de Standard & Poor's (S&P) rating.
De kredietstatus geeft aan hoe sterk de financiële positie van een lener is. Er is een duidelijk verband tussen de rente die een land moet betalen en de S&P rating:
de kredietstatus van Nederland volgens S&P. Tijd om te kijken hoe de landen in de EU het gedaan hebben sinds de invoering van de euro.
Standard & Poor's Ratings
S&P publiceert de ratings en de wijzigingen in de loop der tijd op haar website. Een slechtere rating betekent groter risico voor lening verstrekkers, en dus hogere rente. De ratings van S&P lopen van AAA tot BBB- (‘daar kun je je geld insteken’). Daaronder valt er meer te verdienen (of te verliezen): van BB+ (speculatief) tot D (failliet). Een kredietstatus kan nog verder genuanceerd worden door er positief, negatief of stabiel aan te hangen.
S&P is één van de credit rating organisaties – andere bekende zijn Moody en Fitch. S&P krijgt de meeste publiciteit, en heeft mede daardoor het meeste aanzien.
Ratings van de landen met de euro als munt
De ratings lopen tussen 2002 en 2018 uiteen van AAA tot CC, voor sommige landen een echte rollercoaster. Zeven landen zijn na 2002 toegetreden, in 2015 heeft Litouwen als voorlopig laatste land de euro ingevoerd. Voor de jaren waarin die landen nog geen euro had, zijn de cellen wit. Per land is de beginstand (2002) weergegeven, de wijzigingen in de loop der jaren en de huidige rating.
Hoe hebben de ratings zich ontwikkeld? Dat is even slikken… Voor twaalf van de negentien EU-landen met euro is de kredietstatus slechter geworden. De zwaarste klappen zijn gevallen bij de Zuid-Europese landen, maar ook Finland, Oostenrijk, België, Frankrijk, Slovenië en Ierland zijn minstens één stapje achteruit gegaan. Alleen Estland heeft een betere kredietstatus gekregen, zes landen hebben hun rating kunnen handhaven. Positief punt is dat een aantal landen zich langzaam wat herstellen. Nederland heeft na twee jaar de hoogste waardering, AAA, teruggekregen! Zelfs Griekenland krabbelt langzamerhand wat omhoog.
De Baltische republieken Estland, Letland en Litouwen zijn als laatste toegetreden. Die drie landen zijn gelijk gebleven of hebben zich verbeterd. Van de oorspronkelijke twaalf landen zijn er maar drie gelijk gebleven. Nederland is het enige land dat na een verlaging weer is teruggekeerd op het niveau van 2002.
Ratings van de EU-leden zonder euro
Hoe is het in dezelfde periode eigenlijk gegaan met de andere leden van de EU? Er zijn negen EU leden die hun eigen munt hebben. Het beeld voor deze negen is als volgt:
Bron: Eigen afbeelding
Het blijkt dat de EU leden zonder euro het gemiddeld wat beter gedaan hebben dan de EU leden met euro. Twee landen hebben hun rating verbeterd, drie zijn gelijk gebleven; vier - Verenigd Koninkrijk, Hongarije, Kroatië en Polen - zijn achteruitgegaan. De laatste twee afwaarderingen - Verenigd Koninkrijk en Polen - lijken direct terug te voeren op politieke ontwikkelngen in de twee landen.
Zeven van deze negen landen hebben zich verplicht de euro in te voeren. Denemarken heeft een uitzonderingspositie bedongen: zij hoeven niet; het Verenigd Koninkrijk is op weg naar de uitgang van de EU.
Denemarken is een geval apart: het land mag zijn eigen munt houden, maar heeft die wel aan de euro gekoppeld. Dat pakt goed uit: de Deense bevolking is tevreden want ze hebben nog steeds hun eigen munt; de financiële wereld beschouwt Denemarken de facto als een euroland, getuige het rente niveau dat in de buurt van de laagste euro rentes ligt.
De animo om de euro in te voeren is niet groot bij deze negen landen. Roemenië is nu nog de enige overgebleven gegadigde. De financieel sterkste landen Zweden, Tsjechië en Polen maken geen aanstalten.
Conclusie
De invoering van de euro heeft de meeste landen niet geholpen om hun kredietwaardigheid op peil te houden of te verbeteren. In tegendeel: het lijkt er op dat je zonder euro beter af bent. Om niet in mineur te eindigen, richten we de blik op de andere grote economische zone, de Verenigde Staten - kunnen we daar wat van leren?