De risico's van obligatie-belegging
Niet elke belegger heeft moed om risico's te lopen. Voor de een is risico een factor die hij liefst 100% wil uitschakelen, de ander is best bereid enig risico te nemen, mits dat calculeerbaar is. Obligaties zijn vastrentende effecten. Als koper heeft u twee rechten: u krijgt uw investering terug en de afgesproken rente daar bovenop. Obligaties beschouwt men over het algemeen weliswaar als een veilige belegging, maar men kan ook serieuze risico's met obligatie-belegging. Die risico’s bij belegging in vastrentende waarden of obligaties zijn divers van aard. We onderscheiden er een 5-tal.
Kredietrisico
De immense problemen met Grieks staatspapier bewijzen het nog maar eens: het kredietrisico is een van de grootste risico's bij belegging in obligaties. De waarde van een obligatie stijgt of daalt met de financiële draagkracht van de uitgevende instelling. Dit risico speelt vooral bij buitenlandse emittenten een grote rol.
Hulp bij het vinden van emittenten met een uitstekende kredietwaardigheid bieden zogenaamde rating-scores. Door middel van een simpele lettercodering wordt de
kredietwaardigheid van een betrokken emittent ingeschaald. Ratingbureaus doen onderzoek naar het vermogen van uitgevende instellingen om de betaling van rente en aflossing op uitgegeven obligaties stipt volgens schema en compleet te voldoen.
De twee grootste
ratingbureaus die zich bezighouden met de inschaling van waardepapier komen uit de Verenigde Staten: Moody's en Standard & Poor's.
Renterisico
Elke belegger loopt het risico dat de marktrente verandert als zijn portefeuille obligaties bevat. Met een verandering van de marktrente zal ook de koers van zijn obligaties wijzigen. Daalt het renteniveau, dan stijgen de koersen van de obligaties. Een stijgende
rente betekent dalende obligatiekoersen. Dit risico is aanwezig bij alle verhandelbare vastrentende waarden, dus bij pandbrieven, staatsobligaties, bedrijfsobligaties en obligaties in vreemde valuta.
De ooit immens populaire rentespaarbrieven van banken en spaarbanken kennen dit risico niet omdat daarbij beursnotering ontbreekt.
Herbeleggingsrisico
Beleggers moeten ook rekening houden met de risico’s van herbelegging. Daarvan spreekt men wanneer de opbrengst van vastrentendewaarden zoals de jaarlijkse rentebetaling van een staatslening, moet worden herbelegd. Die risico´s worden vaak onderschat of volledig over het hoofd gezien. Strikt beschouwd zijn het ook geen risico’s in de ware zin van het woord, maar veeleer gemiste kansen om een hogere rente te krijgen.
Wijzigt de marktrente tussen het moment van aankoop en betaling van de coupon, dan kan de opbrengst, voorzover eveneens bedoeld voor belegging, ofwel tegen een lagere danwel tegen een hogere rente worden belegd. Hetzelfde geldt bij afloop van de looptijd. Ook dan heeft de belegger een herbeleggingsrisico of een herbeleggingskans.
Valutarisico
Aan valutarisico zijn uitsluitend waardepapieren onderworpen waarvan de rente en/of aflossing in een andere valuta betaalbaar wordt gesteld. Daalt bijvoorbeeld de vreemde valuta erg ten opzichte van de euro, dan kan dat aanzienlijke financiële verliezen met zich meebrengen.
Kiest u bijvoorbeeld voor aankoop van een schuldbewijs van een Amerikaans bedrijf tegen een dollarkoers van 1,30 euro, en noteert de Dollar op de vervaldag slechts € 1,15 dan moet u een belangrijk valutaverlies incasseren. Anderzijds kan het echter ook tot valutawinst leiden als bijvoorbeeld de Dollar op het einde van de looptijd wordt verhandeld op € 1,55.
Inflatierisico
Bij stijgende inflatie vermindert de koopkracht van uw geld na uitbetaling van rente of bij de terugbetaling van het kapitaal. Voor een deel wordt dit verlies aan koopkracht gecompenseerd door de behaalde rente-opbrengsten, zodat sommige beleggingen zich tot een soort “nul-investering” ontwikkelen. Hoe lager de inflatie, hoe winstgevender uw obligatiebelegging. Een hoge rente is dus zinloos als uw rendement door een hoge inflatie dermate wordt uitgehold, dat aan het eind voor u slechts een kleine reële rente resteert.