Waaruit bestaat het belastbaar inkomen in box 1?
Ons belastingstelsel is opgedeeld in drie boxen. In de eerste box wordt het inkomen uit werk en woning belast.
Het totaal aan inkomen in box 1, is een samenvoeging van zeven verschillende componenten, die gezamenlijk het totale inkomen beslaan. In de jaarlijkse belastingaangifte wordt deze verdeling ook aangehouden. De zeven onderdelen van het belastbaar inkomen, worden hieronder afzonderlijk behandeld.
Belastbare winst uit onderneming
Voor deze inkomsten is een eerste vereiste dat er sprake is van een onderneming. Volgens de wet wordt onder een onderneming verstaan: “organisatie van kapitaal en arbeid die deelneemt aan het economische verkeer met het oogmerk om een voordeel te realiseren”. De aangever van dit inkomen moet als ondernemer kunnen worden aangemerkt. Een ondernemer is iemand voor wiens rekening en risico de onderneming wordt gedreven.
Belastbaar loon
De definitie van loon luidt: “Al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten”. Het belastbaar loon wordt niet alleen beinvloedt door het inkomen, maar de secundaire arbeidsvoorwaarden kunnen ook invloed hebben op het belastbaar inkomen. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan een auto van de zaak met een bijtelling.
Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
Dit zijn inkomsten die worden verkregen door het verrichten van arbeid, maar deze inkomsten vallen niet onder belastbare loon uit onderneming en belastbaar loon. Het is een restcategorie waarin de overige inkomsten kunnen worden opgegeven. Hieronder vallen bijvoorbeeld inkomsten van een particulier die hij verdient met het schrijven van artikelen. Ook de inkomsten van een freelancer kunnen in deze categorie vallen. Om onder deze categorie te vallen is het niet noodzakelijk dat er fysiek noemenswaardig arbeid wordt verricht.
Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen
Het gaat hierbij om de drie volgende uitkeringen en verstrekkingen:
- De aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen (bijvoorbeeld uitkering uit WW of AOW)
- Termijnen van gefaciliteerde lijfrentes
- Uitkeringen op grond van verplicht gestelde deelnemingen aan pensioenregelingen
- minus de aftrekbare kosten (kosten die gemaakt worden tot verwerving, inning en behoud van de uitkering)
Om periodiek te kunnen zijn, moet het gaan om een reeks van uitkeringen.
Belastbare inkomsten uit eigen woning
Onder deze noemen vallen de inkomsten en uitgaven die betrekking hebben op de eigen woning. De aftrekbare en betaalde hypotheekrente valt onder deze noemer, maar ook de eigenwoningforfait.
Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Hieronder vallen bijvoorbeeld aftrekposten die onterecht als aftrekpost zijn ingediend. De Belastingdienst heeft de mogelijkheid om deze onterechte aftrekbedragen als negatieve uitgave voor inkomstenvoorziening weer op te nemen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de belastingplichtige een lijfrente in aftrek heeft gebracht, waarna er een handeling met de lijfrente wordt verricht, waardoor de aftrek weer zal worden teruggedraaid.
Negatieve persoonsgebonden aftrekposten
Ook hierbij gaat het om aftrekposten die in het verleden zijn afgetrokken, en weer teruggedraaid worden. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan studiekosten die in eerste instantie zijn afgetrokken als persoongebonden aftrekpost, terwijl de wergever deze kosten later toch voor zijn rekening heeft genomen.
De uitkomst uit bovenstaande inkomsten, moeten bij elkaar opgeteld worden.
Eventuele andere bedragen die nog verrekend moeten worden
De uitgaven voor inkomensvoorzieningen en de persoonsgebonden aftrek moet nog weer afgetrokken worden van de inkomsten. Ook eventueel te verrekenen verliezen uit werk en woning kunnen in mindering worden gebracht om het belastbaar inkomen uit werk en woning te berekenen. Bij een geringe resterende hypotheekschuld, is het mogelijk om hiervoor ook een aftrek aan aanmerking te nemen.