Belasting betalen over geld dat u niet hebt
Zodra u vermogen bezit boven de vrijstelling, betaalt u jaarlijks vermogensrendementsheffing over uw spaargelden en ander vermogen.
In Nederland betaalt u vermogensrendementsheffing over uw vermogen in box III. Dit is de optelsom van uw vermogen in verschillende vormen. In box III vallen onder andere spaartegoeden, een vakantiehuis of tweede huis, en in bepaalde gevallen het belegde vermogen. Boven de vrijstelling van €20.785 (2011) per belastingplichtige, betaalt u 30% belasting over een verondersteld rendement van 4%. Hierbij maakt het niet uit hoeveel rendement u in werkelijkheid heeft gemaakt.
Beleggingen
Bij beleggingen in bijvoorbeeld aandelen loopt u bepaalde risico’s. Daar staat tegenover dat u kans maakt op een hoog rendement. Bijvoorbeeld in juli en augustus 2011, hebben de meeste particuliere beleggers grote verliezen geleden. Een daling van de waarde van hun belegde vermogen van 10 procent was geen uitzondering. Ondanks het feit dat er geen positief rendement is gemaakt, moet er toch belasting worden betaald, alsof er een rendement is gemaakt van 4 procent.
De heffing van de fiscus
De fiscus heeft één meetpunt per jaar om te bepalen hoe groot uw vermogen is in het betreffende belastingjaar. Over dit bedrag moet u vermogensrendementsheffing van 1,2% (=30% van 4% rendement) betalen. De meetpunt is 31 december van het belastingjaar. Daalt uw belegde vermogen ten opzichte van voorgaand belastingjaar, dan moet u toch nog belasting betalen over een fictief rendement terwijl u verlies hebt geleden.
Rekenvoorbeeld
Op 31 december 2010 had u een belegd vermogen van €100.000. Door slechte beleggingen bezit u op 31 december 2011 nog slechts € 50.000. Over € 50.000 moet u 1,2% belasting betalen, alsof u rendement hebt gemaakt.
Ondanks lage spaarrente wordt er toch uitgegaan van een verondersteld vermogen van 4 procent. In de jaren vanaf 2009 tot en met 2010, is de hoogte van de spaarrente sterk gezakt. In 2011 is de spaarrente weer gestegen, maar een spaarrente van 4 procent is niet te realiseren. Per augustus 2011 bedraagt de hoogste spaarrente 2,88 procent.
Meer rendement maken op uw spaargeld
Een oplossing zou kunnen zijn om een hogere rendement op uw spaargeld te maken. Er zijn manieren om een hogere rendement te krijgen, maar daar kleven risico’s aan. Door te gaan beleggen maakt u kans op een hogere rendement, maar u kunt ook een negatief rendement maken. U kunt er wel voor kiezen om uw geld voor een langere periode vast te zetten tegen een hogere spaarrente.
Kiezen voor langlopende deposito’s
Uitgaande van de hoogte van de rente op deposito’s in 2011, is het zelfs bij het kiezen voor een deposito lastig om een rendement te realiseren die minimaal 4 procent bedraagt. Er zijn een aantal banken die een hoge spaarrente op deposito’s bieden, maar hiervoor moet u wel kiezen voor een deposito van 5 jaar of langer. Deze deposito’s worden aangeboden door van oorsprong buitenlandse spaarbanken die een vergunning hebben van de Nederlandsche Bank.
Voor een spaarrente boven de 4 procent bij één van de Nederlandse grootbanken, moet u uw geld minimaal 8 jaar vastzetten.