Belasting over spaargeld 2018
Moet je belasting betalen over je spaargeld? Het antwoord is helaas ja. De fiscus ziet de rente als een vorm van inkomen. Daarom wordt er belasting over geheven: de vermogensrendementsheffing. In dit artikel: belastsing over spaargeld in 2018 De hoogte van de vermogensrendementsheffing en het heffingvrij vermogen.
Belasting over spaargeld
De zogenaamde vermogensrendementsheffing is de belasting die over het spaargeld moet worden betaald. Deze belasting valt in box 3: inkomen uit sparen en beleggen. De Belastingdienst gaat ervan uit dat je rente ontvangt over het spaargeld. Of dat wel of niet zo is, is niet belangrijk. In de meeste gevallen ligt het rentepercentage lager.
Grens belastingvrij sparen heffingvrije vermogen
Tot op zekere hoogte mag er worden gespaard zonder belasting te betalen. Er geldt namelijk een grensbedrag, dat in 2009 20.661 bedroeg voor een alleenstaande. Dat is het bedrag dat je aan spaargeld mag hebben zonder dat je belasting hoeft af te dragen. Voor samenwonenden geldt een hoger bedrag, zoals te zien is in de onderstaande tabel. Bovendien is er een extra vrijstelling per kind.
Voor meer informatie over de vrijstellingen in box 3, zie de special
Vrijstellingen box 3 2011-2012.
Heffingvrij vermogen box 3 2018
Situatie | Vrijstelling 2011 | Vrijstelling 2012 |
Alleenstaand | 20.785 | 21.139 |
Gehuwd of samenwonend (fiscale partners) | 41.570 | 42.278 |
Extra vrijstelling per minderjarig inwonend kind | 2.779 | 2.779 |
65+'ers ouderentoeslag | | |
inkomen lager dan 14.062 | 27.516 | 27.984 |
inkomen tussen 14.062 en 19.562 | 13.758 | 13.992 |
Schulden aftrekken box 3
Als je naast het spaarbedrag ook schulden hebt, mag je deze van het spaarbedrag aftrekken. Er is echter wel een drempel van
2.900. Als het bedrag aan schulden minder is dan de drempel, tellen ze niet mee.
Rekenvoorbeeld vermogensrendementsheffing
Een alleenstaande vrouw heeft op 1 januari een bedrag van 24.690 op de bank staan. Op 31 december is dit bedrag opgelopen tot 26.840. Omdat dit spaarbedrag boven het grensbedrag ligt, wordt er belasting geheven over het gedeelte dat boven de 20.661 uitkomt.
Eerst wordt het gemiddelde berekend van het spaargeld op 1 februari (24.690) en 31 december (26.840). Het gemiddelde spaarbedrag is 25.765. Over 20.661 hoeft geen belasting worden betaald. Dan blijft er (25.765-20.661) 5.104 over.
De Belastingdienst gaat uit van een fictieve rente van 4% van dit bedrag, namelijk 204,16. 30% van dit bedrag moet worden afgedragen aan de belastingdienst, dus 61,25.
Er is ook een andere manier om de berekening te maken, namelijk door 1,2% te nemen van het belaste spaarbedrag (van 4.029 dus). De uitkomst is hetzelfde.
Belastingaangifte doen over spaargeld
Als het spaargeld dus boven het grensbedrag uitkomt, moet je belastingaangifte doen van het spaargeld. Niet alleen het spaargeld telt voor box 3, maar ook een tweede woning en inkomsten uit beleggingen.
Heffingskortingen
U kunt in aanmerking komen voor heffingskortingen, zodat u minder belasting hoeft te betalen.
Vermogensrendementsheffing ontwijken
Er zijn manieren om de vermogensrendementsheffing op een legale manier te ontwijken. Zie daarvoor het artikel
Vermogensrendementsheffing ontwijken