Reiskosten; woon-werkverkeer
Vaak heeft men recht op een reiskostenvergoeding, maar veel mensen zijn niet precies op de hoogte over hoe de reiskostenvergoeding in elkaar zit. Zo zijn er twee soorten reiskosten vergoedingen, namelijk de reiskosten voor woon-werk verkeer, het vervoer van en naar het werk en de ritten die men maakt voor het werk, de zogenaamde zakelijke ritten. Dit artikel behandelt de vergoedingen voor het woon-werkverkeer.
Manieren van woon-werkverkeer
Eigen vervoer, onbelaste vergoeding
Men kan op verschillende manieren met eigen vervoer naar het werk reizen. Als eerste wordt gedacht aan de auto, echter ook de brommer, scooter en de fiets behoren behoren tot de mogelijkheden. Zelfs lopend naar het werk gaan is een optie. Voor deze kilometers mag de werkgever een onbelaste vergoeding verstrekken. Deze vergoeding bestaat uit maximaal 0,19ct.
Maar deze vergoeding is alleen voor de kilometers rechtstreeks naar uw werk. De extra kilometer die u maakte om een boodschap te doen of eventueel de kinderen naar school te brengen behoren daar niet bij.
Eigen vervoer, vaste vergoeding
Als men met de werkgever een vaste vergoeding heeft afgesproken is de meestal gebaseerd op het werkelijk aantal gewerkte dagen. De vakanties en vrije dagen worden dan niet meegerekend. De vergoeding die hier besproken wordt geld voor werknemers die altijd op eenzelfde werkplek werken, voor werknemers de regelmatig wisselen van werkplek gelden andere regels. Op het moment dat een werknemer meer dan 150 dagen per jaar werkt, dat is 70%van het aantal werkdagen per jaar is het toegestaan van het maximale aantal werkdagen per jaar namelijk 214. Het is niet noodzakelijk om hier te kijken naar het werkelijk aantal gewerkte dagen. Indien men als werkgever ziek wordt gelden er andere regels welke u kunt vinden op de site van de Belastingdienst.
Met het openbaar vervoer
Voor het reizen met het openbaar vervoer is het welk belangrijk om te weten wat de eisen zijn omtrent openbaar vervoer. De belastingdienst beschouwt alles wat met een dienstregeling rijdt of vaart onder openbaar vervoer. Denk hierbij aan, bus,trein, metro of veerdienst. Een vliegtuig of een taxi vallen niet onder het openbaar vervoer.
Voor de vergoeding zijn twee mogelijkheden, namelijk de al eerder genoemde onbelaste vergoeding van 0,19ct maar de werkgever kan ook de keuze maken om de reiskosten per openbaar vervoer volledig te vergoeden. Er bestaat een mogelijkheid om dit volledig onbelast te doen wanneer men aan een aantal regels voldoet.
- De werknemer koopt zelf de vervoerbewijzen en overhandigd die aan de werkgever na verstrijken van de geldigheid. De vergoeding die verstrekt wordt moet overeenkomen met de werkelijke prijs van de vervoerbewijzen.
- Bij gebruik van een OV-chipkaart dient de werkgever te zorgen voor een overzicht van de reizen die op de ov-chipkaart staan. (dit is te verkrijgen bij o.a. de ov-chipautomaat)
De werkgever moet de vervoerbewijzen vanzelfsprekend in zijn administratie bewaren.
Voor de reiskosten van huis naar het openbaar vervoer mag de werkgever een onbelaste vergoeding van 0,19ct verstrekken.
Reizen per auto wordt totaal vergoed
Als de werkgever besloten heeft om alle kosten van het gebruik van de privéauto te vergoeden, dan dient de auto ook door de werkgever beschikbaar te zijn gesteld. De werkgever krijgt dan o.a. te maken met de fiscale bijtelling.
Overig
In sommige gevallen wordt het vervoer van het personeel gezamenlijk geregeld door middel van een personeelsbus. Op dat moment heeft men ook geen recht op een reiskostenvergoeding.
Op het moment dat men met een collega meerijdt in zijn privé-auto dan is er ook geen recht op reiskostenvergoeding.
Fiets men met een fiets welke verstrekt is door de werkgever dan vervalt ook op een reiskosten vergoeding