Vennootschapsbelasting
Het is vanzelfsprekend dat iedereen belasting betaalt, dus ook vennoten. Over de winst die zij binnen halen betaalt elke vennoot zijn eigen deel daar aan.
Vennootschapsbelasting
Zelfstandig ondernemers, vennoten in een vennootschap onder firma, maten in de maatschap en alle zelfstandig beroepsbeoefenaars betalen inkomstenbelasting over de winst. Lichamen ofwel rechtspersonen moeten zelfstandig hun winst aangeven voor de vennootschapsbelasting. Voorbeelden van rechtspersonen die belastingplichtig zijn volgens de Vpb (Vennootschapsbelasting) zijn de volgende genoemde.
- Naamloze Vennootschap (NV)
- Besloten Vennootschap (BV)
- Coöperatieve vereniging
- Vereniging en stichtingen, voor zover ze een onderneming drijven
- Bepaalde ondernemingen van de overheid, zoals het gemeentelijke grondbedrijf
Het eigen vermogen van rechtspersonen bestaat in de regel uit: ''Geplaatst aandelenvermogen + reserves + onverdeelde winst''.
De winstbepaling door vermogensvergelijking
De winstberekening in de Vpb verloopt in grote lijnen hetzelfde als in de inkomstenbelasting. Alleen, in de Vpb kennen we geen FOR, ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling. Hieronder zullen correcties op de vermogensaanwas uitgelegd worden.
1. Kapitaalstortingen
Als de rechtspersoon haar aandelenvermogen uitbreidt door nieuwe aandelen te plaatsen of door nog niet geplaatste aandelen alsnog te plaatsen, dan wordt dit fiscaal niet gezien als winst. De stijging van het eindvermogen komt van buiten de onderneming, het geld is niet door de onderneming verdiend.
2. Onttrekkingen
Een rechtspersoon mag zakelijke kosten in mindering brengen op het resultaat. Anders is het als kosten en/of uitgaven geen zakelijk karakter hebben. Deze kosten/uitgaven worden
wel met geld van de rechtspersoon betaald, maar mogen van de fiscus
niet worden afgetrokken van de winst. Er dient dus wederom een correctie op de vermogensaanwas plaats te vinden.
3. Uitkeringen uit de winst die een beloning zijn voor verrichte arbeid
Alle kosten met een zakelijk karakter mogen ten laste van het resultaat worden gebracht. Dus ook arbeidskosten. Indien de onderneming de beloning voor verrichte arbeid uit de saldowinst betaalt, dan is de beloning
niet als kosten geboekt, terwijl dit fiscaal wel is toegestaan.
4. Vrijgestelde winstbestanddelen
Soms zijn winsten, behaald door rechtspersonen, in het geheel niet belast. We bespreken twee van deze speciale gevallen: de landbouwvrijstelling en de deelnemingsvrijstelling.
- Landbouwvrijstelling: De waardestijging van landbouwgrond, die het gevolg is van inflatie is belastingvrij. Let wel, deze regeling geldt alleen voor landbouwgrond en dus uitdrukkelijk niet voor een fabrieksterrein. Als de grond in waarde is gestegen door drainage of bemesting, is de waardestijging wel belast.
- Landbouwvrijstelling: Als een rechtspersoon minimaal 5% van het gestorte aandelenvermogen van een andere rechtspersoon bezit, spreken we fiscaal van een deelneming. Bezit een rechtspersoon minder dan 50% van de aandelen in een andere rechtspersoon, dan spreken we van een minderheidsbelang. Bij meer 50% aandelen, spreek je van een meerderheidsbelang. Is het belang in een andere rechtspersoon 100%, dan spreek je van een dochter(maatschappij). De onderneming die een meerderheidsbelang bezit heet moedermaatschappij. Alle gewone winsten, maar ook alle gewone verliezen die je behaalt met het hebben van een deelneming zijn fiscaal onbelast.
5. Te verrekenen verliezen
Heeft een rechtspersoon in een jaar verlies geleden, dan kan niet meteen belastinggeld worden teruggevorderd van de fiscus. Zo leuk kunnen ze het bij de belastingdienst niet maken. Verliezen moeten worden verrekend met winsten uit het voorafgaande jaar en/of komende 9 jaar. De onderneming krijgt als gevolg hiervan reeds betaalde Vpb terug of hoeft de komende jaren minder of geen belasting te betalen.