Handelen in gebruikte goederen: de margeregeling
Er gelden aparte belastingregels voor wie handelt in tweedehands goederen. Ondernemers kunnen gebruik maken van de zogeheten margeregeling. In dat geval betalen ze geen BTW over hun totale omzet, maar alleen over de winst. Over de gebruikte goederen is immers al eens BTW betaald. Er gelden wel een aantal aanvullende administratieve verplichtingen voor. Zo moet u bijvoorbeeld de verschillende tariefgroepen in uw administratie gescheiden houden.
Wie begint als ondernemer ziet soms door de bomen het bos niet meer. De Belastingdienst kent een woud aan regels en regelingen. Een van die regelingen is de margeregeling. Deze regeling is speciaal bedoeld voor ondernemers die handelen in gebruikte goederen. Wanneer een ondernemer spullen verkoopt betaalt hij normaal gesproken BTW over zijn omzet. Dat tarief kan op 6 procent of op 21 procent liggen. Dat is afhankelijk van het soort goederen dat u verkoopt. Bij voedsel of boeken ligt het percentage bijvoorbeeld op 6 procent. Bij meubels op 21 procent. Ondernemers rekenen de BTW door in hun producten. Het idee van de margeregeling is dat er over gebruikte goederen niet zomaar opnieuw BTW hoeft te worden betaald. Dat is immers al een keer gedaan. Bovendien wil de regering aanmoedigen dat mensen hun spullen hergebruiken, omdat dat duurzamer is.
BTW betalen over de winst in plaats van omzet
Handelaren in gebruikte goederen moeten daarom geen BTW betalen over hun omzet, maar over hun winst. Die winst zal doorgaans lager liggen dan hun omzet omdat er ook kosten worden gemaakt. Een voorwaarde daarbij is wel dat de ondernemer zelf over de gebruikte goederen geen BTW heeft betaald. Soms zijn er handelaren die over een deel van hun goederen wel BTW betalen en over een deel niet. Zij mogen er in dat geval voor kiezen hun administratie als het ware in twee delen te knippen. Ze betalen BTW over de omzet wat betreft de goederen waar ze zelf bij aankoop ook BTW over hebben betaald, terwijl ze bij de rest van de goederen niet over de omzet, maar juist over de winst BTW betalen. Dat maakt het wel belangrijk dat de administratie zeer zorgvuldig wordt bijgehouden, zodat deze beide groepen goederen niet door elkaar gaan lopen
Globalisatiemethode of individuele methode
Voor de margeregeling gelden naast de algemene administratieve verplichtingen ook specifieke regels. Er zijn twee manieren waarop mensen aangiften kunnen doen. De eerste methode is de individuele methode. Daarin wordt per gekocht product bijgehouden voor hoeveel deze is ingekocht en verkocht. De meest voorkomende methode is echter de globalisatiemethode. In dat geval rekent u BTW over de totale winstmarge in een aangiftevlak. Eventuele verliezen in een bepaalde periode mag u corrigeren met winst uit een andere periode. De globalisatiemethode is verplicht bij een aantal productgroepen, zoals meubels, boeken, vervoersmiddelen, huishoudelijke- en elektrische apparaten en kunst en antiek. Veilinghouders of personen die in opdracht werken mogen de globalisatiemethode echter weer niet toepassen.
Extra verplichtingen
Verder moet u bij beide methoden voldoen aan een viertal extra verplichtingen. Zo moet u de margegoederen scheiden van andere producten. U moet ook de tariefgroepen gescheiden houden. Als voorbeeld: u verkoopt meubels waarover 21 procent BTW moet worden betaald, en boeken waarover maar 6 procent BTW moet worden betaald. Beide groepen houdt u dan apart in de administratie bij. Verder mag u geen BTW vermelden in uw factuur. Dat is om te voorkomen dat andere ondernemers die bij u inkopen BTW terugvragen, terwijl u daarvoor nooit hebt betaald. Oo moet u een inkoopverklaring hebben wanneer u goederen aankoopt ter waarde van 500 euro of meer.