De woekerpolissen
De afgelopen jaren (2006-2013) is er veel ophef ontstaan over woekerpolissen, dit wordt ook wel de woekerpolisaffaire genoemd. De verzekeringen en hypotheken op basis van beleggingen kregen eind 2006 door het Trosprogramma Radar de naam 'woekerpolis'. De media heeft vervolgens deze term overgenomen. In de jaren '90 leken deze producten de ideale oplossing te zijn voor de consument, maar schijn bedriegt.
De woekerpolisaffaire
In de jaren '90 deden de beurzen in Europa goede zaken en veel consumenten wilden in de jaren '90 beleggen. Verzekeraars verdienden goud geld met beleggingsverzekeringen. Nederlandse consumenten kochten voor ruim 60 miljard euro aan dergelijke beleggingspolissen. Toen in 2003 de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een rapport over beleggingshypotheken publiceerden welke gekoppeld waren aan beleggingsverzekeringen bleek het goed mis te zijn. Uit het rapport bleek dat een doorsnee huishouden 55% kans had op een restschuld als zij een beleggingshypotheek hadden. In 2006 bleken beleggingsverzekeringen volgens de AFM ondoorzichtig en relatief duur te zijn. De beleggingspolissen bleken vaak over onvolledige of zelfs onjuiste informatie te beschikken. Op 20 december 2006 kwam de commissie-De Ruiter met informatiemodellen naar buiten over beleggingsverzekeringen welke de verzekeraars moesten gebruiken voor de informatievoorziening. In 2007 liet Wouter Bos (ex minister van Financiën) door de AFM een onafhankelijk eigen onderzoek verrichten, hieruit bleek dat beleggingsverzekeringen te duur zijn. De Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft zelfs nog een aanbeveling gedaan op het gebied van de kosten binnen een dergelijke verzekering. De kosten zouden niet hoger dan 2,5% mogen zijn van het belegd vermogen. Veel consumenten leden forse verliezen en verenigden zich in belangenbehartigende stichtingen. Uiteindelijk hebben de verzekeraars toegezegd een compensatieregeling te treffen bij woekerpolissen.
Vormen van woekerpolissen
Er zijn veel verschillende vormen van woekerpolissen die de banken en verzekeraar in de jaren '90 aanboden. Een paar voorbeelden van dergelijke woekerpolissen zijn:
- Spaarkasbeleggingen;
- Studie- en kapitaalverzekeringen op basis van beleggingen;
- Hypotheken en leningen op basis van beleggingen;
- Lijfrenteverzekeringen op basis van beleggingen.
Kenmerken van woekerpolissen
Een woekerpolis heeft twee belangrijke kenmerken:
- Onzekere opbrengst: De opbrengst van een woekerpolis voor een consument was erg onzeker omdat de consument het risico droeg binnen de verzekering. Het beleggen ging altijd via beleggingsfondsen. Veel verzekeraars rekenden bij aanvang van de verzekering op een rendement van 8% terwijl dit achteraf niet gehaald werd;
- Aanzienlijk hoge verborgen kosten: Er waren kosten verbonden aan het afdekken van risico's. Bij een positieve waardeontwikkeling daalde de premie voor het afdekken van de risico's, maar bij een negatieve waardeontwikkeling stegen de premies alleen maar. Dus naast de tegenvallende resultaten kwam er ook nog eens een alsmaar hogere risicopremie bij. Dit werd ook wel het hefboomeffect genoemd.
Bij een woekerpolis waren er ook veel overige kosten zoals: administratiekosten, beheerskosten, transactiekosten, kosten voor klantinformatie en kosten voor het voldoen van provisie aan de tussenpersoon.
Wat te doen met woekerpolissen?
Vanwege het feit dat er veel verschillende woekerpolissen zijn die elk van elkaar verschillen is er geen algemeen advies welke de consument op kan volgen om zo goed mogelijk om te gaan met de woekerpolis. Het is belangrijk dat er eerst wordt gekeken naar de kosten binnen zo'n verzekering en aan de hand van de hoogte hiervan kan bepaald worden of het wel een woekerpolis is of niet. Er zijn verschillende mogelijkheden om met een woekerpolis om te gaan, enkele voorbeelden hiervan zijn:
- Het aanpassen van de premie;
- Afkoop en conversie in een ander financieel product;
- De overlijdensrisicodekking aanpassen;
- Het aanpassen van de categorie waarin belegd wordt.