Wat verklaart of de spaarrente bij banken hoog of laag is?
Soms is de rente op spaarrekeningen heel laag en in andere jaren een stuk hoger. In de jaren daartussen stijgt of daalt de rente vanaf een laag of hoog niveau. Daarnaast biedt de ene bank een hogere spaarrente aan klanten dan de andere bank. Wat zit er achter deze beweging van de spaarrente in de loop der jaren? En hoe kunnen we de renteverschillen tussen banken verklaren? Trouwens, wanneer spreken we eigenlijk van een lage of hoge rente?
Wanneer is de spaarrente hoog of laag?
Een vuistregel om te bepalen of de spaarrente laag of hoog is, is om de rente te vergelijken met de inflatie. Als de rente lager is dan de inflatie, is de rente laag. In dat geval verliest het geld op de spaarrekening koopkracht, terwijl de bedoeling van sparen juist is om de koopkracht van het geld te behouden voor de toekomst. U kunt dan misschien beter
alternatieven zoeken voor uw geld. Omgekeerd geldt dat als de rente hoger is dan de inflatie de koopkracht van uw geld stijgt. Dan zou u de rente hoog kunnen noemen. Dus een rente van één procent is relatief hoog als de inflatie nul procent is. En een rente van vijf procent is relatief laag als de inflatie zes procent is.
De ECB en de rente
De Europese Centrale Bank (ECB) stuurt de rente in de markt. Dit doet zij door de rente vast te stellen waartegen banken bij haar kunnen lenen. De ECB probeert via het sturen van de rente de economie gezond en de inflatie laag en stabiel te houden. Als de inflatie dreigt op te lopen, verhoogt zij de rente. Bij een hogere rente zal de vraag naar leningen door bedrijven en consumenten afnemen en zal de economie minder hard gaan groeien. Dit beperkt het inflatierisico. Als de inflatie juist dreigt te dalen of als de economie niet zo goed loopt, zal de ECB de rente verlagen of laag houden. Als banken tegen een heel lage rente bij de ECB kunnen lenen, hebben ze het geld van spaarders niet zo hard nodig. De rente op spaarrekeningen is dan dus ook laag. Net als de rente op kredieten. De bedoeling is dat bedrijven dan meer gaan lenen om te investeren en consumenten hun spaargeld gaan uitgeven. De economie gaat dan sneller groeien. Dat is onder andere goed voor de werkgelegenheid. Kortom, de rente vertoont door de jaren heen een op een neergaande beweging al naar gelang de toestand van de economie.
Vraag en aanbod van geld
Naast het beleid van de ECB spelen in de markt ook de economische wetten van vraag en aanbod een rol in de hoogte van de rente. De banken zijn hier de vragers naar geld (en uiteindelijk natuurlijk de bankklanten die een lening aanvragen). De spaarders zijn de aanbieders van geld.
Vergrijzing zorgt voor lage rente
Als consumenten steeds meer willen sparen, maar de vraag naar geld neemt niet even snel toe, dan zal de rente zakken. Dit gebeurt kortdurend in een recessie (een neergang van de economische activiteit), maar kan ook een proces van jaren zijn als gevolg van de vergrijzing van de samenleving. Als ouderen steeds meer sparen voor hun pensioen en steeds minder jongeren lenen om een huis te kopen of een bedrijf te starten ontstaat er een spaaroverschot. Dat drukt de rente.
Concurrentie tussen banken
Als banken heel erg met elkaar moeten concurreren om het geld van de klant, stijgt de rente. Dit gebeurde bijvoorbeeld in 2011, toen er een spaaroorlog tussen banken ontstond. Ook de strengere regels van de toezichthouders eisen van banken dat ze meer geld van huishoudens aanhouden en minder lenen op de geld- en kapitaalmarkt. Vooral in de jaren na de financiële crisis van 2008 deden banken erg hun best om geld van spaarders aan te trekken. De concurrentie tussen banken om het spaargeld wordt echter minder als de ECB veel leningen met een lage rente aan de banken verstrekt. Dit was de reden dat de spaarrente vanaf 2017 zo laag werd.
Renteverschillen tussen spaarrekeningen van banken
De renteverschillen tussen spaarrekeningen van banken kunnen behoorlijk zijn. Dit hangt samen met de kenmerken van een bank of groep banken.
Omvang bank
Grote banken, zoals ING, ABN en Rabobank, bieden doorgaans een lagere rente op spaarrekeningen dan kleinere banken. Hiervoor zijn een paar verklaringen.
Grote banken zijn als marktleiders het meest zichtbaar, waardoor mensen eerder een betaalrekening bij hen openen. Ze hoeven minder hard de concurrentie aan te gaan met andere banken. Als de klant eenmaal een betaalrekening bij een grote bank heeft, zal hij/zij eerder bij de thuisbank een spaarrekening openen. Klanten wisselen immers niet zo snel van bank. Dat heeft onderzoek van De Nederlandsche Bank uitgewezen.
Grote banken zijn systeembanken. Dat betekent dat als zij failliet gaan alle banken grote verliezen oplopen. De overheid zal er dan alles aan doen om te zorgen dat ze niet failliet gaan. Denk bijvoorbeeld aan de redding van ABN in 2008. Dit betekent ook dat grote banken tegen een lagere rente dan kleine banken kunnen lenen op de kapitaalmarkt, omdat investeerders zich minder zorgen hoeven maken dat de bank failliet gaat. Daarom kunnen grote banken ook lagere rentes bieden op spaarrekeningen dan kleine banken.
Kredietwaardigheid van de bank
Een bank die relatief veel risico neemt zal doorgaans een hogere spaarrente bieden dan een minder risicovolle bank. Dit komt omdat risicovolle banken op de kapitaalmarkt een hogere rente moeten betalen voor hun financiering. Investeerders willen immers gecompenseerd worden voor de hogere kans op faillissement van een bank. Als banken een veel hogere rente op een spaarrekening bieden dan hun concurrenten is het dus heel goed mogelijk dat ze ook meer risico nemen en een grotere kans op faillissement hebben. Denk aan het Icesave-debacle in 2008. Voor spaarders is dit niet echt een probleem, zolang zij niet meer geld op de spaarrekening zetten dan het depositogarantiestelsel vergoedt (honderdduizend euro) en de bank onder het Nederlandse depositogarantiestelsel valt.
Kenmerken van de rekening
Bepaalde kenmerken van spaarrekeningen zorgen ook voor verschillen in de hoogte van de rente. Vooral opnamebeperkingen zorgen voor een hogere rente. Zo wordt de rente op een
deposito hoger als de termijn van de deposito langer is. Een andere beperking die tot een hogere rente leidt is een minimale inleg.
Tot slot
Het zijn vaak relatief kleine internetbanken die een hoge spaarrente bieden. Dit kan komen omdat ze risicovoller zijn of omdat ze minder makkelijk geld kunnen lenen op de kapitaalmarkt dan grote banken. Maar het kan ook zijn dat ze minder kosten maken dan een grote bank, omdat ze niet een groot kantorennetwerk hoeven te onderhouden. De kosten die ze hiermee uitsparen geven ze door aan de klant door een hogere rente te bieden. Het kan dus lonen om op internet een bank te zoeken die een hogere rente biedt.