Kredietverlening door banken
De toenemende aanscherping van de bancaire kredietverlening dwingt consumenten en ondernemers tot een omslag in denken en handelen. Maar om goed tegenwicht te kunnen bieden, moet men eerst inzicht hebben in de interne besluitvorming bij de bank.
Hoe verloopt het acceptatieproces voor kredieten
Weet u wie bij uw
bank over uw kredietaanvraag beslist, hoe de besluitvorming verloopt, welke criteria daarbij doorslaggevend zijn en welke speelruimte er is? Voor de gehaaste lezer alvast het belangrijkste in het kort:
- kredietcompetenties zijn bij banken doorgaans gescheiden geregeld. Niet altijd is uw aanspreekpunt ook de persoon die de beslissing neemt. Vanaf een bepaalde omvang/volume is de goedkeuring van een meerdere, een procuratiehouder of zelfs de centrale nodig;
- kredietwaardigheid en zekerheden zijn de belangrijkste criteria bij kredietverlening;
- banken zijn bij hun kredietverlening onderworpen aan strenge wettelijke voorschriften en interne regelgeving. De correcte naleving daarvan wordt nauwlettend gevolgd;
- daarnaast moet de kredietbehandelaar de zakelijke beleidsdoelstellingen van de bank goed in het oog houden;
- bij kredietbeslissingen speelt de geautomatiseerde gegevensverwerking een belangrijke rol. Het besluitvormingsproces wordt steeds meer gestandaardiseerd;
- ook nadat een lening is verstrekt, worden kredietwaardigheid en zekerheden doorlopend bewaakt aan de hand van ingediende cijfers, etc.
Wie neemt besluit in de acceptatieprocedure van kredieten?
Kredietbevoegdheden zijn afhankelijk van de soort kredietinstelling verschillend geregeld:
- Locale spaarbanken en coöperatieve banken zijn vaak juridisch zelfstandige eenheden die alle kredietbesluiten zelf kunnen nemen. Alleen bij grotere kredietsommen moet de directie c.q. de raad van commissarissen instemmen;
- Bij handelsbanken daarentegen heeft men meestal van doen met een filiaal, dat kredietbesluiten slechts tot een bepaalde grootte ter plekke kan afhandelen, terwijl bij hogere kredietbedragen een centrale beslist.
Uw bankadviseur is niet altijd degene die beslist
Niet altijd is uw
bankadviseur c.q. uw aanspreekpunt bij de bank, ook degene die de beslissingen neemt over uw
kredietaanvragen. Vooral bij hogere leningbedragen zal hij/zij het fiat daarvoor van zijn of haar leidinggevende moeten krijgen of de goedkeuring van een andere bevoegde functionaris vragen.
Kredietwaardigheid en zekerheden
Óf en onder welke voorwaarden de bank een
lening zal verstrekken, of misschien zelfs een bestaande kredietfaciliteit zal inperken, is sterk afhankelijk van de vraag of u naar het oordeel van de bank de overeengekomen
rente en aflossing zult kunnen opbrengen. Alleen als u uw financiële verplichtingen zult kunnen nakomen is er sprake van een verantwoord kredietrisico voor de bank.
Uw toekomstige financiële draagkracht beoordeelt de bank op basis van de performance van u of uw bedrijf, zowel in heden als verleden, en de vooruitzichten voor de toekomst, kortom uw kredietwaardigheid.
En voor het geval u of uw bedrijf slechter dan verwacht presteert en de verlangde schuldendienst niet kan worden geleverd, verlangen banken aanvullend zekerheden (onderpand,
borgstelling), die zij dan te gelde kunnen maken. De opbrengst daarvan kunnen ze gebruiken om het risico van kredietuitval te verminderen.
Hoe kunt u gunstiger voorwaarden bedingen?
Kredietwaardigheid en onderpand zijn dus de doorslaggevende factoren bij kredietverlening. Weinig onderpand kan echter tot op zekere hoogte door een goede kredietwaardigheid worden gecompenseerd en omgekeerd.
Dat betekent ook dat u door een
verbetering van uw kredietwaardigheid minder onderpand nodig heeft of bij gelijkblijvend onderpand in een betere risicoklasse valt en daardoor
betere condities bedingen kunt.