Kwijtschelding schulden
Bij kwijtschelding doet een schuldeiser vrijwillig afstand van een vordering, doorgaans omdat de schuldenaar er financieel zó slecht voor staat, dat het onwaarschijnlijk is dat hij zijn schulden zal terugbetalen. Kwijtschelding van schulden is weliswaar geen recht maar toch heeft een oplettende burger mogelijkheden om sommige schulden kwijt te raken.
Kwijtschelding in plaats van inschakeling incassobureau
Bedrijven gaan niet snel tot kwijtschelding over. Liever geeft men onbetaalde vorderingen in handen van een
incassobureau. Omdat zo’n bureau zijn bestaansrecht ontleent aan het innen van afgeschreven vorderingen, zal het niet snel opgeven.
Maar een bedrijf kan er ook voor kiezen om de schuld kwijt te schelden. Voor de debiteur is het verstandig om de kwijtschelding te laten vastleggen in een schriftelijke overeenkomst, als bewijs dat hem een bedrag werd ‘geschonken’. Daarvoor is geen notariële akte vereist. Na kwijtschelding resteert een zogenaamde natuurlijke verbintenis die niet langer “in rechte” kan worden afgedwongen.
Fiscale behandeling kwijtschelding
Indien er tussen een schuldeiser en schuldenaar een familierechtelijke relatie bestaat, zal men een kwijtschelding naar de fiscus goed moeten beargumenteren om te voorkomen dat die als een verkapte schenking wordt aangemerkt. Als schuldeiser moet men aannemelijk maken dat er zakelijke gronden voor de kwijtschelding zijn.
Kwijtschelding van schulden in het kader van de WSNP
Kwijtschelding van schulden is geen recht, ook niet door het verloop van de tijd (verjaring). Als echter een aanvraag voor de
"Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen" (WSNP) door de rechter wordt gehonoreerd, kan men na een overeengekomen periode (meestal 3 jaar) weer met "een schone lei" beginnen. Alleen dán kan er dus in het kader van een wettelijke regeling sprake zijn van een gedeeltelijke of algehele kwijtschelding van schulden.
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
Al in 2009 werden er door staatssecretaris Bijleveld concrete plannen voorgesteld die het mogelijk moeten maken dat meer burgers een beroep kunnen doen op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen zoals waterschapsbelasting, afval- en rioolheffingen.
Met name mensen met een inkomen op bijstandsniveau zouden eerder voor zo’n kwijtschelding in aanmerking moeten komen. Tot dat moment kon een verzoek voor kwijtschelding nog geweigerd worden indien de betrokkene beschikte over een huisraad ter waarde van € 2269,-. De staatssecretaris was echter van mening dat die bovengrens als snel bereikt is met vanzelfsprekende zaken als een koelkast, wasmachine en televisie.
En naast mensen met een inkomen op bijstandsniveau zouden ook kleine behoeftige ondernemers in aanmerking moeten komen voor ontheffing of kwijtschelding.
Kwijtschelding van studieschuld
In uitzonderlijke omstandigheden zal ook de Informatie Beheer Groep (IBG, thans DUO) het restant van een
studieschuld kwijtschelden, mits de aflosperiode van 15 jaar verstreken is. Achterstallige schulden komen echter nimmer in aanmerking voor kwijtschelding, óók niet na 15 jaar.
Komt een voormalig student te overlijden, dan gaat diens studieschuld bij DUO teniet. Er vindt geen verhaal plaats bij diens partner, kinderen of andere familieleden.
Kwijtschelding van belastingschuld
Is er een belastingaanslag opgelegd die u niet kan betalen? Ook dan komt u misschien in aanmerking voor kwijtschelding. Voor een goed begrip is het wellicht handiger om aan te geven wanneer men niét in aanmerking komt voor kwijtschelding van belastingschulden:
- de fiscus verleent alleen kwijtschelding als de belastingplichtige niet kán betalen, niet als men van mening is dat de aanslag onjuist werd vastgesteld. In dat geval staat de mogelijkheid open om bezwaar te maken;
- kan men een aanslag niet op tijd betalen maar bijvoorbeeld wel in een volgend jaar, dan dient men uitstel van betaling aan te vragen;
- wie vermogen bezit, komt evenmin voor kwijtschelding in aanmerking. Ook met een vermogende partner moet u kwijtschelding vergeten. Vermogen is het totaal van bezittingen minus uw schulden. U kunt daarbij denken aan een eigen huis, banktegoeden of een caravan. Maar ook de waarde van uw inboedel of auto kan soms worden meegerekend.