Beleggingstip: Aandelen voor renteniers
‘Rijk worden met aandelen op lange termijn’. Het klinkt allemaal mooi. Maar daar hebben renteniers geen boodschap aan. Zij moeten nu leven van hun geld en kunnen zich niet al teveel risico’s veroorloven. Zijn aandelen dan geen spek voor de bek van een rentenier? Gelukkig wel.
Voorbeeld
Voor renteniers is risico nemen een lastige zaak. Zij kunnen het zich immers niet permitteren dat hun kapitaal in waarde daalt. Want van dat kapitaal moeten ze leven. Toch kunnen ook zij hun rendement opkrikken door
aandelen in portefeuille te nemen, zonder de risico’s onverantwoord te verhogen. Laat ons dat even toelichten aan de hand van een voorbeeld. Stel dat u 200.000 euro heeft en dat u daar tien jaar lang een inkomen uit wil. Na tien jaar wil u er zeker van zijn dat uw beginkapitaal in takt is gebleven. Daarmee heeft u dus twee doelstellingen: uw
beginkapitaal bewaren en elke maand een
inkomen ontvangen om van te leven. Slaagt u erin om een beleggingsstrategie op tien jaar uit te dokteren die aan deze twee doelstellingen beantwoord dan kan u levenslang gerust zijn. Want na tien jaar begint u gewoon opnieuw.
In plaats van één belegging te zoeken die aan beide doelstellingen beantwoordt, maakt u daarvoor beter een
combinatie van twee aparte beleggingen. Om uw
beginkapitaal te waarborgen, gaat u naar de
beurs. Of met andere woorden: u koopt aandelen, bijvoorbeeld een aandelenbevek. Klinkt misschien wat contradictorisch. De forse koersdalingen die we de voorbije jaren te verwerken kregen, geven niet bepaald de indruk dat u op de beurs veel waarborgen kan krijgen. De beurs biedt evenwel meer zekerheid dan het lijkt. Zeker op een termijn van tien jaar of langer. In een dergelijke tijdsspanne tijd gebeurde het de voorbije 30 jaar nooit dat de beurs verlies boekte. U mag er dan ook vanuit gaan dat u op tien jaar tijd, de goede en de slechte jaren door elkaar genomen, minstens mag rekenen op een gemiddeld rendement van 8 procent per jaar.
Laat ons nu even terugkeren naar de cijfers van ons voorbeeld. Wanneer u verwacht dat uw aandelenbelegging gemiddeld met 8 procent per jaar in waarde zal toenemen, betekent dat dat u slechts 92.640 euro op de beurs moet beleggen om uw beginkapitaal van 200.000 euro na tien jaar terug te hebben. Beschikt u over een rekenmachine die machtsverheffingen aankan, dan kan u dat eenvoudig berekenen door middel van volgende formule:
vereiste beginbelegging= 200.000 euro⁄ (1+0,08)¹º
Maandelijks inkomen
De overige 107.360 euro belegt u als rentenier beter niet op de beurs. U moet er immers van kunnen leven. Dat wil zeggen dat u er elke maand een stukje van moet opnemen. Teveel risico is dan niet geoorloofd. Want heeft u de pech dat de beurs in het begin al door een dal moet, dan is het geld op voor de periode van tien jaar voorbij is. En dat is niet de bedoeling. Beter kiest u dus voor de ene of de andere vorm van een spaarboekje of verzekeringsrekening. Vooral
verzekeringsrekeningen zijn hiervoor bijzonder geschikt.
Laat ons veronderstellen dat u een gemiddeld jaarlijks rendement verwacht van 4 procent op dat spaargeld. Dan moet u op basis van dat cijfer gaan berekenen hoeveel geld u elke maand mag opnemen om na tien jaar precies op een nulsaldo uit te komen. Dat kan u aan de hand van tabel l. Op het kruispunt van het cijfer 10, bij ‘aantal jaren te rentenieren’ en 4 % bij in de kolom ‘rente’ leest u het cijfer 8, l af. Dat is het cijfer waardoor u het beginkapitaal van 107.360 euro moet delen om het jaarinkomen te berekenen dat u tien jaar lang kan opnemen. Die deling geeft een resultaat van ongeveer 13.250 euro per jaar, hetzij een maandelijks inkomen van ongeveer 1.100 euro. Op uw kapitaal van 200.000 euro betekent dat een rendement van 6,6 procent per jaar (13.250 euro rente / 200.000 euro kapitaal). Een meer dan behoorlijk resultaat bij de huidige lage rentevoeten. Met een gewone kasbon van de bank mag u netto amper op de helft rekenen!
Muntontwaarding
Voor een rentenier is een dergelijk plan erg aantrekkelijk. Het grootste nadeel is evenwel dat u na tien jaar enkel uw beginkapitaal (waarschijnlijk) terugheeft terwijl
prijsstijgingen ervoor zorgen dat dat kapitaal in koopkracht minder waard geworden is. Wil u ook daar rekening mee houden, dan gaat u best uit van een gemiddeld aandelenrendement van 6 of hooguit 7 procent in plaats van de vooropgestelde 8 procent. Dat heeft als gevolg dat u een groter kapitaal op de beurs moet beleggen. In echte centen heeft u dan na 10 j aar wellicht meer kapitaal dan bij de start van uw beleggingsstrategie. Maar die extra centen dienen enkel om het verlies aan koopkracht op te vangen.
Dat betekent natuurlijk ook dat u minder geld overhoudt om uzelf een maandelijks inkomen uit te keren. Op korte termijn moet u het dan met iets minder doen. Maar op lange termijn kan u er zeker van zijn dat u uw koopkracht veilig stelt.