De waarde van eurocentjes
Om de zoveel tijd komt er een politieker of belangenvereniging in het nieuws met het voorstel om de kleinste eurocenten, die van 1 en 2 cent, af te schaffen. Af en toe hoor je dat de centjes meer waard zijn als grondstof dan de waarde die erop gedrukt wordt. Klopt dat? Waarom zouden we 1 en 2 centjes afvoeren, en zijn er ook nadelen?
Inhoudsopgave
Kostprijs 1 en 2 centjes
Een 1 centstuk weegt 2,3 gram, een 2 centstuk zo'n 3,06 gram. Ze bestaan voor circa 95 % uit staal en 5 % uit koper. Oud staal is ongeveer 0,2 € waard per kilogram. Oud koper is veel meer waard met 4,45 € per kilogram.
Een kilogram kleingeld bestaat dus voor 950 gram uit staal en 50 gram uit koper. Die zijn respectievelijk 0,19 en 0,2225 euro waard. 0,4125 € voor een kilo oud ijzer is echt niet de moeite. De nominale waarde (de waarde die op de munt staat en aan de kassa telt) van de inhoud van je spaarpot is dus veel hoger dan de waarde ervan als schrootmetaal. Inwisselen bij de (Nationale) bank is dus de boodschap.
Spaarpot kleingeld: waar inwisselen?
Nationale bank
Onder andere door die lage waarde als schroot scheurt de Nationale bank haar broek aan die centjes. Ze laten maken kost meer dan ze waard zijn. De centjes drukken kost namelijk ongeveer 2,5 eurocent per stuk. Omdat de muntjes niet meer gebruikt worden om te betalen, maar vooral worden teruggegeven aan de klanten moeten er ook erg veel munten in omloop gebracht worden. Die allemaal uit de circulatie gaan, omdat ze ergens in een spaarpot belanden. In België zijn er zo'n 672 miljoen munten van 2 cent en 282 miljoen van 1 cent. De Eurobarometer van 2012 wees uit dat 9 van de 10 Belgen de centjes liever ziet verdwijnen.
Afschaffen van 1 en 2 centen
Minister van financiën van België, Koen Geens (CD&V), stelde in december 2013 voor om aan Belgische kassa's niet langer te rekenen met 1 en 2 eurocenten. De totaalprijzen aan de kassa zouden afgerond worden. Een bedrag dat eindigt op .01; .02; .08 of .09 zou veranderen in .00. Een bedrag dat eindigt op .03; .04; .06 of .07 verandert dan in .05. De mensen zouden dan ook gestimuleerd worden om hun pot vol ongebruikte munten binnen te brengen. Kleingeld kan je inwisselen bij een bank of bij de Nationale bank.
Op 7 februari 2014 kondigde de Belgische minister van middenstand, Sabine Laruelle (MR) aan dat er een wet of koninklijk besluit gemaakt en gestemd zal worden dat het afronden van prijzen zal toelaten. Enkel een eindtotaal aan de kassa mag afgerond worden, de prijs van aparte producten niet. Verschillende handelsfederaties en zelfstandigenorganisaties zijn tevreden met deze beslissing, al moet ze nog worden doorgevoerd. De nieuwe regels laten handelaars vrij om ook nog steeds wel kleine centen te aanvaarden en verplicht hen niet om af te ronden.
Eind 2014 is het eindelijk zo ver: de afronding van de prijzen wordt toegelaten. Vanaf 1 oktober 2014 mogen handelaars de totaalprijs aan de kassa afronden, maar enkel voor klanten die cash betalen. Voor elektronische betalingen mogen afrondingen niet.
Inflatie
Het afschaffen van de munten zou een effect kunnen hebben op de economie. In Nederland en Finland betaalt men al langer zonder 1 en 2 centjes en worden prijzen aan de kassa afgerond op ,05 eurocent. Mensen lijken best tevreden met die regeling en missen de munten niet, het bespaart veel tijd en moeite voor klanten, banken en handelaars.
Minister Geens vermoedt dat de munten geen prijsstijgingen zullen veroorzaken, omdat de totaalbedragen zowel naar boven als naar beneden worden afgerond. Ook bij de invoering van de euro werd verteld dat de prijzen niet zouden stijgen. In praktijk zijn veel producten plots duurder geworden bij de invoering van de euro en het afvoeren van de Belgische frank. Ook het afschaffen van de kleine centjes zou dus een kleine inflatie kunnen veroorzaken, maar waarschijnlijk nooit meer dan een halve tot één procent.
Lees verder