Hoezo, afschaffen contant geld?
Overheden houden noch van goud noch van cash, tenzij het hun eigendom is. Maar als burgers contant geld, goudstaven of gouden munten bezitten, dan werkt men dat steeds meer tegen. Want niets is voor politici zo onverdraaglijk dan het idee dat spaargelden en deposito's niet transparant en toegankelijk zijn voor de staatssnuffelaars.
Afschaffing 500-euro-biljet kwestie van tijd
Niet voor niks dat steeds meer EU-staten een verbod op contant geld overwegen. En ook de afschaffing van het 500-euro-biljet lijkt slechts een kwestie van tijd na de veelzeggende opmerking daarover van ECB-vicevoorzitter Constancio: “het is zeker een discussie waard”. Het paarse biljet staat immers onder hoge mate van verdenking: het zou het favoriete betaalmiddel van criminelen en
belastingontduikers zijn. Sommigen noemen het zelfs het "maffiabiljet”.
Grote coupures niet uniek voor de euro
Nu zijn grote coupures zeker geen uitvinding uit het eurotijdperk. Tientallen jaren bestonden in Nederland en Duitsland bijvoorbeeld biljetten van 1000 gulden en 1000 mark. Hele generaties van tweedehandsautohandelaren konden er uitstekend mee uit de voeten en maakten zich absoluut niet ongerust om te worden uitgemaakt voor criminelen.
Bezit contant geld wordt steeds meer ingedamd
Dat uitgerekend nú het biljet van 500 euro als “gangstergeld” in diskrediet gebracht wordt, is natuurlijk geen toeval. De vraag naar afschaffing van dit bankbiljet is onderdeel van een Europabrede campagne tegen het bezit van contant geld en voor vergaande indamming van contantgeld-transacties. In meerdere EU-landen zijn dergelijke beperkingen al eerder ingevoerd:
- in Griekenland bijvoorbeeld zijn contante betalingen van meer dan 1500 euro vanaf januari 2011 verboden. Voor handelaren geldt een bovengrens van 3000 euro;
- en in Italië kunnen alleen nog transacties tot 1000 euro in contanten worden afgewikkeld;
- in Spanje is een “cashlimiet” van 2500 euro van kracht;
- en ook in Frankrijk zal binnen afzienbare termijn een verbod op cashgeld volgen.
Zweden het verst bij afschaffing contant geld
Het verst is Zweden op weg naar een cashloze maatschappij. De Swedbank, een van de meest vooraanstaande financiële instellingen in het land, kondigde in 2012 aan in meerdere filialen geen contant geld meer uit te betalen of in ontvangst te zullen nemen. Ook kleine alledaagse artikelen moeten er voortaan worden betaald met een betaalkaart. Voor banken een lucratieve aangelegenheid: per slot van rekening verdienen ze omgerekend ongeveer tien cent op elke transactie. En de detailhandel is ook blij want klanten die betalen met een betaalpas of
creditcard zijn meestal kooplustiger. Wie daarentegen
bankbiljetten eerst uit zijn portefeuille moet trekken en op de toonbank moet leggen, heeft eerder de neiging om op zijn uitgaven te beknibbelen.
Omwisseling eurobiljetten op vertoon van legitimatie?
Als binnenkort dus alleen nog rekeningen tot 1000 of 1500 euro met contant geld mogen worden betaald, dan worden biljetten van 500
euro in feite overbodig. Maar wat gebeurt er met die biljetten? Blijven ze permanent geldig? Of moeten ze uiteindelijk op vertoon van legitimatie tegen kleinere coupures worden omgewisseld zodat de autoriteiten weten aan wie dit "maffiageld" heeft toebehoord?
Waarom zo nodig afschaffing contant geld?
De staat manifesteert zich steeds meer als een soort “supernanny” die voor haar burgers alleen het beste wil, namelijk hun geld. Maar achter het verbod op contant geld schuilt ook een uiterst krachtige lobby van banken en bedrijfsleven:
- handelaren streven niet alleen naar hogere omzetten, maar besparen ook op de kosten omdat ze geen contant geld meer in kas hoeven te hebben;
- bovendien hoeft geen enkele caissière meer bang te zijn om vals geld te accepteren;
- en ook de banken zullen besparen als cashhandelingen grotendeels worden geëlimineerd;
- tegelijkertijd dienen zich nieuwe bronnen van inkomsten aan, want als er nauwelijks alternatieven voor cardbetalingen zijn, kunnen de banken hun kosten en provisies flink opschroeven;
- en niet in de laatste plaats betekent een verbod op contant geld het einde van de anonimiteit bij betaaltransacties. De consument en zijn koopgedrag worden volledig transparant.
Transparantie treedt in de plaats van discretie
Fabrikanten, handelaren, banken en overheden, ze weten straks precies hoeveel geld de burger voor welke goederen en diensten besteedt. Wat vroeger nog werd bekritiseerd als ongehoord gesnuffel, wordt nu verheerlijkt als een bijdrage aan grotere transparantie. Wie het toch waagt om aan te dringen op een minimale vorm van discretie, maakt zich in dit tijdperk van voyeurisme automatisch verdacht.
Financiële crisis speelt ook mee
De toenemend “cashallergie” van overheden en banken, moet echter ook worden gezien tegen de achtergrond van de aanhoudende financiële en
eurocrisis. Als, wat niet ondenkbaar is, in de komende maanden de volgende bank zijn bankroet tegemoet gaat en spaarders met hun spaargeld moeten bijspringen, dan komt het uiteraard van pas als klanten zo veel mogelijk geld op hun rekeningen en zo weinig mogelijk thuis onder het kussen of in de
kluis hebben.
En voor de banken op hun beurt, neemt het risico op een bankrun af. Want als je met contant geld niet veel meer beginnen kunt, heeft het weinig zin om in paniek de rekeningen te plunderen.