mijn kijk opSchulden, openstaande rekeningen
Iedereen heeft er weleens mee te maken. Er ligt een rekening die betaald moet worden. Dan is er sprake van een schuld die openstaat. Soms is het bedrag van de rekening nog niet (volledig) betaald. Soms is men zich daar niet van bewust, maar hoe langer er gewacht wordt met het betalen van de schuld, hoe meer kosten er bij kunnen komen. De kosten komen voort uit het besluit van de schuldeiser om de schuld op een andere manier te incasseren. De bijkomende kosten komen dan eveneens voor rekening van de persoon die de rekening moet betalen.
Als er openstaande rekeningen zijn, dan is steevast het advies van deskundigen om het geld te gebruiken dat aanwezig is om de schuld ineens te betalen en zo verdere kosten te voorkomen. Maar wat gebeurt er als er niet betaald wordt en de vordering wordt door de schuldeiser uit handen gegeven aan de deurwaarder of een incassobureau.
De wet normering buitengerechtelijke incassokosten
Op 13 maart 2012 is de wet normering buitengerechtelijke incassokosten aangenomen door de Eerste Kamer. De wet normering buitengerechtelijke incassokosten is ontworpen door een minister van justitie. De minister van justitie wilde met deze wet de invorderingskosten inzichtelijker maken.
De wet normering buitengerechtelijke incassokosten is van kracht vanaf 1 juli 2012
Op 1 juli 2012 is de wet normering buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. Het belangrijkste dat in deze wet is vastgelegd, is de hoogte van het bedrag aan incassokosten dat een ondernemer bij een klant in rekening mag brengen. Het gaat hierbij om een bedrag voor de door het bedrijf werkelijk gemaakte incassokosten. In de wet normering buitengerechtelijke incassokosten is dus het maximale bedrag, dat een bedrijf op een factuur mag opvoeren voor incassokosten, nu ook wettelijk vastgelegd.
Verplichting voor het verzenden van een betalingsherinnering
Bij openstaande bedragen moet de schuldeiser dus eerst een betalingsherinnering versturen. Alvorens een schuldeiser incassokosten in rekening mag brengen. Een schuldeiser is dus vanaf 1 juli 2012 altijd verplicht om eerst een betalingsherinnering naar zijn klant te sturen. De betalingstermijn op een betalingsherinnering moet altijd minimaal veertien dagen zijn. Bij openstaande bedragen is er, na ontvangst van een betalingsherinnering, dus altijd nog een periode van minimaal veertien dagen om met de schuldeiser in contact te treden. Het is dus altijd zinvol om over de ontvangen factuur met de schuldeiser in gesprek te gaan en ter besparing van kosten een betalingsregeling proberen te treffen.
De maximale hoogte van de incassokosten zijn nu wettelijk vastgelegd
Volgens de wet normering buitengerechtelijke incassokosten blijft de schuldeiser dus uiteindelijk nog steeds zelf volledig verantwoordelijk voor de onderbouwing van de incassokosten die door hem als schuldeiser worden aangevoerd. De incassokosten kunnen en mogen, als extra bedrag op het factuurbedrag van de openstaande rekening, dus in totaal nooit hoger zijn dan de bedragen die in de wet normering buitengerechtelijke incassokosten zijn vastgelegd.
Is er nu een einde aan torenhoge incassokosten gekomen?
De wet normering buitengerechtelijke incassokosten is dus van invloed op zowel de burger als consument als de ondernemer. Een ondernemer blijft verantwoordelijk voor de incasso van openstaande facturen. De ingeschakelde deurwaarder of incassobureau mogen sinds 1 juli 2012 geen torenhoge en soms ondoorzichtige incassokosten meer heffen bij onbetaalde rekeningen. Wellicht zal het gevolg zijn dat er weer een andere wijze wordt bedacht om toch aan de bedrijfsomzet te kunnen komen. De onbeantwoorde vraag blijft voorlopig nog: “wordt de burger na 1 juli 2012 beter beschermd tegen de hoge incassokosten of niet”?
Lees verder