Wat is een Ponzi scheme?
Bernard Madoff was niet de eerste beleggingsfraudeur. En hij zal ook niet de laatste zijn. Maar het opmerkelijke is wel dat er sinds het eerste bekende geval, dat van Charles Ponzi in 1920, weinig lijkt te zijn veranderd in de werkwijze van dit type oplichters.
Een Ponzi's navolgers was ‘superbelegger’ René van den Berg. Hij handelde in valuta. Uiteindelijk kreeg hij vijf jaar gevangenisstraf opgelegd door de rechter. De wonderbelegger en tennissponsor beloofde rendementen van 100% per jaar.
Ongeveer 1.400 mensen, waar onder de bekende Nederlander en schaakgrootmeester Hans Böhm, vertrouwden hun spaargeld aan hem toe. Er zou ongeveer 120 miljoen euro zijn zoekgeraakt. Dat is een slordige 85.000 euro per persoon. Het spelletje dat René van den Berg speelde, is al heel oud. Charles Ponzi bedacht het in 1920. Sindsdien noemen we dit soort fraude: een ‘Ponzi scheme’.
Gouden Bergen
Het gaat altijd op dezelfde manier. Een financiële tovenaar belooft beleggers gouden bergen. De eerste beleggers krijgen inderdaad superwinsten uitbetaald. Dat trekt nieuwe klanten. Achteraf blijkt het steevast om een variant van het piramidespel te gaan.
'Ik kan je geld verdubbelen in negentig dagen! Gegarandeerd!’ Dat was het verkooppraatje waarmee Charles Ponzi de boer op ging. Ponzi was een in 1882 in Palermo geboren Italiaan die in 1903 naar de Verenigde Staten emigreerde. Hij trok van stad naar stad en leefde een leven van twaalf ambachten en dertien ongelukken.
In augustus 1919 ontdekte hij een manier om zichzelf en ‘beleggers’ rijk te maken. Het had te maken met buitenlandse postzegel coupons die in de VS ingeruild konden worden voor normale postzegels. Ponzi was er achtergekomen dat je met een postzegelcoupon gekocht in Spanje voor 1 dollarcent, maar liefst voor zes dollarcent postzegels in de VS kon kopen. Dat bood perspectief. Maar kon hij dit ook werkelijk doen? In theorie wel, in de praktijk werkte het niet. Door alle bureaucratie bleef er van de winst niets over.
Postzegels
Op 26 december 1919 zette hij zijn zaak op onder de naam ‘The Security Exchange Company’. Al snel stonden er rijen mensen buiten zijn kantoor. Duizenden investeerden in zijn postzegelhandel. De bedragen varieerden van $10 tot $50.000. Gemiddeld werd er voor $300 ingelegd, een vermogen voor die dagen. Om een idee te geven: in Nederland bedroeg destijds het jaarsalaris van een veertienjarige boerenknecht dertig gulden plus kost en inwoning.
Ongeveer 40.000 mensen vertrouwden Ponzi in totaal vijftien miljoen dollar toe. Ponzi voldeed in de eerste maanden aan zijn verplichtingen. Maar na ongeveer zes maanden viel het doek toen er ongunstige berichten verschenen in een krant. In plaats van de benen te nemen (niemand had Ponzi blijkbaar verteld dat de kern van elke zwendel is dat je er met het geld vandoor gaat), bleef Ponzi beweren dat er niets aan de hand was.
Om een lang verhaal kort te maken. Ponzi kreeg vijf jaar gevangenisstraf. Hij zat de straf niet volledig uit en wist op borgtocht te ontsnappen. In Florida zette hij weer een paar zwendeltjes op, vluchtte naar Italië en werd agent voor de nieuwe Italiaanse luchtvaartmaatschappij in Brazilië. In de Tweede Wereld oorlog ging dat bedrijf op de fles en Ponzi verviel tot armoede. Hij stierf in 1949 in een armenziekenhuis in Rio de Janeiro. Hij had nog net $75 weten te sparen voor zijn begrafen.