Vermogensstructurering en rebalancing
Vermogensstructurering (of strategische assetallocatie) = vermogen spreiden in een bepaalde verhouding over liquiditeiten, obligaties, aandelen en vastgoed. Rebalancing = het herverdelen van het vermogen over beleggingscategorieën.
Correlatiecoëffeicient bij vermogensstructurering:
In hoeverre rendementen van beleggingscategorieën (de genoemde liquiditeiten, obligaties, aandelen en vastgoed) onderling samenhangen. Volledig positief: +1, volledig negatief: -1.Naarmate de waarde verder onder +1 ligt is de risicoreductie groter.
| Aandelen | Obligaties | Vastgoed | Liquiditeiten |
Aandelen | - | - | - | - |
Obligaties | 0,3 | - | - | - |
Vastgoed | 0,5 | 0,2 | - | - |
Liquiditeiten | 0,0 | -0,4 | -0,1 | - |
2 stappen bij assetallocatie:
- Strategische assetallocatie: vermogensverdeling afgestemd op het risicoprofiel, die in principe langere tijd niet wordt veranderd, a.d.h.v. bandbreedtes.
- Tactische assetallocatie: aanpassingen op korte termijn binnen de strategische bandbreedtes.
Modelportefeuilles:
fictieve portefeuilles, die de aanbieder zodanig samenstelt, dat de combinatie van verwacht rendement en risico is afgestemd op de risicoprofielen. Er worden 3 eigenschappen afgeleid om de klant een goed beeld te geven van de risico’s onderweg:
- de bandbreedte van het 1e jaar (= 95%-waarschijnlijkheid)
- kans op negatief rendement in enig jaar
- minimaal vereiste beleggingshorizon
Categorie | I | II | III | IV | V |
Risicoprofiel | Zeer defensief | Defensief | Neutraal | Offensief | Zeer offensief |
Aandelen% | 0 | 30 | 50 | 75 | 100 |
Vastgoed% | 0 | 10 | 10 | 10 | 0 |
Obligaties% | 60 | 50 | 35 | 15 | 0 |
Liquiditeiten% | 40 | 10 | 5 | 0 | 0 |
Verwacht rendement | 4,6% | 6,8% | 8,0% | 9,0% | 10% |
Standaarddeviatie | 2% | 6,5% | 11,3% | 15,6% | 20% |
Kans op negatief jaarrendement | 1% | 14,8% | 23,9% | 28,2% | 30,9% |
Index bandbreedte vermogen 1e jaar | 100,6 ; 108,6 | 93,8 ; 119,8 | 85,4 ; 130,6 | 77,8 ; 140,2 | 70 ; 150 |
Er zijn 2 redenen voor rebalancing:
Scheefgroei in de portefeuille:
Verschijnsel dat het relatieve deel van de verschillende componenten (aandelen, obligaties, vastgoed, liquiditeiten) van een portefeuille verandert, omdat de rendementen op deze componenten van elkaar verschillen.
Verandering in het risicoprofiel, 3 oorzaken:
- Verandering in het vermogensdoel: bij objectieve is er noodzaak i.t.t. de subjectieve
- Verandering in de risicobeleving
- Voortijdig bereiken van het doelvermogen
Bij ongunstige resultaten lijkt rebalancing een aantrekkelijke optie en is het verleidelijk om te kiezen voor een portefeuille met een hoger verwacht rendement (casinogedrag). De klant kan dan echter 2 tekortkomingen aanvoeren t.a.v. de zorgplicht:
- het bestaande risicoprofiel werd genegeerd;
- de voorlichting over de gevolgen schoten tekort.
I.p.v. rebalancing is het vaak een beter advies om het vermogensdoel aan te passen, de beleggingshorizon te verlengen of om bij te storten.