Belastingen en accijnzen in de middeleeuwen
In de middeleeuwen werden diverse soorten belasting geheven. Het heffen van belasting was in principe een zaak van de vorsten, landheren en steden. Aangezien de heffers van belastingen zelf konden bepalen waar belasting over betaald moest worden en zij daar zeer verschillende fantasieën in hadden, bestonden er zeer diverse belastingen. Een aantal kwam echter algemener voor.
Belastingen en accijnzen
In de middeleeuwen bestonden er veel soorten belastingen en accijnzen zoals:
Accijnzen op boter, graan, vlees en zout
Op veel eetbare producten werd accijns geheven als bron van inkomsten.
Accijnzen op turf en laken
Ook op bepaalde artikelen werd accijns geheven.
Bieraccijns
Bier was in de middeleeuwen de gebruikelijke drank voor het gewone volk. Water was een onveilige drank omdat het vaak vervuild was. Bier was veiliger omdat het bij de bereiding gekookt en gefilterd werd en ook een (laag) percentage alcohol bevatte. Vanwege het grootverbruik was het een prima product om accijns op te heffen.
Census
Ook wel cijns, tijns of tins genoemd was hetgeen dat de boer verschuldigd was aan de grondheer. Deze belasting werd aanvankelijk betaald in natura en later in geld.
Laadrecht en losrecht
Eenzelfde soort belasting als die geheven mocht worden vanuit het waagrecht (zie verder) mocht worden geheven bij het laden en lossen van waren.
Regalia
Een vorst had een aantal rechten die zijn onderdanen in principe niet hadden. Zo bijvoorbeeld het recht van wind. Door dat recht mocht alleen de vorst windmolens gebruiken. Maar hij kon die rechten doorverkopen aan zijn onderdanen wat hem flink geld kon opleveren.
Tiende Penningen
Tiende Penningen betrof een tiende van de opbrengst van landbouw en veeteelt dat afgestaan werd aan de geestelijken onder meer voor het onderhoud van de kerkelijke gebouwen. Deze al uit de middeleeuwen stammende belasting werd pas in 1907 afgeschaft in de tienden wet.
Tolheffing
Een bepaalde vorm van belastingheffing was tolheffing. Over die zeer oude vorm werd al in de bijbel verhaald en kwam in onze streken al in de zesde eeuw voor. Aanvankelijk was het heffen van tol alleen voorbestemd aan een vorst maar later werden de rechten doorverkocht aan graven en landheren.
Tol op scheepvaart
Zo was in de vroege middeleeuwen Arnhem een belangrijke tolplaats. De Graaf van Gelre liet rond 1200 alle passerende handelsschepen tol betalen. Maar door bij Arnhem tol te heffen miste hij de gelden van de schepen die over de Waal en IJssel voeren. Met toestemming van de Duitse koning verlegde hij daarom de tolplaats naar Lobith.
Vissen
Voor het vissen in wateren die tot de landheer behoorden was een visser belasting verschuldigd in de vorm van accijns op de vis.
Waaggeld
Een stad met waagrecht als onderdeel van stadsrechten mocht handelaren verplichten hun producten vooraf aan de verkoop ter weging en meting aan te bieden. Dat wegen en meten gebeurde in een speciale ruimte de Waag. Door het meten en wegen werd de eerlijkheid in de handel bevorderd. Maar een stad mocht daar waaggeld voor eisen wat te zien is als een soort belasting.
Wijnaccijns
Een accijns met minder opbrengst dan bier omdat er veel minder wijn dan bier werd gedronken.
Verkoop van rechten uit geldnood
Zoals de tolrechten zich verplaatsten van de vorst naar de graven en landheren zo was dit ook steeds meer het geval met andere rechten en verkochten de graven en landheren ze, meestal uit geldnood, weer door aan de steden. Door het in handen krijgen van de rechten door de besturen van de steden verschoof ook de macht steeds meer naar de steden en kwamen de landheren gaandeweg meer op de achtergrond te staan.
Later in de middeleeuwen: Voor wat hoort wat
Aanvankelijk bestonden de belastingen en accijnzen uit de middeleeuwen uit het vangen van geld door de machthebbers zonder dat daar veel tegenover stond. Van belastingen in de betekenis van: “geld dat aan de overheid wordt betaald en dat deze weer uitgeeft voor allerlei zaken”, is eigenlijk pas sprake toen de steden de rechten van de machtshebbers hadden overgenomen. De steden gebruikten het geld voor het verdedigen van de stad en het uitvoeren van bestuurlijke taken.
Lees verder