Belasting spaargeld 2020
Belasting op spaargeld en beleggen is volgens sommigen een jaloezieheffing, volgens anderen meer dan logisch. in 2020 hebben we nog steeds te maken met een ingewikkelde vermogensrendementsheffing met verschillende tarieven die zelfs veel hoger kunnen zijn dan 1,2%. Dat terwijl de spaarrente in 2020 vrijwel nihil is en soms zelfs negatief. De belasting op spaargeld is daarom onevenredig hoog voor wie spaart. De vermogensrendementsheffing is gebaseerd op een verondersteld forfaitair rendement en niet het werkelijke rendement. Pas vanaf 2022 worden er door het kabinet aanzetten gezet om uw vermogen te belasten op basis van het werkelijke rendement. Bij een lage rente van 0,09% kan de vrijstelling voor spaarders dan oplopen tot 440.000 euro. Zover is het in 2020 en 2021 echter nog lang niet.
Vermogensbelasting in 2020 omlaag?
Belastingherziening 2020: de belasting op spaargeld is hoog en complex
Bij een belastingherziening is normaal gesproken het doel om de belastingen te vereenvoudigen. Minder regels, lagere belastingen, minder werklast voor de Belastingdienst. Met een dergelijke belastingherziening is iedereen blij. Maar de vermogensbelasting die we in 2020 kennen is hoog is en in veel gevallen ingewikkeld. De term jaloezieheffing is al gevallen, vooral ouderen gaan mogelijk meer belasting betalen. Het kabinet Rutte heeft de vermogensbelasting gemaakt tot een ingewikkeld schijvensysteem.
Belasting op spaargeld en vermogen in 2020
Er zijn vier vermogensschijven ingevoerd en daarbij gelden vier verschillende tarieven, progressief en die ook nog eens elk jaar anders zullen zijn. De fiscus veronderstelt dat als u meer vermogen hebt dan de vrijstelling (30.8460 euro in 2020), u een belegger bent die hoge rendementen maakt op de beurs. De belastingpercentages worden op een ingewikkelde manier berekend en staat vol met veronderstellingen.
Bent u een belegger?
Door de veronderstelling dat u belegt op de beurs en door de veronderstelling dat het rendement op de beurs in het verleden hoog was en dat in 2020 dus ook weer zo zal zijn, gaat u steeds meer belasting betalen. Bovendien kijkt de fiscus alleen naar rendementen in het verleden zonder ook rekening te houden met de kosten die met beleggen gepaard gaan. Zo moet u transactiekosten betalen of betaalt u de beheerder van een beleggingsfonds ook kosten. Zeer waarschijnlijk is ook dat u zelf helemaal uw geld niet belegt, maar door de belastingdienst wel als belegger wordt aangeslagen. Dat betekent dat als u meer dan 100.000 euro hebt gespaard voor later of een vakantiewoning bezit, u in 2020 voor een deel 1,27% vermogensrendementsheffing gaat betalen en dit kan zelfs oplopen naar bijna 1,6%.
Ouderen wederom kind van de rekening bij de inkomstenbelasting
Ouderen hebben meestal wat meer spaargeld om een laag inkomen te kunnen aanvullen. Zij hebben met veel zorg gespaard voor later. Juist zij worden extra gestraft. Niet alleen omdat hun vermogen vaak hoger is, maar ook omdat er geen recht meer bestaat op de verhoogde vrijstelling voor lage inkomens, de ouderentoeslag.
Vermogensbelasting 2020
In 2020 zijn de schijven iets verlengd ten opzichte van 2019 door de inflatie en is ook de vrijstelling iets verhoogd. Een belangrijk punt is dat ook in 2020 de vermogensbelasting gebaseerd zal zijn op een verondersteld rendement en niet het werkelijke rendement dat u op uw spaargeld en vermogen maakt:
Door de Belastingdienst veronderstelde verdeling tussen sparen en beleggen in 2020
Welke belastingschijf | Uw vermogen | Verondersteld percentage aan spaargeld | Verondersteld percentage aan beleggingen |
Schijf 1: | < 30.846 euro | 100% | 0% |
Schijf 2: | 30.846 tot 103.643 euro | 67% | 33% |
Schijf 3: | 103.643 tot 1.036.418 euro | 21% | 79% |
Schijf 4: | >1.036.418 euro | 0% | 100% |
Als uw meer hebt gespaard voor later, gaat u mogelijk meer belasting betalen. Dit kunt u alleen compenseren door meer risico met uw spaargeld te nemen. Sommigen zeggen zelfs dat u voortaan gedwongen bent om te beleggen op de beurs. Maar zoals we allen weten is beleggen op de beurs ook omgeven met risico en kunt u uw spaargeld dus ook verliezen op de beurs. Op de beurs bestaat geen enkele garantie voor een hoog rendement.
Op basis van historische rendementen berekent de Belastingdienst dan hoeveel belasting er in welke schijf betaald moet worden. Deze percentages gaat u aan vermogensbelasting betalen in 2020:
- Schijf 1: 0%.
- Schijf 2: 0,54%.
- Schijf 3: 1,26%.
- Schijf 4: 1,58%.
Belasting op spaargeld 2022
De vrijstelling voor spaarders kan in 2022 kan oplopen tot 440.000 euro. De veronderstellingen daarbij zijn:
- Dat de berekende historische rente tegen die tijd 0,09% bedraagt en elke spaarder 400 euro belastingvrij mag ontvangen. Wie dit omrekent (400/0,09%) komt aan een vrijstelling van 440.000 euro. Heffingvrij vermogen wordt zo ingewisseld voor heffingvrij inkomen uit sparen.
- Beleggers meer vermogensrendementsbelasting gaan betalen.
- Leningen die zijn aangegaan om te beleggen zijn niet langer aftrekbaar in box 3 van de inkomstenbelasting.
Dit betekent enerzijds een vereenvoudiging van het systeem, maar anderzijds wordt het ook ingewikkelder omdat in 2020 bijgehouden moet gaan worden wie wat spaart en of belegt. Bovendien zal arbitrage spelen als u aan het einde van het jaar plotseling uw geld om te beleggen overboekt naar een spaarrekening, immers de belasting op sparen is lager dan de belasting op beleggen.
Conclusie belasting op spaargeld 2020 kan veel eenvoudiger
De belasting op spaargeld wordt in 2020 niet eenvoudiger en de heffingen blijven hoog. In 2022 verandert het systeem wederom waarbij meer gekeken zal worden naar het werkelijke rendement dat gemaakt wordt en waarbij de particuliere belegger veel meer gaat betalen.
Lees verder
Reacties
Monqiue Bos, 20-12-2017
Ik verkoop mijn huis op 29 december 2017 waardoor ik tijdelijk € 65000 overwaarde op mijn rekening heb voordat ik het uit ga geven aan een nieuwe keuken, stukje aflossing etc. Waar moet ik rekening mee houden?
Reactie infoteur, 23-08-2020
Beste Monqiue Bos,
Dat dit bedrag, als het niet in 2017 wordt uitgegeven, voor 2018 meetelt bij uw vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting. Uw overwaarde komt in dit geval dus terug bij uw belastingaangifte inkomstenbelasting 2018 (voorjaar 2019). Als per 1 januari 2020 nog geld op de rekening staat, telt dit mee voor de vermogensbelasting 2020 (belastingaangifte voorjaar 2021).
Jolanda, 25-01-2017
Deze vat ik niet, "Conclusie belasting op spaargeld 2017 kan veel eenvoudiger
De belasting op spaargeld wordt in 2017 niet eenvoudiger maar veel ingewikkelder. Bovendien gaat u al in 2017 mogelijk veel meer belasting betalen. Het kan ook heel eenvoudig: verlaag die 4% naar 3% in 2017. Ingewikkelde berekeningen zijn dan niet nodig en lijken nu alleen een middel om hogere vermogens extra belasting te laten betalen en een nieuwe progressieve belasting in te voeren".
Met name, "Het kan ook heel eenvoudig: verlaag die 4% naar 3% in 2017". Wordt hier mee bedoeld, besteed je vermogen en verlaag het tot 3 %?
Reactie infoteur, 09-05-2020
Beste Jolanda,
De belasting op vermogen wordt ingewikkeld gemaakt (zie artikel). Veel eenvoudiger is om het veronderstelde rendement op een lager maar vast percentage te zetten. Te beginnen met 3% of lager. Daar betaalt u dan 30% belasting over ofwel 0,9% in plaats van de 1,2% of meer.