Reclamebelasting en precariobelasting tarieven 2020
Reclamebelasting en precariobelasting zijn een grote ergernis van winkeliers, vergelijkbaar met de vermogensrendementsheffing voor particulieren. Reclamebelasting is van toepassing op openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Precariobelasting of precariorechten is van toepassing wanneer je voorwerpen op voor openbare dienst bestemde gemeentegrond hebt staan. Gemeenten hanteren hiervoor erg in kosten en opbouw wisselende tarieven.
Inhoud
Reclamebelasting
Reclamebelasting is van toepassing op openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Het gaat hierbij onder andere om reclameborden, banners, vlaggen, billboards, lichtbakens en neonreclame. Dit geldt zowel voor reclame die zich bevindt boven gemeentegrond als particuliere grond en wordt opgelegd aan winkeliers en uitbaters van horecagelegenheden. Details over wat precies belast wordt, wat de heffingsmaatstaf is en welk tarief wordt gehanteerd zijn terug te vinden in de belastingverordening van de betreffende gemeente. De kosten kunnen variëren van enkele tientallen euro's voor een vlag voor de winkel tot bedragen van maar liefst € 1800 euro voor een groot reclamebord in een winkelstraat. De belasting wordt ook opgelegd voor zaken waarvoor je deze niet zou verwachten. Een snackbar die een afvalbak buiten de deur zet moet hier bijvoorbeeld ook voor dokken.
Precariobelasting
Precariobelasting of
precariorechten is van toepassing wanneer je voorwerpen op voor openbare dienst bestemde gemeentegrond hebt staan. Anders dan bij reclamebelasting geldt dit dus niet voor voorwerpen die zich bevinden op particuliere grond. Details over wat precies belast wordt, wat de heffingsmaatstaf is en welk tarief wordt gehanteerd zijn terug te vinden in de belastingverordening van de betreffende gemeente.
Tarieven reclamebelasting 2020
De
tarieven voor de reclamebelasting lopen per gemeente erg uiteen. Bovendien rekent de ene gemeente per vestiging en de ander per m² reclame. In sommige gevallen wordt een meerprijs gerekend naarmate de waarde van het winkelpand hoger ligt. Een greep uit de tarieven van een aantal Nederlandse gemeenten:
- Delft: € 65,06 euro voor objecten van meer dan 0,5 tot en met 1,5 m² tot € 1.196.68 euro voor objecten van meer dan 90 m².
- Rotterdam: € 220,10 euro voor objecten tussen de 1 en 50 m² en € 28,90 per m² voor elke m² dat deze groter is dan 50 m²
- Waalwijk: € 625,65 euro per vestiging, gelegen in het kernwinkelgebied, € 311,00 euro per vestiging, gelegen in een aanloopstraat.
- Kerkrade: € 269,00 euro per uiting kleiner dan 1 m², € 430,00 euro voor uitingen groter is 1 m², maar kleiner dan 25m², € 668,00 euro voor uitingen groter dan 25 m².
- Dordrecht: afhankelijk van de WOZ-waarde van de onroerende zaak tussen de € 250,00 en € 500,00.
- Amsterdam: diverse verschillende tarieven gerekend per type reclame (verlicht/onverlicht/tijdelijk/permanent) per locatie (met onderscheid tussen Centrum, de ring rond het centrum en daar buiten).
Protest van winkeliers
Winkeliers en eigenaren van horecaondernemingen zijn op zijn zachtst gezegd niet blij met deze belastingen en hebben het gevoel dat zij als melkkoe voor de lokale overheid dienen. Het staat bovendien in schril contrast met de belofte van premier Rutte om de lokale lasten niet te laten stijgen. Eens in de zoveel tijd behaalt een ondernemer een kleine overwinning.
Enkele jaren geleden stapte een winkelier in Arnhem naar de rechter omdat zij het niet eens was met de haar opgelegde reclamebelasting. Het ging op een naambordje aan de voorzijde van haar pand. Een reclame-uiting moest volgens de belastingverordening van de betreffende gemeente een minimale omvang hebben van 0,1 m². Het bordje in kwestie was groter maar de rechter bepaalde dat alleen naar de belettering mocht worden gekeken en niet naar de volledige omvang van het blanco gedeelte van het bordje. De eiseres werd zodoende vrijgesteld van betaling van reclamebelasting.
Ook een parfumerie uit Amsterdam legt zich niet neer bij de regels. Aanvankelijk werd een dwangsom opgelegd in verband met reclame op de gevel van het pand in het centrum van de hoofdstad. De eigenaar stelt met de rug tegen de muur te staan omdat hij ook te maken heeft met de eisen van de producenten van de producten die hij verkoopt.
Bizarre heffingen van belasting voor ondernemers
De Telegraaf verzamelde enkele bizarre voorbeelden van heffingen. Zo kwamen onder andere de volgende gevallen voor:
- In de gemeente Hoorn kreeg een winkelier een rekening van € 1.700 euro voor een bord met een omvang van 6 m² waarop de openingstijden van zijn winkel staan aangegeven.
- Het hoogste OZB-tarief betalen winkeliers in Leiden. Als eigenaar van een pand ter waarde van € 300.000 euro word je jaarlijks voor € 1.100 euro aangeslagen.
- In Veenendaal wilde een winkelier zijn pand beter beveiligen en schafte speciale rolluiken aan. Hiervoor moest hij een extra belasting betalen.
- In Haarlem is het OZB-tarief met 10% verhoogd omdat de gemeente een gat in de begroting had.
- De gemeente Den Bosch rekent € 3,30 per strekkende meter luifel. Voor een zonnescherm gaat dit zelf om € 20 euro.