Belasting over spaargeld in 2019
Belasting over spaargeld in 2019. Het wordt ook wel vermogensrendementsheffing of vermogensbelasting genoemd en het is de belasting die je betaalt over het spaargeld dat je in het voorgaande jaar op al je rekeningen bij elkaar had staan. Waar voorheen nog gewerkt werd met een drempelbedrag geldt dit niet meer in 2019. Heb je maar een bescheiden spaartegoed dan zal hierover toch een klein bedrag aan vermogensrendementsheffing moeten worden afgedragen. Hoe meer spaargeld je hebt des te hoger het percentage dat moet worden betaald.
Vermogensrendementsheffing 2019
Belasting betalen over spaargeld: hoeveel is het?
Er is haast geen enkel soort bezit meer waarover je geen belasting hoeft af te dragen en ook met je spaartegoed ontkom je er niet aan. De
vermogensrendementsheffing of vermogensbelasting is hiervoor in het leven geroepen door de Belastingdienst. Het gaat om een heffing op het inkomen in de box Sparen en Beleggen uit Box 3 van de jaarlijkse belastingaangifte. Er wordt een percentage geheven, niet over je werkelijke rendement maar over een fictief voor iedereen gelijk gesteld rendement, want men gaat niet narekenen hoeveel winst je daadwerkelijk uit sparen hebt gehaald. Dat zou voor de Belastingdienst ondoenlijk zijn. Mogelijk is je tegoed met een veel hoger percentage afgenomen of is het het afgelopen jaar juist afgenomen. De afgelopen jaren is er wel iets gewijzigd in de manier waarop het fictieve rendement belast wordt.
Voordeel uit sparen en beleggen
Spaargeld valt in Nederland onder het '
voordeel uit sparen en beleggen'. In 2011 heeft er een verandering plaatsgevonden in de manier waarop de hoogte van de belasting wordt berekend die ook in 2019 zal blijven gelden. De belasting die moet worden betaald werd eerder opgemaakt door een vast percentage van 4% te nemen van het gemiddelde van de rendementsgrondslag op twee peildata, te weten 1 januari en 31 december. In 2019 wordt er net als in voorgaande jaren met maar één peildatum gemeten en dat maakt het wel wat overzichtelijker. Dat maakt het bovendien makkelijker om te zien of je een 'belastingvoordeel' kunt halen over een grote aankoop aan het einde van het jaar. Het bedrag dat je daaraan spendeert wordt immers een paar maanden later niet belast. Zo kan een schenking aan je kinderen of een aflossing wellicht voordelig uitpakken.
In 2019 wordt gewerkt met
drie schijven voor het berekenen van het fictief rendement. Over dit fictieve rendement wordt vervolgens 30% inkomstenbelasting ingehouden. Deze schijven zien er in 2019 als volgt uit:
Schijf | Spaartegoed | Percentage 0,13% | Percentage 5,60% | Percentage gemiddeld rendement |
1 | T/m € 71.650 | 67% | 33% | 1,935% |
2 | Van € 71.651 t/m € 989.736 | 21% | 79% | 4,451% |
3 | Vanaf € 989.737 | 0% | 100% | 5,60% |
Rekenvoorbeeld belasting over spaargeld in 2019
Valt je vermogen volledig in schijf 1 dan wordt over 67% van dit vermogen een fictief rendement van 0,13% genomen en over 33% een fictief rendement van 5,60%. Van dit bedrag wordt vervolgens 30% vermogensrendementsheffing ingehouden. Hoe dit gaat wanneer je een hoger vermogen hebt is uit bovenstaande tabel af te leiden. Heb je bijvoorbeeld een spaarsaldo van € 61.000 dan is de berekening als volgt:
- 67% van € 61.000 is € 40.870 ---> 0,13% is € 53,13
- 33% van € 61.000 is € 20.130 ---> 5,60% is € 1.127,28
- Totaal: € 1.180,41 ---> 30% is € 354,12
Geen drempelbedrag meer
Voorheen werd gewerkt met een drempelbedrag. Wie minder spaargeld had dan de hoogte van dit drempelbedrag (zo rond de € 25.000) hoefde in het geheel geen belasting te betalen. Dit werkte in de hand dat mensen kort voor de peildatum een deel van hun spaarsaldo elders stalden of een grote aankoop deden die laten geretourneerd werd om het spaarsaldo zo kunstmatig te verlagen. Vanaf 2019 is deze prikkel er niet meer omdat iedereen spaarbelasting betaalt. Alleen wie een laag spaarsaldo heeft betaalt weinig spaarbelasting.
Schenken, aflossen en lijfrente
Natuurlijk is het nog wel steeds mogelijk om er zelf voor te zorgen dat je minder spaarbelasting hoeft te betalen. Gaat het om grotere bedragen en vind je het zonde dat de staat meeprofiteert van jouw spaargeld? Eventueel zou je een schenking aan bijvoorbeeld je kinderen kunnen overwegen. Ook aflossen op een hypotheek of een storting op een lijfrentespaarrekening kunnen het spaarsaldo drukken terwijl je zelf invloed hebt op de bestemming van het geld.