Iemand aansprakelijk stellen
Als iemand ons schade heeft toegebracht, kunnen we hem aansprakelijk stellen en schadevergoeding eisen. Bij letselschade heeft men ook recht op vergoeding van niet-materiële schade in de vorm van smartengeld.
Wettelijke en contractuele aansprakelijkheid
Aansprakelijkheid vloeit voort uit de wet (
wettelijke aansprakelijkheid) of uit een overeenkomst (
contractuele aansprakelijkheid). Bij wettelijke aansprakelijkheid maken we verschil tussen schuldaansprakelijkheid en risico-aansprakelijkheid.
Of er daadwerkelijk sprake is van aansprakelijkheid moet blijken uit ons recht. Daartoe behoren niet alleen wetteksten maar ook de
jurisprudentie. Dat is de uitleg die rechters aan de wettekst geven ingeval van geschillen.
Wanneer is men aansprakelijk?
Aan de basis van ons aansprakelijkheidsrecht ligt artikel 162 uit Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (Art. 6:162 BW). In dat artikel is bepaald wanneer iemand aansprakelijk is als gevolg van zijn handelen of nalaten (persoonlijke aansprakelijkheid).
Men is
aansprakelijk voor zijn daden als aan
4 voorwaarden is voldaan:
- er moet sprake zijn van een onrechtmatige daad;
- de onrechtmatige daad moet aan de dader kunnen worden toegerekend;
- er moet sprake zijn van schade;
- er moet een oorzakelijk verband bestaan: de schade moet het gevolg zijn van de daad.
De onrechtmatige daad
Een gedraging is onrechtmatig als die gedraging inbreuk maakt op een recht van een ander, dan wel in strijd is met een wettelijke verplichting of de maatschappelijke zorgvuldigheid. Anders geformuleerd: iets doen wat niet hoort of iets nalaten wat wél hoort wordt beschouwd als onrechtmatig. Een verkeersdeelnemer die zich niet houdt aan de voorgeschreven snelheid, handelt in strijd met een wettelijke plicht. Maar een omstander die toeziet hoe iemand verdrinkt zonder in actie te komen, pleegt ook een onrechtmatige daad.
Risico-aansprakelijkheid
Men kan ook aansprakelijk worden gesteld voor de onrechtmatige daden van anderen én voor schade veroorzaakt door zaken. Dat noemt men risicoaansprakelijkheid of
kwalitatieve aansprakelijkheid. Aansprakelijkheid kan dus ook voortvloeien uit een bepaalde kwaliteit of hoedanigheid. Zo kunnen
ouders aansprakelijk zijn voor onrechtmatige daden van hun
kinderen en
werkgevers voor de onrechtmatige gedragingen van hun
ondergeschikten. De vraag of de ouder of werkgever in een concrete situatie zélf schuld draagt, is in dit verband niet relevant.
Schadevergoeding bij letselschade
In artikel 6:107 BW regelt de omvang van de
schadevergoeding bij letselschade. De benadeelde heeft recht op vergoeding van zijn vermogensschade en andere nadelen. Tot vermogensschade worden onder meer gerekend:
- medische kosten;
- kosten van blijvende invaliditeit;
- verlies van arbeidsvermogen;
- kosten voor huishoudelijke hulp.
Smartengeld
Naast het recht op vergoeding van vermogensschade kan een benadeelde ook recht doen gelden op smartengeld. Smartengeld is bedoeld als een vergoeding voor geleden schade niet zijnde vermogensschade (de zogenaamde niet-materiële schade) en bovendien is het een vorm van genoegdoening. Het slachtoffer heeft op die manier de genoegdoening dat er voor de dader ten minste een financieel nadeel aan verbonden is.
Hoewel aan het slachtoffer bij lichamelijk letsel smartengeld toekomt wijzen praktijkervaringen uit dat de hoogte van een smartengelduitkering voor een benadeelde vaak moeilijk is in te schatten, en niet alleen voor de benadeelde.
Gefinancierde rechtshulp
Wie zijn recht wil halen op een aansprakelijke tegenpartij moet zich daarvoor vaak juridische laten bijstaan door een advocaat. Vóór het zover is, kan men uiteraard eerst gratis uitgebreid advies vragen bij het Juridisch Loket (0900-8020). Een dergelijk advies kost u niets, maar begint u daarna een juridische procedure, dan kan dat aanzienlijke kosten met zich meebrengen. Een advocaat vraagt immers tegenwoordig al gauw een uurtarief van € 200,= . Mensen met een laag
inkomen kunnen eventueel in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de proceskosten via de gefinancierde rechtshulp.