Sportongevallen: wie waagt, wint niet altijd
Bij risicovolle sporten kan de verzekeraar in geval van een ongeval uitbetaling weigeren of verminderen. De meeste kosten voor verzekeraars worden echter veroorzaakt door heel normale sporten zoals voetballen, fietsen en skiën.
Wat zijn risicosporten?
Jaarlijks krijgen talloze sportbeoefenaren in Nederland een
ongeval tijdens het sporten. Niet zelden weigert de verzekeringsmaatschappij na een sportblessure om uit te betalen. De argumentatie luidt dan meestal: “risicosport”. Als de verzekering na zo’n sportongeval niet betaalt, kunnen de gevolgen rampzalig zijn. Een lichamelijke handicap als gevolg van een sportongeval kan tot enorme financiële onzekerheid leiden. Onduidelijk geformuleerde voorwaarden spelen de verzekeraars daarbij vaak in de kaart.
Sommige verzekeringsmaatschappijen maken in de praktijk onderscheid tussen absolute en relatieve sportrisico's. Als absolute waaghalzerij worden dan sporten aangemerkt als motorcross, downhill mountainbiken, skateboarden op wedstrijdniveau of boksen. De betrokken maatschappijen benadrukken echter dat het bij dergelijke opsommingen slechts gaat om voorbeelden. Het zijn geen uitputtende opsommingen.
Relatieve risico’s bij het sporten
Van relatieve sportrisico’s is volgens sommige ongevallenverzekeraars sprake als iemand de gebruikelijke regels of veiligheidsvoorschriften bij een sport in ernstige mate in de wind slaat. In beide gevallen, zowel bij relatieve als absolute sportrisico’s, kan de verzekering de uitbetaling korten of in bijzonder ernstige gevallen zelfs helemaal weigeren.
Veel sportbonden beschouwen opsommingen als hiervoor vermeld echter als een "achterdeurtje" voor de maatschappijen dat de mogelijkheid biedt om de regels tijdens het spel te veranderen en dat is niet fair. Uiteraard zijn de bonden absoluut doordrongen van eigen verantwoordelijkheid bij hun sporters, maar ze zijn van mening dat verzekeraars hun verzekerden met dit soort onduidelijke opsommingen blind in open mes laten lopen.
De grootste schadeposten bij sportbeoefening
Uitbetaling blijft doorgaans achterwege bij motorcrossongelukken. Andere grote schadeposten worden gevormd door downhillbiken en autorallye’s. Maar de grootste schadepost voor ongevallenverzekeraars ontstaat echter bij heel “normale” sporten zoals
fietsen (inclusief fietsritten naar het werk), voetbal en skiën. Maar het kan dan ook niet worden ontkend, een voetbaltoernooi tussen plaatselijke caféclubs is vaak risicovoller dan een goed geplande paraglidevlucht.
Dit zijn absolute risicosporten
Zoals al vermeld, zijn dit soort opsommingen niet compleet. Tot de absolute (en soms
onverzekerbare) risico´s worden ook andere sportactiviteiten gerekend met vergelijkbare risico's:
- autoracen en andere ritten op racecircuits, met uitzondering van bijvoorbeeld slipcursussen of rijvaardigheidstesten;
- bungeejumpen;
- boksen of soortgelijke wedkampen;
- bewust verbrijzelen van tegelplaten of dikke planken, bijvoorbeeld bij beoefening van de karatesport;
- race-evenementen met gemotoriseerde voertuigen, inclusief de trainingen daarvoor;
- downhill mountainbiken;
- skateboarden met wedstrijdkarakter;
- wedstrijdskiën;
- duiken dieper dan 40 meter.
Ook wintersport niet zonder risico
Miljoenen mensen vertrekken elk jaar weer naar de bergen voor de wintersport. Niet allemaal komen ze ook weer veilig terug: jaar na jaar betalen duizenden van hen het plezier op de hellingen met (vaak blijvende)
letselschade. De hulpafdelingen van de ziekenhuizen in de vakantieoorden lijken tijdens de kerstdagen en vooral in februari op ware veldhospitalen en chirurgen opereren er vaak tot laat in de nacht. Naast zelfoverschatting is gebrek aan conditie een van de belangrijkste risico's op de skipistes. Veel skiërs skiën tot ze de totale uitputting nabij zijn en als de spieren niet meer meewerken, gaat de controle juist bij enge en ijzingwekkende afdalingen snel verloren. Andere risicofactoren zijn:
- zich onopgewarmd in risicovolle afdalingen storten;
- ongeschikte kleding;
- onjuist of slecht onderhouden materiaal;
- overmatig alcoholgebruik: niet zelden brengt de kater na de après-ski party de volgende dag ongeluk.