Duurzaam bankieren veiliger dan regulier bankieren?
Door de kredietcrisis is duidelijk geworden dat banken en financiële instellingen geen garanties kunnen bieden en wel degelijk failliet kunnen gaan. Inmiddels is ‘duurzaam bankieren’ enorm in opkomst. Deze vorm van banken wordt als meer ‘ethisch’ beschouwd en zou meer zekerheid bieden. Het is echter nog maar de vraag of, en in hoeverre geld ook echt veiliger is bij duurzame banken dan bij gewone banken.
Depositogarantiestelsel
De garantieregeling van De Nederlandse bank is er voor vrijwel elke bank in Nederland. Wanneer een bank failliet gaat, treedt het depositogarantiestelsel in werking en spaarders kunnen tot een bepaalde hoogte hun spaargeld terug krijgen. Het fonds keert dan de spaargelden uit en alle aangesloten banken vangen het verlies van de failliete bank op. Vroeger werd bij een faillissement van een bank 20.000 euro gegarandeerd uitgekeerd, en van de volgende 20.000 euro werd gegarandeerd 90% uitgekeerd. Het garantiebedrag was dus maximaal 38.000 euro. Wie meer dan dat bedrag op zijn of haar rekening had staan was het bedrag boven de 38.000 euro kwijt. Vanaf 7 oktober 2009 is het gegarandeerde bedrag door de overheid echter verhoogd naar 100.000 euro, waarmee klanten dus een aanzienlijk hoger bedrag uitgekeerd kunnen krijgen bij een faillissement van een bank.
Minder risico’s
In 2009 zijn meerdere banken op de rand van een faillissement gekomen of zelfs daadwerkelijk failliet verklaard. Veel mensen zijn een deel van hun spaargeld kwijtgeraakt en er is vraag naar een veiligere vorm van bankieren en sparen. Met name voor mensen die meer dan 100.000 euro op één bankrekening hebben staan (en dus niet hun volledige gespaarde bedrag terugkrijgen vanuit het fonds) is het belangrijk meer zekerheid over het voortbestaan van hun bank te hebben.
Duurzaam bankieren lijkt hier op in te springen.
Duurzame banken
Duurzame banken nemen veel minder investeringsrisico’s, hebben geen absurde bonussen en ingewikkelde financiële producten. Om deze reden zijn ze stabieler en zullen waarschijnlijk veel minder snel failliet gaan dan ‘gewone’ of ‘oude’ banken. Geld lijkt dus zeker veiliger te zijn bij
duurzame banken. Er kleven echter ook een aantal nadelen aan duurzaam bankieren. Dergelijke banken doen niet aan investment banking en bieden daarom wel meer zekerheid en stabiliteit, maar maken zeer waarschijnlijk ook minder winst. Met andere woorden: de rente is lager waardoor spaargeld minder oplevert voor spaarders. Bovendien hebben ook duurzame banken wel degelijk last van de recesie en het is dan ook niet vanzelfsprekend dat er zondermeer winst gemaakt wordt.
Duurzaam bankieren in opkomst
Duurzaam bankieren wordt door steeds meer mensen gedaan en wordt ook steeds meer geaccepteerd en ‘gewoon’ gevonden. In 2008 is het totale duurzaam vermogen in Nederland met 8% gestegen, wat vooral toe te schijven valt aan de toename van het aantal duurzame spaartegoeden bij duurzame banken. Ook steeds meer grote, bestaande banken bieden (een vorm van) duurzaam bankieren aan, wat een enorme groei in van deze vorm van sparen teweeg heeft gebracht en daarmee ook aanzienlijk bijdraagt aan de verduurzaming van de samenleving.
Concluderend
Duurzaam bankieren lijkt dus wel degelijk veiliger dan ‘gewoon’ bankieren. De kans dat een duurzame bank failliet gaat is aanzienlijk kleiner, waardoor spaarders minder risico lopen geld te verliezen als gevolg van een faillissement van hun bank. Dergelijke banken lijken vooralsnog wel minder winst te maken dan reguliere banken, waardoor de rentepercentages iets lager zullen liggen. Hierdoor verliest een spaarder wat inkomen in de vorm van uitbetaalde rente over het spaarbedrag.