Spelen banken met het geld van klanten?
Banken hebben slechts de verplichting om een fractie van de gelden van hun klanten in kas te hebben, de rest mag in beleggingen en vermogensobjecten zitten. Maar hoeveel deze beleggingen waard zijn, hangt uiteindelijk af van het vertrouwen van de klanten in de banken.
Hoge rendementen lokken veel beleggers
Financieel jongleur Bernard Madoff zamelde gelden van
beleggers in en betaalde trouw hoge rendementen uit. Wat hij aan beleggingsopbrengsten tekort kwam, nam hij gewoon weg uit de aan hem toevertrouwde middelen. Door de zekerheid van die hoge behaalde rendementen, stroomden er steeds meer beleggingsgelden binnen, zodat hij zijn piramidespel vele jaren lang kon handhaven.
Hij leefde er goed van. Door zijn uitstekende connecties in financiële kringen, keken de toezichthouders weg. Toen Madoff uiteindelijk moest toegeven dat nog slechts een deel van het geld van zijn klanten aanwezig was, kreeg hij tot maximaal 150 jaar gevangenisstraf.
Het verschil tussen insolvent en niet liquide
Iedereen die over een bankvergunning (ook wel
banklicentie) beschikt, kan met het geld van klanten doen wat hij wil. Dat de bank niet genoeg liquide middelen heeft om de inleg van alle klanten terug te betalen is de norm. Banken hoeven momenteel in het eurogebied slechts een honderdste van de tegoeden van hun klanten in kas te hebben om die op korte termijn uit te betalen. Een verschil met het piramidespel van Madoff schuilt dus hierin dat een bank te weinig liquiditeit bezit om alle banktegoeden onmiddellijk uit te betalen. Maar in tegenstelling tot Madoff, moeten zij over voldoende vermogenswaarden beschikken om hun betalingsverplichtingen te dekken. Dat is theoretisch het verschil tussen niet liquide zijn en
insolvent zijn.
Wat is het vermogen van banken waard in geval van een bankrun?
Maar het verschil tussen niet liquide en insolvent zijn, is vaak meer theoretisch dan reëel. Het
vertrouwen in het bankwezen immers bepaalt niet alleen of de banken liquide zijn, maar ook wat de kredietvorderingen, de aandelen, de
obligaties en de derivaten waard zijn die ze met het geld van hun klanten verworven hebben. Als klanten hun spaargeld massaal op zouden eisen, dan is ook dat vermogen van banken ineens veel minder waard. Want als alle banken die vermogenswaarden plotseling te gelde zouden willen maken, stort de waarde daarvan in. Nagenoeg alle banken in de westerse wereld zouden recent failliet zijn gegaan als overheden en centrale banken hen niet massaal geholpen hadden.
Zijn banken door de staat ondersteunde piramidespelen?
Je zou dus het bankwezen als een door de staat gedoogd en gereguleerd piramidespel met mogelijk sneeuwbaleffect kunnen beschouwen. Anders dan bij Madoff staan belastingbetalers en centrale banken altijd klaar om geld bij te passen als spaarders de proef op de som zouden nemen en hun geld zouden opeisen.
En gaat er ergens in de Eurozone een bank failliet, dan hoeven zich spaarders geen zorgen te maken. Want hun spaartegoed is door de staat tot een bedrag van 100.000 euro gegarandeerd. Althans in theorie. Want in het allerergste geval zijn ook staten niet in staat om alle spaarders van
systeemrelevante banken uit te betalen. In dat verband heeft een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Vrijhandelsassociatie EVA begin 2013 voor heel wat opschudding gezorgd. Dat heeft geoordeeld dat een staat niet hoeft bij te springen als het nationale depositogarantiestelsel bij een grote crisis aan zijn grenzen raakt.