Doorlopend krediet
Bij een doorlopend krediet kan men tot een limietbedrag geld opnemen, zaken kopen of diensten afnemen.
Definities
Het maandelijks termijnbedrag is meestal 2 tot 3% van de limiet of het uitstaand saldo. Deze bestaat uit aflossing en kredietvergoeding. Er is een minimale betalingsverplichting, waarbij extra aflossing is toegestaan. Anders dan bij aflopend krediet zijn er geen administratiekosten. De kredietgever draagt meestal het overlijdensrisico. De limieten variëren van € 1000 tot € 25000 en meer. Bij een bedrag van € 5000 wordt dan maandelijks in elk geval € 100,- terugbetaald. Er wordt dan vaak gesproken over een theoretische looptijd: dit is als het volledige bedrag wordt opgenomen en daarna geen opnames meer plaatsvinden. Bij een effectief rentepercentage van 6,9% zou dat dan 59 maanden zijn. Totaal is dan € 5886 terugbetaald.
De maximum looptijd wordt begrensd door de leeftijd in verband met het overlijdensrisico. De theoretische looptijd is de looptijd waarbinnen aan alle verplichtingen is voldaan. Tussentijdse wijzigingen zoals extra aflossingen, verandering van tarief en vervolgopnames veranderen deze looptijd. De overeenkomsten kennen een afbouwregeling vanaf een bepaalde leeftijd, bijv. 60 jaar, zodat het uitstaand saldo op de einddatum geheel is voldaan.
Het uitstaand saldo is de totale schuldpositie aan begin van lopend termijn plus kredietvergoeding over lopend termijn. Bij een uitstaand saldo van 0 blijft de kredietfaciliteit in stand, soms mag het zelfs positief zijn (dat noemen we een spaartegoed). Tenzij de lening wordt aangegaan voor de eigen woning is de rente van het opgenomen bedrag niet aftrekbaar.
Bij een aflossingsvrije periode wordt de eerste jaren uitsluitend rente betaald.
Verschil geldkrediet en goederenkrediet
Bij een doorlopend geldkrediet is de overeenkomst inclusief opnameformulieren of een pinpas. Bij een doorlopend goederenkrediet wordt gewerkt met een vaste klantenkaart.
Verschil vast en variabel doorlopend krediet
Bij een vast doorlopend krediet wordt het termijnbedrag uitgedrukt in een percentage van de limiet. Het variabele doorlopend krediet kent een wisselend termijnbedrag, als percentage van het uitstaand saldo, maar wel een minimum termijnbedrag.
Opnamerestricties
We onderscheiden:
- de blokkeernorm: soms wil de kredietgever niet dat het saldo voortdurend tegen de limiet aanzit. De kredietgever moet dan eerst aflossen tot een bepaalde grens voordat hij weer mag opnemen. Dit bedrag wordt uitgedrukt in een aantal termijnbedragen (de blokkeernorm of opnamerestrictienorm).
- de permanente opnamerestrictie: de kredietnemer mag helemaal niet meer opnemen, bijv. als de financiële situatie verslechterd of als de terugbetaling twijfelachtig is. De vorm verandert dan in een aflopend krediet.
Creditkaartkrediet
Een creditcardkrediet is een kredietfaciliteit, waarbij het uitstaand saldo van de creditcard in termijnen wordt terugbetaald. Bovendien is de creditcard gefaciliteerd voor geld opnemen.
Doorlopend goederenkrediet
Daarbij kennen we:
- het postorder- en verzendhuiskrediet, waarbij de kredietgever meestal een financieringsdochter is.
- de kredietfaciliteit op vaste klantenkaarten (private labels). Deze is beperkt tot goederen en diensten die bij de uitgevende detailhandelaar (leverancier) te koop zijn.