Omgekeerde hypotheek
Lage rente verleidt burgers vaak om een te duur huis te kopen. Daardoor komt de vermogensopbouw in het gedrang. Wie later een te laag pensioen ontvangt, heeft nauwelijks mogelijkheden om zijn bezit te verzilveren.
Eigen huis blijft populaire belegging
Een eigen dak boven het hoofd is zonder twijfel nog steeds de meest populaire
geldbelegging. Dat is niet zo verwonderlijk omdat de meeste mensen met het eigen huis positieve gevoelens associëren:
- niet alleen creëren ze zich op die manier een thuis naar hun zin, ze ervaren maandlasten niet als vervelende huurbetalingen, maar beschouwen deze kosten ondanks de rente die ze aan de bank verschuldigd zijn, eerder als een solide vermogensopbouw;
- en ze leven ook in de veronderstelling om iets van waarde te creëren wat ze te zijner tijd aan kinderen en kleinkinderen kunnen doorgeven.
Waardevermindering speelt parten
Zo begrijpelijk als het eerste punt is, zo discutabel is het laatste aspect. Waren woningen in stedelijke gebieden tot voor kort ware goudmijnen, huizen op het platteland daarentegen worden steeds vaker geassocieerd met
waardevermindering. Dat merken niet alleen de erfgenamen, maar ook eigenaren die de waarde van hun huizen op hun oude dag willen verzilveren, omdat het pensioen niet volstaat. Het aantal van deze gevallen stijgt al jaren en als de woningmarkt niet aantrekt, zal dit probleem de komende twee tot drie decennia nog sterker spelen. Dat blijkt uit het volgende voorbeeld.
Onroerend goed verzilveren vanwege (te) klein pensioen
Een zelfstandig musicus is 70 jaar oud en woont met zijn partner in een huis dat de man 15 jaar geleden van zijn ouders heeft geërfd. Het pand heeft de
financiële crisis goed doorstaan, maar voor onderhoud en reparatie is helaas geen geld meer beschikbaar. Maar erger nog dan het afbrokkelende pleisterwerk, zijn de magere pensioenen van het stel. De twee senioren moeten van € 1500 per maand rondkomen, en dat is bij de huidige prijzen zeker geen pretje. Daarom vraagt de man zich af of hij het huis niet in een of andere vorm kan verzilveren.
Omgekeerde hypotheek niet reëel voor huiseigenaren
Stel, het pand is ongeveer 250.000 euro waard. Het verheugend feit dat het huis
vrij van schulden is, brengt menigeen op het idee dat het mogelijk moet zijn, om het bezit te gelde te maken. Stel je voor dat je van de bank of iemand anders die goed in de slappe was zit, elke maand bijvoorbeeld 1.000 – euro kan krijgen en jij je huis daarvoor in onderpand geeft. Je bezit langzaam opeten dus. Op papier ziet dat er geweldig uit, maar het idee is in de praktijk moeilijk utvoerbaar. Wie wil weten waarom, hoeft zich maar enkele minuten te verplaatsen in de rol van de geldschieter.
Waarom omgekeerde hypotheek niet van de grond komt
De
bank of een particulier geeft de gepensioneerde musicus elke maand de verlangde duizend euro. De rente als gevolg van deze transactie, bijvoorbeeld 4 procent per jaar, zal telkens aan het eind van het jaar op de rekening worden bijgeschreven. Feitelijk is de hele constructie niets anders dan een ordinair spaarplan.
Looptijd en eindbedrag
Het enige delicate aan de hele transactie zijn de looptijd en het eindbedrag. Hoe lang moeten de briefjes van duizend op tafel komen? De musicus is er om voor de hand liggende redenen alleen maar in geïnteresseerd dat de betalingen zo lang mogelijk doorgaan. De belegger zal om heel andere redenen willen weten wanneer het saldo hoger zal zijn dan de waarde van het huis. Dat is het geval na 15 jaar en 3 maanden. Op dat moment is er op de rekening, afhankelijk van hoe je het bekijkt, een tegoed respectievelijk een schuld van 251.000 euro. Maar dan?
- moet je als belegger stoppen met betalen?
- kan je de inmiddels 85-jarige man uit zijn huis zetten en het pand verkopen voor 251.000 euro?
- moet de musicus in voetgangersdomeinen balalaika spelen om de geldgever maandelijks de rente van 837 euro in de handen te kunnen drukken?
De vragen mogen wellicht hard overkomen, maar de antwoorden zijn de reden waarom het fenomeen "omgekeerde hypotheek" in ons land als “discutabele handel” wordt beschouwd en niet echt van de grond komt.