Wat houdt de Wet werken naar vermogen (WWNV) in?
Om mensen te stimuleren om zoveel mogelijk te blijven werken, gaat de Wet werken naar vermogen per 1 januari 2013 ingesteld worden. Deze wet moet in de plaats komen van onder andere de WSW, WIJ en de Wet Wajong. De wet moet gaan gelden voor iedereen die arbeidsongeschikt raakt na 1 januari 2013.
De Wet werken naar vermogen moet meer duidelijkheid verschaffen over de rechten en plichten van de arbeidsongeschikten. De wet vervangt geheel of gedeeltelijk vier wetten. Doordat er meerdere wetten zijn, ontstaat er verwarring en onduidelijkheid over wat de arbeidsongeschikte krijgt en wat hij niet krijgt. De wet moet gaan gelden voor mensen die arbeidsongeschikt zijn geraakt na 1 januari 2013, en die nog wel gedeeltelijk kunnen werken. Onderstaande wetten zouden door de WWNV moeten worden vervangen:
- Wet investeren in jongeren (WIJ)
- Wet op de sociale werkvoorziening (WSW)
- Wet werk en bijstand
- Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)
In bepaalde gevallen moet het mogelijk blijven om een beroep te doen op de Wet Wajong en de WSW. De Wet Wajong moet blijven gelden voor jonggehandicapten die niet kunnen werken, en de WSW moet blijven gelden voor werknemers die afhankelijk zijn van werkvoorzieningen (sociale werkplaatsen).
Voordelen van de Wet werken naar vermogen
Iedereen die arbeidsongeschikt raak, komt in dezelfde situatie terecht. Ze moeten beoordeeld worden aan de hand van deze wet. In veel gevallen zal het waarschijnlijk ongunstiger uitvallen voor de arbeidsongeschikte, maar er bestaat wel meer duidelijkheid vanaf het begin.
Verschillen tussen Wajong en de Wet werken naar vermogen?
De Wajong is gericht op het belang van de jonggehandicapte, de Wet werken naar vermogen kijkt meer naar het financieel plaatje. In het geval de jonggehandicapte nog kan werken, wordt dit ook van hem of haar verwacht. Er wordt vanuit gegaan dat de jonggehandicapte in zijn eigen onderhoud kan voorzien. Indien hij of zij niet werkt, worden de regels toegepast die ook gelden voor de bijstand. Er zal wel een stimuleringsregeling komen voor werkgevers om het interessant te maken om mensen in dienst te nemen die in de Wet werken naar vermogen zitten..
Beoordeling vanaf 1 januari 2013
Zoals het nu lijkt (visie per oktober 2011). Zal de instroom als volgt plaatsvinden. In eerste instantie zal beoordeeld moeten worden of de arbeidsongeschikte nog arbeid kan verrichten. Indien dit het geval is, komt hij of zij in de WWNV terecht. Er komt een recht op een uitkering op het bijstandsniveau. In het geval de partner een inkomen heeft, wordt dit inkomen meegenomen in de beoordeling of er recht bestaat op een uitkering. Daarnaast zal er ook gekeken worden naar het vermogen van de rechthebbende en eventueel de overwaarde van het huis. Dit wordt veroorzaakt door de toepassing van de normen van een bijstandsuitkering.
Als blijkt dat de arbeidsongeschikte niet kan werken, kan er recht bestaan op een Wajong uitkering. Werknemers die alleen kunnen gaan werken in een beschutte omgeving (bijvoorbeeld een sociale werkplaats), krijgt een indicatie “beschut werken”.
Sollicitatieplicht voor gerechtigden conform de Wet werken naar vermogen
Deze groep mensen worden gelijkgesteld aan mensen die recht hebben op een bijstandsuitkering. Hier vloeit uit voort dat ze recht hebben op het sociaal minimum. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de gezinssamenstelling en kan oplopen tot 100 procent van het minimumloon. De uitkeringsgerechtigde heeft een sollicitatieplicht om zo snel mogelijk weer uit de Wet werken naar vermogen te komen.