Afschrijving berekenen
Alle ondernemers (en sommige particulieren) krijgen ermee te maken: het berekenen van de afschrijving van bedrijfsmiddelen, zoals machines, computers, apparatuur en auto’s. Hoeveel mag je afschrijven en hoe werkt het berekenen van de afschrijving? Dit artikel geeft informatie over de afschrijving van bedrijfsmiddelen als onderdeel van de boekhouding. Voor particulieren werkt de berekening op dezelfde wijze.
Kosten verdelen bij afschrijving
Bedrijfsmiddelen (machines, computers e.d.) hebben een langere levensduur dan een jaar. Daarom mogen de kosten worden uitgesmeerd over de jaren waarin het product wordt gebruikt. In elk jaar kan er een deel van de kosten van de opbrengsten worden afgetrokken. Om te kunnen afschrijven op een bedrijfsmiddel, moet eerst de jaarlijkse afschrijving worden berekend.
Afschrijving berekenen
Lineaire methode
De methode die het vaakst wordt gehanteerd om de afschrijving van bedrijfsmiddelen te berekenen is de lineaire methode. Dit houdt in dat ieder jaar hetzelfde bedrag wordt afgeschreven. De berekening van de afschrijving is de volgende:
Afschrijving per jaar (aanschafkosten – restwaarde): vermoedelijke gebruiksduur
Aanschafkosten
De aanschafkosten bestaan niet alleen uit de aanschafprijs, maar ook uit aankoop- en installatiekosten. Daar moeten subsidies er kortingen van af worden getrokken.
Restwaarde: wat is restwaarde?
De restwaarde bepaalt wat een bedrijfsmiddel (bijvoorbeeld een auto) nog waard is na een aantal jaren. Neem het voorbeeld van een auto. Sommige auto’s behouden hun waarde niet, terwijl andere, populaire auto’s een minder grote afschrijving hebben en redelijk waardevast zijn. Je kunt advies inwinnen bij de leverancier of een ander expert. Hij kan bepalen wat een bedrijfsmiddel na verloop van tijd nog waard is.
Vermoedelijke gebruiksduur bedrijfsmiddel
In principe gaat het om de technische levensduur van een periode: de periode tot het bedrijfsmiddel versleten is. Je kunt echter ook kiezen voor de economische levensduur. Dat is de levensduur tot het bedrijfsmiddel geen economisch nut meer heeft voor de onderneming. Er mag maximaal 20% per jaar worden afgeschreven. De vermoedelijke gebruiksduur is daarom minimaal vijf jaar.
Afschrijving berekenen: voorbeeld
Je koopt een laptop van € 2.000 waarvan de vermoedelijke gebruiksduur 5 jaar bedraagt. De laptop is dan nog € 150 waard. De afschrijving is 308 euro per jaar.