Goud de volgende zeepbel?
De groeiende belangstelling voor goud als beleggingsvorm komt voor een deel voort uit de scepsis van beleggers tegen papiergeld. Papiergeld is er al vele eeuwen, maar de ongedekte variant is een experiment dat nog geen 40 jaar oud is, terwijl goud en zilver al eeuwenlang hun waarde bewijzen. Toch is een waarschuwing op zijn plaats.
Goudvoorraden bij centrale banken
Bij centrale banken vindt momenteel een herbezinning plaats. Stonden die vele jaren aan de verkoopkant, inmiddels vinden er steeds minder verkopen plaats, en een aantal centrale banken, zoals de Chinese houdt zich zelfs bezig met
goudaankopen, wat de prijsstijging ondersteunt.
In de afgelopen 60 jaar vond wat dat betreft een interessante ontwikkeling plaats. Hielden de centrale banken in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog ongeveer 70% van de totaal beschikbare geldhoeveelheid in goud aan, de 29.698 ton in 2009 vertegenwoordigden nog slechts een fractie van ongeveer 20%. Pas de laatste tijd begint die trend weer een beetje te keren. Overigens beschikken de VS, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Duitsland (in die volgorde) over de grootste goudreserves ter wereld.
De prijs van goud
Ten aanzien van de prijsvorming is duidelijk dat de goudprijs vooral in tijden van een negatieve
reële rente, dus de rente na aftrek van inflatie, stijgt. Veel beleggers die de sterke prijsstijgingen sinds 2001 (toen kostte een ounce nog slechts 256 dollar, nu ongeveer 1.750 dollar) gadeslaan, vragen zich bezorgd af of er niet lang sprake is van een “gouden zeepbel”. Enkele voortekenen daarvan zijn er al: de media berichten kritiekloos en bijna euforisch over de ontwikkelingen op de goudmarkt en zelfs de economische vakbladen beginnen plotseling over goud te schrijven.
De “kleine man” wil per se ook daarbij zijn en de banken misbruiken dit gegeven door een groot aantal nieuwe beleggingsproducten voor deze sector te creëren. Een verdere versnelling van deze bullmarkt kan uiteindelijk alleen maar leiden tot een speculatieve zeepbel die ooit een keer uit elkaar zal spatten. De euforie bij veel beleggers kent immers geen grenzen meer en in de slotfase zal in alles worden geïnvesteerd wat ook maar enigszins de naam “goud“ draagt.
Zeepbel in goud moeilijk te herkennen
In dat opzicht is de “goudbel” niet anders dan andere zeepbellen, zoals die in de aandelenmarkt of de onroerend goed markt. Maar feit is wel dat die “goudbel” moeilijker te herkennen is omdat er geen maatstaf voor het bepalen van een redelijke prijsstelling bestaat.
In de vastgoedsector kennen we diverse koopprijsfactoren die een indicatie geven of een object als duur, passend of goedkoop wordt beoordeeld. En ook op aandelenmarkten bestaan er meerdere indicatoren om deze vraag te beantwoorden. Aangezien echter goud geen inkomsten oplevert, kan men daarbij geen vergelijkbare beoordelingsnormen hanteren, maar is men erop aangewezen om historische vergelijkingen te maken, wat natuurlijk onbevredigend is.
De goudmarkt is geen éénrichtingsverkeer
Een waarschuwing is op zijn plaats. Weliswaar neigt de lange-termijn-trend voor de
prijs van goud naar omhoog, maar ooit zal er een tijd komen dat men beter afscheid neemt van zijn goudposities. Niet vandaag, niet morgen en ook niet overmorgen, maar ongetwijfeld kómt dat moment ergens in de toekomst. Want ook de goudmarkt is geen éénrichtingsstraat en het is zaak dat u op dat moment de situatie goed herkent en niet teveel vertrouwt op de “goedweerprofeten” die u alleen vertellen wat u wilt horen.