De grootste financiele crisis: de Tulpenmanie
De kredietcrisis van 2008/2009 heeft veel indruk gemaakt in Nederland en wereldwijd. De economie kromp met alle gevolgen van dien. Deze crisis was echter niets vergeleken met de Tulpenmanie.
In de jaren tussen 1634 en 1637 woedde er een grote crisis in ons land (Holland en Utrecht). Ook hierbij was er sprake van een bubbel die uiteindelijk uiteen spatte. Iedereen wou een graantje meepikken en stapte ook in de tulpenbollen waardoor de waarde van de bollen enorm steeg. Uiteindelijk was een tulpenbol te vergelijken met een klomp goud van tegenwoordig. Iedereen had hoge verwachtingen van de waardeontwikkeling en sprong in de bollen om ook grote rendementen in een korte periode te maken.
Eén bol meerdere jaarsalarissen
Uiteindelijk vertegenwoordigde één bol een waarde van meerdere jaarsalarissen. Dit is te vergelijken met constant stijgende
beurskoersen. Op den duur gaat iedereen proberen om mee te liften op deze lucratieve investering. Uiteindelijk is de waarde van een aandeel zo hoog dat deze uiteindelijk moet inzakken. Dit zou ook kunnen gebeuren met huizenprijzen die maar blijven stijgen door een tekort aan woningen. Zodra dit tekort wegvalt, zakken de prijzen ook sterk. Dit geldt in nog sterkere mate voor investeringen in zaken die nauwelijks toegevoegde waarde hebben, zoals tulpenbollen.
Waarde van één tulpenbol in 1634 - 1637
Volgens wikipedia was een tulpenbol in die tijd net zoveel waard als een grachtenpand in Amsterdam, of twintig jaarsalarissen van een vakman. Deze waardeontwikkeling werd ook wel bollenrazernij of bollengekte genoemd. Er werd zelfs gehandeld in opties die gericht waren op de prijsontwikkeling van deze bollen. Vooral de felgekleurde tulpen waren populair en zeer waardevol.
De waardeontwikkeling van de tulpen
De Franse hofdames hebben de tulpen hun waarde gegeven. Begin 17e eeuw stegen de prijzen doordat de hofdames grote bedragen betaalden voor de bloemen. In de loop van 1600 stegen de prijzen steeds sterker en leek het een goede investering te zijn. In 1623 werd er duizend gulden betaald voor één tulpenbol. De slimme handelaren kochten de bollen goedkoop op en verkochten ze door met winsten van duizenden euro’s per maand. De waarde was wel sterk afhankelijk van het soort bol. Voor de Semper Augustus werd in 1935 een recordbedrag van 6000 gulden betaald.
De handel stortte ineen
Uiteindelijk moest een keer het moment komen dat de prijzen ineen gingen zakken. Op dat moment ontstond er grote onrust. Gemaakte afspraken werden gebroken en handelaren probeerden onder gesloten contracten uit te komen. Handelaren die op dat moment nog bollen hadden probeerden deze nog te slijten voordat de prijzen nog verder gingen zakken. Om toch van hun handelswaar af te komen, namen ze genoegen met lagere bedragen. Hierdoor is er een neerwaartse spiraal ontstaan met steeds verder dalende prijzen.