Financiele kengetallen (Ratio's)
Boekhouding dient ervoor om een bedrijf te sturen. Een verkeerde sturing van het bedrijf valt op te maken uit de cijfers. In dit artikel een duidelijke uitleg over hoe u dit kan doen. Liquiditeitskengetallen, solvabiliteitskengetallen,rentabiliteitskengetallen en activiteitskengetallen komen uitgebreid aan bod.
Financiele kengetallen zijn getallen die uit de jaarcijfers (Balans* o.a.) van een onderneming gehaald kunnen worden en waaruit de financiele status benaderd kan worden. Een bedrijf kan hieruit duidelijk afleiden of de sturing van de onderneming goed gaat en er geen financiele kloven ontstaan.
Bij kengetallen onderscheiden wij de volgende kengetallen:
- Liquiditeit, het vermogen om korte schulden af te betalen.
- Solvabiliteit, het vermogen alle schulden af te lossen.
- Rentabiliteit, het vermogen om inkomen te generen.
- Activiteit, het vermogen om geinvesteerd geld actief in te zetten.
Liquiditeit
De maatstaven van liquiditeit zijn de korte passiva met de korte activa. Zo komt een onderneming te weten of het haar kortlopende schulden kan aflossen. Als een bank dwingt om een korte schuld te voldoen, zal een bedrijf eerst de kas aanspreken, vervolgens debiteuren aanspreken of anders proberen voorraden sneller te verkopen. De verhouding tussen vlottende activa en het kort vreemd vermogen gaan we dan bekijken. Dit noemt men de Current Ratio.
| Vlottende Activa |
Current Ratio = | / |
| Kort Vreemd Vermogen |
Hoe hoger de vlottende activa in relatie tot het kort vreemd vermogen hoe beter. Soms worden ook de voorraden buiten beschouwing gelaten. Voor sommige bedrijven zijn voorraden niet zomaar verkocht. Bij bijvoorbeeld supermarkten vliegt het de winkel uit, maar bij een juwelier kunnen sieraden maanden in de vitrines liggen. Daarom kan een juwelier niet zijn voorraden meenemen om korte schulden af te betalen. Hij berekent dan de Quick Ratio.
| Vlottende Activa - Voorraden |
Quick Ratio = | / |
| Kort Vreemd Vermogen |
- Gouden balansregel: De vaste Activa en de vaste kernen van de vlottende actia moeten gefinancierd zijn met eigen en lang vreemd vermogen.
- Onthoud altijd dat het moment-opnames zijn. Per dag kan het binnen een onderneming anders zijn.
Solvabiliteit
Dit is het vermogen van een onderneming om op lange termijn haar schulden af te lossen. Het bekende solvabiliteitskengetal is de Debt Ratio. Hierbij wordt het vreemd vermogen gerelateerd aan het totale vermogen.
| Vreemd Vermogen |
Debt Ratio = | / |
| Totaal Vermogen |
Solvabiliteit wordt berekend aan de hand van stabiele grootheden en daarom lijkt solvabiliteit op basis van een balans betrouwbaarder te bepalen dan de liquiditeit. Veel hangt af van de waarde van de activa,als de activa bij een plotselinge uiverkoop maar een fractie van hun belanswaarde opbrengt, is een solvabiliteit van 3/4 eigen vermogen nog slecht.
Rentabiliteit
Dit is het vermogen om inkomen te verwerven voor haar vermogensverschafers. Verschaffers van vreemd vermogen ontvangen rente en verschaffers van het eigen vermogen ontvangen winst. Of een bedrijf haar rente kan betalen wordt bekeken door de rentedekkingsfactor.
| Winst voor Belasting + Rente | | Bedrijfsresultaat |
Rentedekkingsfactor = | / | = | / |
| Rente | | Rente |
Maar niet alleen of de rente betaald kan worden is van belang, ook de hoeveelheid rente die betaald wordt. Dit komt tot uitdrukking in de rentabiliteit van het vreemd vermogen, de RVV.
| Rente |
RVV = | / |
| Gemiddeld Vreemd Vermogen |
RVV is de gemiddelde kostenvoet van het vreemd vermogen. Wat minstens zo belangrijk is als de RVV is de RTV. Dit is hoeveel rendement het bedrijf behaalt met haar totale geinvesteerde vermogen, oftewel de rentabiliteit van het totale vermogen, RTV.
| Rente+ Winst voor de Belasting |
RTV = | / |
| Gemiddeld totaal Vermogen |
Het geeft het rendement van het hele bedrijf aan. Een RTV van bijvoorbeeld 12% wil zeggen dat het bedrijf van elke euro die geinvesteerd is, aan het van het jaar E1,12 heeft gemaakt. Het volgende is voor eigenaren van een bedrijf ook belangrijk. de rentabiliteit van het eigen vermogen, de REV. De winst wordt gerelateerd aan het eigen vermogen, omdat er over de winst belasting betaald moet worden heb je twee soorten REV.
| Winst voor Belasting |
REV vb = | / |
| Gemiddeld Eigen Vermogen |
| Winst na Belasting |
REV nb = | / |
| Gemiddeld Eigen Vermogen |
De RTV en de RVV bepalen samen de REV. De winst is altijd de 'rest' die overblijft nadat alle kosten en de rente zijn afgetrokken.
Activiteit
hierbij wordt aangegeven hoe snel het in activa geinvesteerd vermogen wordt omgezet in geld. Dit kan bekeken worden voor afzonderlijke groepen, maar ook voor alle groepen samen. De activiteitsratio voor de gezamelijke activa is de omzetsnelhied van het totale vermogen.
| Omzet |
Omzetsnelheid totaal vermogen = | / |
| Gemiddeld Totaal Vermogen |
De winstmarge is de verhouding tussen het bedrijfsresultaat en de omzet.
| Bedrijfsresultaat |
Winstmarge = | / |
| Omzet |
| Bedrijfsresultaat |
Rentabiliteit Totaal vermogen = | / |
| Gemiddeld Totaal Vermogen |
Uit de formules volgt het volgende:
Rentabiliteit totaal vermogen = Omzetsnelheid x Winstmarge