Bedrijfsanalyse
Om een bedrijf te kunnen beoordelen is het zaak te kijken naar het jaarrapport, met de balans en de resultatenrekening. Belangrijkste gegevens daarbij zijn de financiële ratio's.
Jaarrapport
(inhoud wordt bepaald door de wet):
- Kengetallen
- Preadvies RvC
- Jaarverslag RvB
- Jaarrekening
- Grondslagen
- Geconsolideerde jaarrekening (samenvoeging met moedermaatschappij)
- Resultatenrekening
- Kasstroomoverzicht
- Toelichting
- Vennootschappelijke jaarrekening
- Balans
- Resultatenrekening
- Toelichting
- Overige gegevens
- Accountantsverklaring
- Winstbestemming
- Belangrijke financiële informatie NA balansdatum
- Organisatiestructuur en Overzicht Deelnemingen
- Historisch overzicht
- Activiteitenoverzicht (PR-hoekje)
Bij het vergelijken van ondernemingen moet je rekening houden met verschillende vormen van presenteren.
Balans
De balans isde financiële positie op een bepaald moment, met
- aan de debetzijde aanwezige vaste (materieel, immaterieel (goodwill) en financieel) en vlottende (voorraden) activa, zoals bezittingen (boekwaarde/afschrijvingen) en vorderingen en
- aan de creditzijde (passiva) hoe de activa gefinancierd zijn, met eigen vermogen, voorzieningen en lang en kort vreemd vermogen: nominaal.
Debetzijde = creditzijde.
Resultatenrekening
De resultatenrekening is een winst- en verlies-rekening, over een geheel boekjaar.
Bedrijfsopbrengst (o.a. omzet) – bedrijfslasten (kosten/afschrijvingen) = bedrijfsresultaat (EBIT).
Financiële ratio’s
- Liquiditeit: in welke mate bedrijf in staat is aan kortlopende verplichtingen te voldoen (current ratio, quick ratio, net working capital ratio, omloopsnelheid).
- Solvabiliteit: in welke mate bedrijf in staat is aan ALLE verplichtingen te voldoen (solvabiliteitsratio, gearing, debt-to-assets ratio, interest coverage ratio).
- Rentabiliteit: verhouding tussen resultaat en het gemiddeld aanwezige vermogen (rentabiliteit van totaal vermogen, rentevoet van vreemd vermogen, rentabiliteit van eigen vermogen).
Hefboomeffect
Hefboomeffect (financial leverage): door het aantrekken van vreemd vermogen de rentabiliteit van het eigen vermogen verbeteren. Zolang iedere € totaal vermogen meer oplevert dan een € vreemd vermogen kost, is het aantrekkelijk om (meer) vreemd vermogen aan te trekken.
Gaat goed zolang RTV (rentabiliteit totaal vermogen) > RVV (rentabiliteit vreemd vermogen). Is dat niet meer het geval dan werkt het genadeloos andersom: molensteen- of koude-douche-effect.
Spanningsveld tussen solvabiliteit en retabiliteit: zo lang het goed gaat is het voor de rentabiliteit bevorderlijk om zo min mogelijk EV te hebben.
Operationeel hefboomeffect (operating leverage): vaste kosten / variabele kosten -> hoe hoger de waarde des te sneller zal de winst stijgen bij uitbreiding van de productie.