Europa: kopen en verkopen van Europese staatsobligaties
Er valt veel geld te verdienen met de koop en verkoop van Europese staatsobligaties. Er is de laatste jaren veel aandacht voor de handel in staatsobligaties van de verschillende Europese landen. Als gevolg van de Kredietcrisis moesten veel landen als Griekenland, Italië, Portugal, Spanje en Ierland een veel hogere rente betalen. De staatsobligaties van landen als Nederland, Duitsland, Noorwegen, Denemarken, Turkije en Frankrijk hebben juist een betrouwbare reputatie.
Er is veel te doen rondom de handel in Europese staatsobligaties. Staatsobligaties worden door landen gebruikt om hun staatsschuld mee te financieren. Bijna elk land heeft wel een staatsschuld. Beleggers zoals banken, pensioeninstellingen, andere overheden en particulieren kunnen inschrijven op de staatsobligaties. Daarmee lenen ze het land in kwestie als het ware geld uit. Daarmee financiert dit land hun staatsschuld. Over de obligaties ontvangen de beleggers een bepaalde rente. De hoogte van de rente is afhankelijk van de kans dat een land al dan niet failliet gaat. Obligatiehouders zijn namelijk hun geld kwijt wanneer een land failliet gaat. De rente zal lager zijn als een land een betrouwbare financiële reputatie heeft. Andersom zal de rente hoger zijn wanneer een land een slechte financiële reputatie heeft. Dit is erg nadelig voor het land in kwestie, omdat het daardoor nog meer geld moet gaan lenen om ook de rente over de obligaties te betalen.
Handel in Europese staatsobligaties
Verschillende Europese landen kwamen in de problemen als gevolg van de Kredietcrisis. Deze crisis begon in 2008 in de Verenigde Staten doordat de huizenmarkt instortte waardoor veel huizeneigenaren hun hypotheek niet meer konden afbetalen. Daardoor kwamen weer veel banken in de problemen en verschillende gingen failliet. Anderen moesten door hun eigen overheid gered worden. De crisis sloeg over naar Europa en verschillende Europese landen die het al niet makkelijk hadden kwamen in de problemen. De landen met de grootste problemen zijn Griekenland, Italië, Portugal, Spanje, Ierland en België. In alle gevallen steeg de rente over de staatsobligaties snel en kwamen deze landen in de problemen.
Kopen en verkopen van Europese staatsobligaties
Deze landen zijn allemaal verbonden aan de euro. Daardoor kregen ook landen als Nederland, Frankrijk en Duitsland te maken
met deze problemen. Zij moesten namelijk te hulp schieten, omdat anders de euro zal omvallen. De rente die zij betalen over hun staatsobligaties is een stuk lager. Voor Nederland ligt de rente bijvoorbeeld onder de drie procent. Veel beleggers zochten hun toevlucht ook naar staatsobligaties van deze landen. Ook landen buiten de Eurozone met een betrouwbare financiële reputatie profiteerden van de crisis. Beleggers schreven massaal in op de staatsobligaties van onder andere Noorwegen, Turkije, Zwitserland, Denemarken en Zweden. Daardoor konden deze landen een lagere rente uitkeren. Ook kocht de Europese Centrale Bank (ECB) massaal obligaties op van verschillend landen, waardoor de rente werd gedrukt.
Vormen van een Europees financieel noodfonds
Binnen de Europese Unie werd er intussen een noodfonds begonnen waar de rijkere landen geld in stortten. Landen als Griekenland en Italië konden daar een beroep op doen. Zij betaalden daar alsnog rente over, maar deze rente was een stuk lager dan die zij over de eigen staatsobligaties moesten betalen. Tegelijkertijd namen de risico's wel toe voor de Europese landen die zich wel netjes hadden gedragen. Ook buitenlandse investeerders als China en de Verenigde Staten werden gestimuleerd om geld te stoppen in het noodfonds. Landen als Oostenrijk en Luxemburg pleitten voor een eigen Europese staatsobligaties, maar daar zagen landen als Frankrijk, Nederland en Duitsland niets in, omdat zij dan een veel hogere rente zouden moeten betalen over hun staatsschuld.