Alles over volatiliteit en de VIX!
Wie zich bezig houdt met de financiële markten zal merken dat er grote verschillen zijn in beweeglijkheid. De waarden van bijvoorbeeld de AEX, in dit geval dus aandelen kunnen sterk fluctueren. De volatiliteit vertelt ons iets over de intensiteit van deze beweeglijkheid. Deze volatiliteit heeft een enorme gevolgen voor traders en beleggers. Het is daarom niet vreemd dat er zelfs gehandeld wordt op basis van volatiliteit of verwachte volatiliteit!
Volatiliteit
Volatiliteit geeft dus aan hoe beweeglijk de markten zijn. Hier is een indicator voor ontwikkeld, de zogenaamde VIX.
De VIX wordt berekend op basis van de verwachte volatiliteit over 30 dagen en gebruikt daarvoor de S&P500 als onderliggende waarde. De VIX wordt vaak gebruikt om iets over te zeggen over de nervositeit in de markt. Een stijgende VIX wordt geïnterpreteerd als een toename van nervositeit onder beleggers en een daling van de VIX wordt gezien als een afname van de nervositeit.
Historische Volatiliteit (Historical Volatility)
Zoals de titel al enigszins doet vermoeden kijken we bij de
historische volatiliteit naar beweeglijkheid van een onderliggende waarde in het verleden. De beweeglijkheid wordt gemeten door te kijken naar de spreiding (standaard deviatie). Welke koersuitslagen heeft het aandeel over een periode gemaakt? Het begrip volatiliteit heeft dus betrekking op het verleden. Er zijn ingewikkelde methodes om de volatiliteit te meten. Om u toch enig inzicht te geven in de totstandkoming van de VIX, is hieronder een
vereenvoudigde berekening weergegeven.
Volatiliteit berekenen
(Hoogste koers – laagste koers) / (Hoogste koers + laagste koers) /2
De koers uitslagen zijn bijvoorbeeld: 68, 71, 73, 65, 80, 66 en 68. Hier volgt de volgende berekening uit:
(80 - 65= 15 ) / (80 + 65)/2= 72,5)= 20,68%
Verwachte volatiliteit (implied volatility)
Een andere manier om de volatiliteit te berekenen is met het
Black en Scholes model. Dit model wordt gebruikt om de theoretische waarde van een optie te berekenen. Voor de berekening van deze theoretische optiewaarde zijn veel verschillende variabelen nodig. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de looptijd van de optie, het dividend en de rentestand. Als we alle variabelen in het Black en Scoles model invullen behalve volatiliteit en de uitkomst van deze uitkomst vergelijken met de huidige optieprijzen kunnen we met het verschil de volatiliteit bepalen. Kortom, de impliciete volatiliteit is een inschatting van handelaren over de toekomstige volatiliteit. Meestal is de verwachte volatiliteit groter dan de historische volatiliteit. Dit komt omdat het voor optie handelaren onzeker is of de historische volatiliteit in de toekomst hetzelfde blijft. Hiervoor wordt een extra
'risicopremie' gevraagd wat resulteert in een hogere verwachte volatiliteit. Daarnaast zijn er andere factoren die voor een hogere verwachte volatiliteit zorgen. Zo willen handelaren die de opties prijzen, meer dan alleen de theoretische optiewaarde en een extra premie voor de andere bovengenoemde variabelen zoals onzekerheden over rentestanden en dividenden.
Vega, Beta en optiepremies
De vega is een ratio die aangeeft hoe snel de optiepremies veranderden bij een
daling of stijging van de volatiliteit.
Een vega van bijvoorbeeld 3 houdt in dat de optiepremie met €3 stijgt als de volatiliteit toeneemt met 1%. Volatiliteit en optiepremies gaan dus hand in hand. Het is daarom van belang om een visie te hebben over de volatiliteit op de markten. En dat geld niet alleen bij opties. Bij
aandelen speelt de volatiliteit ook een grote rol. Ieder aandeel beweegt anders ten opzichte van de markt. De mate waarin een aandeel afwijkt van de markt wordt weergegeven met een
bètagetal. Hierbij is 1 het gemiddelde van de markt. Een bèta van meer dan 1 betekent dat het aandeel een hoge volatiliteit heeft een een bèta van onder de 1 geeft een lage volatiliteit aan.
Profiteren van volatiliteit
Als belegger of trader is het natuurlijk van belang om zo goed mogelijk te kunnen profiteren van veranderingen in volatiliteit. Het loont daarom om te onderzoeken welke invloed volatiliteit heeft voor uw portefeuille. Daarnaast is het ook mogelijk om te anticiperen bij een stijgende of dalende VIX. Over het algemeen stijgt de VIX bij een dalende markt en daalt de VIX in een stijgende markt. Een stijgende VIX betekent dat optiepremies meer waard worden. Premies stijgen dan zowel aan de Call-kant als de Put-Kant. Dat betekent overigens niet dat u geen verlies maakt met een gekochte call in een dalende markt. Het geeft alleen aan dat een deel van de waarde daling wordt goed gemaakt door een stijging van de volatiliteit. Als u wel goed zat wordt er dus dubbel verdiend, zowel door de juiste inschatting van de koers als het stijgen van de optiepremies. Opties kunnen het best worden gekocht als de volatiliteit laag is en het beste worden verkocht als de volatiliteit hoog is. Bij een verkochte call profiteert de verkoper van een daling in de volatiliteit. Het is lastig om aan te geven bij welke volatiliteit u het beste kunt kopen of verkopen. Over het algemeen wordt een volatiliteit van 10% gezien als laag (dus opties kopen), 20 als gemiddeld en >30 als hoog (opties verkopen). Als u rechtstreeks wilt handelen op de VIX is dat sinds kort mogelijk bij ABN-AMRO. Er kan dan door middel van turbo's op de VIX futures worden ingespeeld.
Invloed van nieuws
Als er belangrijke cijfers in de nabije worden gepresenteerd kan dat zorgen voor zowel een implosie als explosie van de volatiliteit en dus ook de optiepremies. Het kopen van van opties voordat er nieuws wordt uitgebracht kan lucratief zijn maar is ook erg risicovol. Dalingen en stijgen van de volatiliteit rond belangrijke gebeurtenissen en nieuws zijn bekende verschijningen. Om hiervan te profiteren moet u erg vertrouwt zijn met opties en de invloed van volatiliteit op de optiepremies.