BTW vakantiewoning

In Nederland bevinden zich vele parken met vakantiewoningen. Voor veel mensen is het een belegging voor de langere termijn of een mooie plek om zelf op vakantie te gaan. Daarnaast kun je de kosten vaak (deels) terugverdienen door verhuur van de vakantiewoning aan derden. De verhuur van vakantiewoningen is een voor de BTW belaste handeling. Maar tegelijk is het een complexe regeling. In dit artikel zullen de fiscale hoofdlijnen van het verhuren van vakantiewoningen aan de orde komen.

BTW vakantiewoning

In Nederland bevinden zich vele parken met vakantiewoningen. Voor veel mensen is het een belegging voor de langere termijn of een mooie plek om zelf op vakantie te gaan. Daarnaast kun je de kosten vaak (deels) terugverdienen door verhuur van de vakantiewoning aan derden.

De verhuur van vakantiewoningen is een voor de BTW belaste handeling. Maar tegelijk is het een complexe regeling. In dit artikel zullen de fiscale hoofdlijnen van het verhuren van vakantiewoningen aan de orde komen.

Verhuur algemeen

De hoofdregel voor verhuur van panden luidt dat dit is vrijgesteld van heffing van BTW. Dit houdt in:

• als verhuurder geen BTW berekenen over de huurtermijnen;
• ls verhuurder geen aftrek van BTW op de gemaakte kosten in verband met de verhuur.

Maar zoals gebruikelijk in het belastingrecht gelden hier vele uitzonderingen op. Zo is voor de verhuur van vakantiewoningen een vrijstelling opgenomen.

Verhuur vakantiewoning

Vele particulieren kopen een vakantiewoning om deels te verhuren en soms deels zelf te gebruiken. Als je als een particulier een vakantiewoning ter verhuur aanbiedt, dan kun je ondernemer voor de BTW zijn.

Op de verhuursom in het kader van hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor korte periode verblijf houden drukt 6% BTW. (Let op dat de eis van verblijf voor korte periode van belang is om de verhuur als BTW belast te kunnen aanmerken, zie hierna.) Deze BTW moet je afdragen.

Op de nieuwbouwprijs van de vakantiewoning drukt 19% BTW. Deze BTW kun je (deels) terugvragen als voorbelasting. De kosten van de inrichting zijn belast met 19% BTW. Deze voorbelasting kun je terugvragen.

Per saldo geldt dat zeker bij de aanschaf van de vakantiewoning je een groot financieringsvoordeel kunt behalen door de vakantiewoning BTW belast te gaan verhuren.

Kort verblijf

In de jurisprudentie is aan de orde gekomen wanneer sprake is van kort verblijf. Als je de vakantiewoning voor niet meer dan zes maanden achtereen verhuurt, dan is nog steeds sprake van een verblijf van korte duur. Je ondernemerschap voor de BTW komt daarmee niet in gevaar.

Als je langer dan zes maanden achtereen verhuurt aan dezelfde huurder, dan moet je gaan oppassen. Indien je namelijk niet meer kwalificeert als ondernemer voor de BTW kan dit grote, financiële gevolgen hebben. De BTW bij aanschaf moet je dan (deels) terugbetalen en de BTW op je kosten kun je niet meer aftrekken.

Starten met verhuur vakantiewoning

Als je een vakantiewoning aanschaft met het oogmerk deze te gaan verhuren, kun je je aanmelden als ondernemer voor de BTW. Op de site van de belastingdienst kun je het aanmeldingsformulier vinden onder “Downloaden & Bestellen – Zakelijk – Aanmelden bij de belastingdienst”.

Vervolgens zul je een administratie moeten gaan bijhouden waaruit blijkt wat de omzet is geweest en wat de kosten zijn geweest. Eens per jaar of kwartaal zal je aangifte moeten doen.

BTW op aanschaf vakantiewoning

Als je de vakantiewoning aanschaft en er drukt BTW op de koopprijs, dan kun je deze terugvragen als voorbelasting. Tot en met 2010 kon je 100% van de BTW terugvragen ongeacht de omvang van het privégebruik van de vakantiewoning.

Vanaf 2011 zijn deze regels aangepast. Je moet nu een inschatting maken hoeveel dagen per jaar je de vakantiewoning zelf gaat gebruiken. Daarmee kun je een verhouding bepalen tussen privé en zakelijk gebruik. Deze verhouding beslist de terug te vragen BTW bij aanschaf van de vakantiewoning. Vervolgens kun je 10 jaar lang deze BTW onder voorwaarden jaarlijks herzien als de verhouding privé/zakelijk wijzigt.