Dubbele belasting betalen over pensioen bij emigratie?
Steeds vaker komt het voor dat mensen het idee hebben om naar het buitenland te emigreren. Maar vaak weten deze mensen niet precies wat voor invloed een emigratie kan hebben op het betalen van belasting over je pensioen. Gelukkig zijn voor zaken als de hiervoor geschetste zaak regels vastgelegd in wetgeving en het verdragenrecht. Immers bij emigratie zijn er twee landen die beide op grond van een heffingsbeginsel het recht denken te hebben om te belasting te heffen over het pensioen van de emigrant. Zonder grenzen aan de heffingsbevoegdheid van staten zouden beide staten kunnen heffen over één inkomenspost. Dat zou bizar zijn, want op die manier blijft er voor de pensioengerechtigde maar weinig geld over om vrijelijk te kunnen besteden. Gelukkig zijn er grenzen gesteld aan de heffingsbevoegdheden van landen door middel van toewijzingsregels in wetten en verdragen. Hieronder zullen de hoofdlijnen van deze regelgeving besproken worden.
Reikwijdte pensioenbegrip en andere soortgelijke beloningen
Wanneer we het begrip pensioen horen, wordt er vaak direct gedacht aan de leeftijd van 66-67 jaar, verre reizen en lekker je eigen tijd doorbrengen zoals je dat zelf wilt. Het begrip pensioen reikt echter verder dan enkel het bedrag wat er maandelijks door de pensioenmaatschappij op je bankrekening wordt gestort. Als we aansluiten bij de pensioenregeling uit de loon- en inkomstenbelasting dan wordt duidelijk dat met het woord pensioen ook gebruikt wordt om partnerpensioenen, het wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioenen aan te duiden. Met het vage begrip ‘andere soortgelijke beloningen’ bedoelt de wetgever vooral uitkeringen en aanvullingen op het pensioen of uitkeringen die dienen ter overbrugging van de periode tussen de pensioengerechtigde leeftijd en het moment van stoppen met werken.
Algemene regels belastingheffing pensioen
In het algemeen is de hoofdregel, wanneer twee of meer landen belasting kunnen heffen over hetzelfde inkomensbestanddeel, dat het daadwerkelijke heffingsrecht aan de woonstaat wordt toegekend op basis van het woon- en vestigingslandbeginsel. Dit is terug te lezen in artikel 15 van het OESO-Modelverdrag. Echter in artikel 18 van het OESO-Modelverdrag wordt een uitzondering gemaakt op de algemene regel van artikel 15. Artikel 18 geeft een bijzondere toewijzingsregel die alleen maar geldt voor inkomsten uit pensioen en wijst daarmee het heffingsrecht over de inkomsten uit pensioen toe aan het woonland van de pensioengerechtigde. Het land waar de pensioengenieter dit pensioen heeft opgebouwd komt dus geen enkel heffingsrecht over het pensioen. In principe hoeft een pensioengenieter over zijn pensioenuitkeringen dus maar één keer inkomstenbelasting te betalen.
Misbruik pensioenregelgeving
In de praktijk is gebleken dat er gemakkelijk, zonder al te grote inspanning, misbruik kan worden gemaakt van de regelgeving met betrekking tot pensioenpremies en uitkeringen. Het is namelijk zo dat er verschillen zijn in de wijze waarop landen de pensioenpremies en uitkeringen in de belastingheffing betrekken. In de meeste landen wordt er al belasting geheven over de pensioenpremie. De pensioenuitkeringen in deze landen zijn als gevolg hiervan onbelast. In Nederland wordt echter gewerkt met de omkeerregeling. Dit houdt in dat er over pensioenpremies, die betaald worden aan de pensioenverzekeraar, geen belasting hoeft te worden betaald. De belastingdienst komt pas om de hoek kijken op het moment dat de pensioenuitkeringen daadwerkelijk worden uitgekeerd. Pas het moment dat een pensioenverzekeraar maandelijks, of eenmalig een grote som geld overmaakt naar de bankrekening van de pensioengenieter is deze persoon verplicht om over het bedrag van de uitkering inkomstenbelasting te betalen. Het is relatief simpel om hier misbruik van te maken door pensioen op te bouwen in Nederland, waar de betaling van pensioenpremies belastingvrij is, en vervolgens op het moment dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt wordt naar een land te emigreren dat de pensioenuitkeringen onbelast laat.
Conserverende aanslag
De Nederlandse fiscus werd er natuurlijk niet vrolijk van toen zij ontdekten dat de regelgeving met betrekking tot pensioen premies en uitkeringen op bovenstaande wijze werd misbruikt. In reactie hierop heeft de Nederlandse wetgever geprobeerd om zijn belastingheffing met betrekking tot pensioenuitkeringen veilig te stellen door middel van de conserverende aanslag. Bij de emigratie van Nederlandse burgers wordt over de pensioenaanspraak een conserverende aanslag opgelegd. Dit is vastgelegd in artikel 2.8 Wet IB 2001. Een conserverende aanslag laat zich makkelijk uitleggen als een belastingaanslag die nog niet betaald hoeft te worden. Deze belastingaanslag wordt namelijk pas opeisbaar door de belastingdienst wanneer de pensioengenieter binnen tien jaar een zogenaamde 'verboden handeling' verricht, welke in dit geval de verkoop van het pensioenrecht inhoudt. Verkoopt de pensioengerechtigde zijn pensioenrecht niet, dan wordt de conserverende aanslag na tien jaar kwijtgescholden. Deze kwijtschelding van de conserverende aanslag geld ook in geval de emigrant binnen tien jaar weer terugkeert naar Nederland.