Gemeentelijke belastingen voor Particulier en Ondernemer
In Nederland is iedere inwoner op basis van de Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) ingeschreven op het adres waar de nachtrust wordt genoten. Het woonadres van een burger. Op basis van deze inschrijving wordt bepaald welke belastingen er moeten worden betaald. In Nederland kennen gemeenten soms wel negen verschillende belastingen. Deze belastingen worden geheven en moeten tijdig door de burger worden betaald. Een tijdige wijziging doorgeven aan een gemeente kan dus extra geld kosten of extra geld opleveren. Sommige belastingen worden opgelegd op basis van de vastgelegde gegevens op 1 januari. De wettelijke regels liggen vast in de wet en of de gemeentelijke verordening.Voor online gemeentelijke diensten kan er ingelogd worden met de DigiD en de persoonlijke informatie worden ingezien of worden aangepast.
Gemeentelijke aanslagbiljet
Ieder jaar ontvangt de burger, die bij de gemeente op 1 januari op een woonadres in een gemeente staat ingeschreven, één aanslagbiljet. Op dit aanslagbiljet staan maximaal vijf belastingen waarvoor een burger wordt aangeslagen en moet betalen. Dit kunnen aanslagen zijn voor:
- Onroerende zaakbelastingen eigenaar;
- Onroerende taakbelastingen gebruiker;
- Roerende ruimtenbelastingen eigenaren;
- Roerende ruimtenbelastingen gebruiker;
- Rioolheffing;
- Afvalstoffenheffing particulieren;
- Reinigingsrecht ondernemers.
Hondebezitters krijgen een aparte aanslag voor de hondenbelasting en ook ondernemers kunnen nog voor andere gemeentelijke belastingen een aanslag ontvangen.
Onroerende zaakbelastingen
De eigenaar van een pand krijgt een gemeentelijke belastingaanslag en de gebruiker ook. Dus een eigenaar die tevens gebruiker is ontvangt twee gemeentelijke belastingaanslagen. Een pand kan een woning zijn, maar ook een bedrijfspand. De basis voor berekening van de hoogte van de aanslag voor de Onroerende zaakbelasting is de WOZ-waarde. De Wet Waardering onroerende zaken (WOZ) bepaalt voor de gemeente de wijze van het bepalen van de waarde van een onroerend goed. Het onroerend goed kan een woning of een bedrijfspand zijn. De hoogte van de aanslag voor de Onroerende zaakbelasting wordt bepaald door het nemen van een percentage van de WOZ waarde. De opbrengst van de Onroerende zaakbelasting komt ten goede aan de algemene middelen van de betreffende gemeente.
Roerende ruimtenbelasting
De eigenaar van een object krijgt een gemeentelijke belastingaanslag en de gebruiker ook. Onder een object wordt verstaan roerende ruimten, zoals woonboten, die kunnen worden gebruikt als woning of bedrijfsruimte en duurzaam zijn verbonden aan een plaats en permanent gebruikt wordt als woning of bedrijfsruimte. Een eigenaar die tevens gebruiker is ontvangt twee gemeentelijke belastingaanslagen. Een object kan als woning gebruikt worden, maar ook als bedrijfsruimte. De basis voor berekening van de hoogte van de aanslag voor de Roerende ruimtenbelasting is de WOZ-waarde. De Wet Waardering onroerende zaken (WOZ) bepaalt voor de gemeente de wijze van het bepalen van de waarde van een onroerend goed. De hoogte van de aanslag voor de Roerende ruimtenbelasting wordt bepaald door het nemen van een percentage van de WOZ waarde. De opbrengst van de Roerende ruimtenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen van de betreffende gemeente.
Precariobelasting
Sommige gemeenten heffen precariobelasting. Bijvoorbeeld aan de eigenaren van woonschepen kan een precariobelasting worden opgelegd als liggeld voor de ligplaats. Precariobelasting is een belasting voor het hebben van voorwerpen op of boven de openbare gemeentelijke grond of de gemeentelijke wateren. Gemeenten leggen voor deze belasting een aparte aanslag op.
Afvalstoffenheffing
Ieder huishouden moet een bijdrage leveren aan de kosten voor het ophalen van het huisvuil. De hoogte van de afvalstoffenheffing wordt bepaald aan de hand van het aantal bewoners van een pand. Het uitgangspunt is, dat in een gezin van één persoon minder afval wordt geproduceerd, dan in een gezin met meerdere personen. De afvalstoffenheffing kent daarom twee tarieven:
- Een eenpersoonstarief;
- Een meerpersoonstarief.
Ieder jaar wordt op 1 januari het tarief bepaalt op basis van de dan geldende leefsituatie.
Reinigingsrecht
Iedereen de gebruik maakt van de mogelijkheid om afval te laten ophalen moet mee betalen aan de kosten. Als het afval betreft van een huishouden dan wordt er een afvalstoffenheffing geheven en in alle andere situaties moet een financiële bijdrage worden betaald voor het ophalen van het afval. Deze bijdrage heet reinigingsrecht. De hoogte van het reinigingsrecht wordt bepaald aan de hand van de hoeveelheid afval die moet worden opgehaald.
Rioolheffing
Ieder pand of object dat is aangesloten op de gemeentelijke riolering of over een eigen afvalwaterzuiveringsinstallatie beschikt, moet rioolheffing betalen. De hoogte van de rioolheffing wordt niet bepaald door het aantal gebruikers, maar is een vast bedrag per woning, pand of object. De opbrengst van deze rioolheffing wordt gebruikt voor onderhoud en vernieuwing van de gemeentelijke riolering. Wel is het vaak zo dat als in een bedrijfspand meerdere zelfstandige gebruikers (bedrijven) gevestigd zijn, dat de eigenaar dan voor iedere gebruiker een aanslag krijgt. Eigenaren van woonboten krijgen ook vaak een aanslag voor rioolheffing als er op gemeentelijk water wordt geloosd. Dus ook als er een eigen afvalwaterzuiveringsinstallatie gebruikt wordt die door de gemeente wordt onderouden of er op de gemeentelijke wateren wordt geloosd.
Hondenbelasting
Veel gemeenten heffen hondenbelasting voor het hebben van één of meerdere honden. Soms ligt het vast dat hondenbezitters van zes of meer honden een aanslag voor de hondenbelasting opgelegd krijgen als een kennel bezitter. De opbrengst van de hondenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen van een gemeente.
Parkeerbelasting
Om kernen van gemeenten bereikbaar en leefbaar te houden voor de bewoners en de bedrijven, maar ook voor de bezoekers, wordt er een parkeerbelasting geheven. Zodra een auto op een parkeerplaats wordt neergezet moet de bestuurder parkeerbelasting betalen. Als de parkeerbelasting niet wordt betaald dan ontvangt de eigenaar van de auto een naheffingsaanslag.