Uitwerking typologiemodel van Starreveld
Een bekend fenomeen in de accountancy is het typologiemodel van Starreveld. Een model dat je dient te kennen en te kunnen toepassen. Een artikel over het model, de verschillende typologiën en de aandachtspunten voor de controle bij de verschillende typologieën.
Starreveld Deel 2B Toepassingen
In het boek van Starreveld Bestuurlijke informatieverzorging 2B Toepassingen; Typologie van de bedrijfshuishoudingen is een typologiemodel opgenomen. Met dit model is het voor de accountant makkelijker om zich te richten op de aandachtpunten van de verschillende huishoudingen. Een model wat ook wel kritiek krijgt, maar toch altijd nog een leidraad is voor het vaststellen van de betrouwbaarheid van de informatie.
Het model kent een soort/indelingscriterium en dat is een indeling naar grondtypen en bekijkt of er een relatie is tussen de opgeofferde en verkregen waarden binnen een onderneming. Is deze relatie er niet? Wat voor gevolgen heeft het dan voor de interne beheersing? Vervolgens kijkt men naar het volgordecriterium; wat is het belang van de waardenkringloop bij de volledigheid van de opbrengstverantwoording? En als het gering is, welke andere benaderingen kun je dan gebruiken?
De eerste stap
De eerste vraag die je stelt voor vinden van de juiste typologie is:
- Is het een huishouding dat voor de markt produceert of is het een huishouding die zonder tussenkomst van de markt produceert?
Een huishouding die voor de markt produceert zorgt ervoor dat middels ruilbasis goederen, en diensten geruild worden met de tegenpartij. Een huishouding die niet voor de markt produceert zorgt dat de behoeften van hun leden zonder tussenkomst van de markt bevredigt worden.
De tweede stap - voor de markt produceren
De tweede stap bij voor de markt producerende bedrijven komt tot uitdrukking in de volgende vraag:
- Hebben de bedrijven een doorstroming van eigen goederen of zonder een doorstroming van eigen goederen?
Hier gaat het dus om eigen goederen die ingekocht worden en vervolgens worden verkocht of worden gebruikt voor de productie. Bij huishoudingen zonder overwegende doorstroming van eigen goederen gaat het bijvoorbeeld om dienstverlening of om het beschikbaar stellen van ruimten.
De tweede stap - niet voor de markt produceren
De tweede stap bij huishoudingen die niet voor de markt produceren eindigt hier ook bij. Er is alleen een onderverdeling tussen overheidshuishoudingen (provincie, gemeenten, rijk) en tussen huishoudingen van privaatrechtelijke gemeenschappen (verenigingen, kerken, stichtingen).
De derde stap - doorstroming eigen goederen
Bedrijven met overwegende doorstroming van eigen goederen zijn in drie soorten op te splitsen, namelijk:
- Bedrijven zonder technisch omzettingsproces (handel)
- Industriële bedrijven met technisch omzettingsproces (productie)
- Agrarische en extractieve bedrijven
Deze bedrijven zijn dus kenmerkend door de doorstroming van goederen die ze zelf hebben ingekocht en doorverkopen, bewerken, ermee gaan telen of voortplanten. Binnen deze stap zijn er nog een aantal uitsplitsingen te maken.
De derde stap - zonder doorstroming van eigen goederen
Bedrijven zonder doorstroming van eigen goederen zijn op te delen in:
- Dienstverlenende bedrijven
- Financiële instellingen
Bij dienstverlenende bedrijven en financiële instellingen is het moeilijk om de waardenkrinloop te volgen, dus zullen er aanvullende maatregelen moeten zijn om zekerheid te krijgen over de volledigheid van de opbrengsten. Ook dienstverlenende bedrijven en financiële instellingen zijn nog op te splitsen in diverse soorten.
Handel
Bedrijven zonder technisch omzettingsproces (handel) zijn op te delen in:
- Handelsbedrijven die in hoofdzaak op rekening leveren
- Handelsbedrijven die in hoofdzaak tegen contante betaling leveren
Het verschil tussen de twee soorten wordt steeds kleiner. Bedrijven die in hoofdzaak op rekening leveren zijn veelal groothandels, importeurs en exporteurs. Bedrijven die tegen contante betaling leveren zien we terug als supermarkten, winkels en warenhuizen. Bij de controle wordt vooral gebruik gemaakt van de waardenkringloop. Met name de beta formule: Beginvoorraad plus inkopen minus eindvoorraad is verkopen. Voor de volledigheid van de opbrengsten kun je dus de waardenkringloop gebruiken.
Productie
Bedrijven met technisch omzettingsproces zijn onder te verdelen in:
- Bedrijven met homogene massaproductie
- Bedrijven met heterogene massaproductie
- Bedrijven met stuk productie en serie stukproductie
Het onderscheid tussen homogene en heterogene massaproductie is soms lastig te maken. Met de juiste motivatie is altijd één van de twee goed. Bedrijven met homogene massaproductie zijn nog te verdelen in geparcelleerde massaproductie (bierbrouwerij, steenbakkerij) en in roterende massaproductie (suikerfabrieken, papierfabrieken, olieraffinaderij). Bedrijven met heterogene massaproductie zijn nog op te delen in bedrijven die enkelvoudig massaproducten maken (glas, aardewerk) en die samengestelde producten maken (schoenen, auto's, fietsen). Als laatste de bedrijven met stuk productie en serie stukproductie, de eerste bedrijven maken unieke producten (zeiljacht naar eigen wensen, maatkleding) en de tweede maakt unieke producten maar dan series (gebouwen, vliegtuigen).
Voor de volledigheid van de opbrengsten kun je niet alleen bouwen op de waardenkringloop, maar zullen er aanvullende controles moeten plaatsvinden. Aanvullende controles bij homogene en heterogene massaproducties zijn begroting, harde normen, werkelijkheid en analyses van verschillen. Bij stuk en seriestuk productie kun je minder controle uitoefenen op de harde norm, maar heb je te maken met zachte normen. Om de volledigheid van de opbrengsten te waarborgen zijn er extra maatregelen nodig zoals functiescheidingen en het contract creatieregister.
Agrarisch en extractieve bedrijven
Bij agrarische en extractieve bedrijven is er een onvoorspelbare relatie tussen de opgeofferde en verkregen waarden. Hierbij zijn dus veel aanvullende controles nodig. De belangrijkste maatregelen zijn functiescheidingen tussen de personen die begrotingen opstellen, de teelplannen en de oogst. Met name van belang zijn de onafhankelijke registraties. Waar op gesteund kan worden zijn de registraties van externen (registratie van dieren) en de afhankelijkheid van loonbedrijven.
Dienstverlenende bedrijven
Dienstverlenende bedrijven zijn nog onder te verdelen in:
- Bedrijven waarin nog een zekere goederenbeweging kan worden herkend
- Bedrijven waarbij de dienstverlening bestaat uit het beschikbaar stellen van ruimten
- Overige dienstverleningsbedrijven en beroepen
De bedrijven waarin nog en zekere goederenbeweging kan worden herkend zin bedrijven die nog doorstroming hebben van eigen goederen (café, restaurant, uitgeverij van kranten), bedrijven die doorstroming van goederen van derden hebben (wasserij, stomerij, veiling), bedrijven die via vaste leidingen leveren (internet, gasbedrijf, kabeltelevisie) en bedrijven die informatie of informatiediensten leveren. De waardenkringloop kan gebruikt worden, maar geeft geen zekerheid over de volledigheid van de opbrengsten. Bij derden kan en extra controle gehouden worden op de gebruikte kwitanties en de functiescheiding bij aanname, uitvoeren en uitgifte. Bij levering via leidingen is de meterbeweging en het aansluitregister van belang.
Dienstverlening met het beschikbaar stellen van ruimten vallen uiteen tussen een specifieke reservering (musical, voetbal, hotels, luchtvaart) en zonder specifieke reservering (zwembad, pretpark, transport op korte afstand). Bij de bedrijven met specifieke reservering kan gesteund worden op het reserveringenbestand. Bij bedrijven zonder specifieke reservering kan gebruikt worden gemaakt van de quasi goederenbeweging en functiescheiding bij uitgifte kaartjes, controle bij de poort en controle binnen de poort.
De overige dienstverlenende bedrijven kenmerken zich in het beschikbaar stellen van menselijke capaciteit. Dus bijvoorbeeld een accountantskantoor, een adviesbureau, schoonmaakbedrijven en overige vrije beroepen. De controle op de volledigheid van de opbrengsten geschied vooral door het contractcreatie register en de urenbeweging.
Financiële instellingen
Financiële instellingen zijn zeer specifiek en onder te verdelen in:
- Verzekeringsbedrijven
- Banken
- Speciale financieringsinstellingen
- Overige financiële instellingen
De belangrijkste elementen bij financiële instellingen zijn de primaire vastleggingen van rechten en plichten en het inschatten en bewaken van risico's. Er kan niet gesteund worden op de waardenkringloop, wel in mindere mate op de urenbeweging. Belangrijk voor de controle zijn vooral: functiescheidingen (front, middle en back office), limietbewakingen, vier ogen principe, betrouwbare en continue werking van het geautomatiseerde systeem en de afdeling interne controle
Lees verder