Wat doet een beschermingsbewindvoerder en voor wie?
Om verschillende redenen zijn bepaalde mensen niet (meer) in staat om zelfstandig en op een verantwoorde wijze de financiële administratie bij te houden en de eigen (financiële) belangen te behartigen. Het kan onder andere gaan om mensen met een verstandelijke beperking, een dementerende oudere of iemand die verslaafd is. Ook kunnen personen met schuldenproblematiek met een bewindvoerder te maken krijgen. Maar welke soorten van bewindvoering zijn er in Nederland? Wat zijn de taken van een beschermingsbewindvoerder en niet minder belangrijk: hoe luiden anno 2017 de kwaliteitseisen waaraan een beschermingsbewindvoerder moet voldoen?
Beschermingsbewind en bewindvoering WSNP
Alvorens het beschermingsbewind onder de loep genomen wordt, is het van belang het onderscheid te maken tussen het beschermingsbewind en een tweede vorm van bewind, het zogenoemde 'WSNP bewind'.
Bewindvoering WSNP
Een bewindvoerder WSNP wordt door de rechtbank aangesteld wanneer een schuldenaar door de rechter toegelaten is tot de WSNP. WSNP staat voor 'Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen' en betreft veelal een periode van drie jaar (maximaal vijf jaar) waarna de schuldenaar schuldenvrij zou moeten zijn. Een toelating gaat niet zomaar. Voorafgaand aan de WSNP moet blijken dat het 'minnelijk traject' via de professionele schuldhulpverlening van de gemeente geen oplossingen kan bieden.
De bewindvoerder WSNP is er vooral om de
belangen van de schuldeisers te behartigen. In deze situatie kunnen er dus twee bewindvoerders zijn, een beschermingsbewindvoerder aan de zijde van de schuldenaar
en de bewindvoerder WSNP aan de zijde van de schuldeiser(s).
Beschermingsbewind
De naam zegt het al, beschermingsbewind heeft als doel bescherming te bieden tegen anderen die misbruik kunnen maken van de situatie van de onder bewind gestelde persoon. Iemand die bijvoorbeeld om fysieke of mentale redenen niet (meer) zelfstandig in staat is een verantwoorde financiële administratie te voeren en/of de eigen financiële belangen te behartigen. Dit kan gaan om de volgende situaties:
- Dementie
- Verslaving
- Psychiatrische problematiek
- Verstandelijke handicap
De kantonrechter wijst een beschermingsbewindvoerder aan, bij voorkeur een familielid. Sinds 1 januari 2014 kan een beschermingsbewind ook uitgesproken worden bij het hebben van problematische schulden. Dit heeft als voordeel dat mensen die vanwege fraude of recidive niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening bij een gemeente toch professionele hulp kunnen krijgen.
De grondslag voor beschermingsbewind is dus het fysieke en/of mentale onvermogen van een individu om zelfstandig op verantwoorde wijze de financiële belangen te behartigen. Maar de beschermingsbewindvoerder kan ook een
schuldenbewind voeren. De grondslag op basis waarvan de rechter het bewind uitspreekt is in dit geval schulden. Het schuldenbewind eindigt wanneer er geen schulden meer zijn. In tegenstelling tot de meeste beschermingsbewinden heeft een schuldenbewind dus vaak een
tijdelijk karakter. Afhankelijk van de complexiteit van de schulden maakt de bewindvoerder zelf afspraken met schuldeisers, ofwel wordt gebruik gemaakt van professionele schuldhulpbemiddeling via de gemeente (het minnelijk traject) ofwel via de rechtbank (het WSNP-traject).
Aanmeldprocedure beschermingsbewind, wie vraagt bewind aan?
Beschermingsbewind moet worden aangevraagd bij de kantonrechter in het rechtsgebied waar de betreffende persoon woonachtig is. Dit kan door een aanmelding bij een zelfstandig beschermingsbewindvoerder of via een bewindvoerderskantoor. Maar er kan ook rechtstreeks bij de rechtbank bewind worden aangevraagd. Beschermingsbewind kan worden aangevraagd door de volgende personen:
- De betrokken persoon zelf
- De partner van de betrokkene
- Familieleden tot in de vierde graad
- Bij een minderjarige kan de voogd aanvragen
- De curator, de beschermingsbewindvoerder en de mentor
- De instelling waar de betrokkene verblijft
Veel informatie over de aanvraagprocedure van beschermingsbewind is te vinden op
www.rechtspraak.nl. Je vindt hier allerlei documentatie, onder andere informatie over de kosten van bewindvoering en de doorlooptijd van de aanvraag. Ook het aanvraagformulier kan hier worden gedownload.
Taken beschermingsbewindvoerder
Algemeen gezegd dient een beschermingsbewindvoerder de financiële belangen te behartigen van iemand die om fysieke en/of mentale redenen niet (meer) in staat is dit zelfstandig en op een verantwoorde wijze te doen. Misbruik van de situatie door derden kan zo worden voorkomen. Meer specifiek kunnen de werkzaamheden van een beschermingsbewindvoerder bestaan uit:
- Het opstellen van een boedelbeschrijving en verzending ervan aan de rechtbank
- Het voeren van een gedegen (financiële) administratie van alles wat onder bewind gesteld is
- Op een zo verantwoord mogelijke wijze beleggen van gelden
- Oplossen van budgetproblemen
- Hulp bij schulden, afspraken maken met schuldeisers
- Bij eigen woning van de betrokkene zorgen voor periodiek onderhoud ervan
- Doen van belastingaangifte(n)
- Aanvragen van toeslagen
- Aanvragen PGB
- Aanvragen van (bijzondere) bijstand
- Jaarlijks rekening en verantwoording afleggen aan de kantonrechter
Welke rol heeft de kantonrechter?
Alle benoemingen van bewindvoerders gaan via de kantonrechter in het arrondissement waar de betrokkene woonachtig is. Verder vraagt de kantonrechter aan de betrokkene hoe hij of zij staat tegenover de maatregel van beschermingsbewind. De rechter beoordeelt of er voldoende argumenten zijn om over te gaan tot beschermingsbewind. Vervolgens vermeldt de rechter welke zaken onder het bewind vallen en wordt er overgegaan tot benoeming van de beschermingsbewindvoerder. Een andere taak van de kantonrechter is het jaarlijks controleren van de werkzaamheden van de beschermingsbewindvoerder.
Kwaliteitseisen bewindvoerder
Een
professioneel (zelfstandig) beschermingsbewindvoerder
met meer dan drie onder bewind gestelde personen dient aan een aantal voorwaarden te voldoen alvorens benoemd te kunnen worden door de kantonrechter. De belangrijkste eisen:
- Het overleggen van een 'Verklaring Omtrent het Gedrag' (VOG)
- Inschrijving bij de Kamer van Koophandel
- Het hebben van een ondernemingsplan
- Er mag geen relatie zijn met de onderbewindgestelde als hulpverlener
- In bezit van een (passend) hbo-diploma, of minimaal 2 jaar ervaring als bewindvoerder
- Waarborgen van continuïteit van de werkzaamheden bij ziekte en afwezigheid door het kunnen overleggen van een samenwerkingsovereenkomst met een andere bewindvoerder
- Aantonen van een accountantsverklaring van de gevoerde administratie
Voor een familielid dat optreedt als bewindvoerder geldt dat diegene meerderjarig moet zijn, in Nederland woonachtig is, zelf niet in staat van faillissement verkeert en geen strafblad heeft.
Tarieven
Vanaf 1 januari 2015 wordt een nieuwe tariefstructuur gehanteerd, die wordt gepubliceerd in de Staatscourant. De tarieven van beschermingsbewind, maar ook van onder curatele stelling en mentorschap zijn gelijk aan de tarieven van 2016. Ook kan gekeken worden op de website van de branchevereniging PBI,
www.bpbi.nl.
Onder curatelestelling en mentorschap
Tot slot en voor de volledigheid nog twee andere maatregelen die ingezet kunnen worden bij mensen die om fysieke en/of mentale redenen niet (meer) in staat zijn om voor zichzelf te zorgen en de financiële belangen te behartigen.
Onder curatelestelling
Een vergaande maatregel. Iemand die onder curatele gesteld is verliest de handelingsbekwaamheid en kan niet meer zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Hier gaat het vaak om mensen met een psychiatrische aandoening of verslaafde personen. Een belangrijk verschil met bijvoorbeeld beschermingsbewind is dat behalve bij financiële zaken, er bij een onder curatelestelling ook op het persoonlijke vlak beslissingen genomen worden door de curator.
Mentorschap
Iemand die een mentor heeft, blijft zelf handelingsbekwaam en kan zelf de financiële administratie voeren. Het gaat er hier vooral om dat de mentor de zelfredzaamheid van de betrokkene stimuleert. De mentor heeft als taak de betrokkene zoveel mogelijk zelf te laten beslissen als het gaat om persoonlijke zaken zoals hulp bij echtscheiding. Maar de mentor kan ook zelf beslissingen nemen als het gaat om bijvoorbeeld de verpleging en/of de verzorging van de betrokken persoon.