Betaalmiddel: papier of plastic?
Elk betaalmiddel heeft zijn voor- en nadelen. U kunt het best op vakantie gaan met een mix van contant geld en betaalkaarten. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste varianten.
Welke betaalmiddelen zijn er?
De tijden dat we steeds cashgeld bij ons moesten hebben om af te rekenen zijn voorbij. Er bestaan legio betaalmiddelen die betalen niet alleen gemakkelijker maar ook veiliger maken:
Contant geld
Direct na aankomst in een vreemd land is men meestal op contant geld aangewezen. Kruiers en taxichauffeurs willen het graag, maar ook voor een koel biertje na een lange vlucht heeft u contant geld nodig.
Euro's en dollars kunt nog steeds bij uw huisbank of via bankautomaten betrekken. De koersverschillen per reisbestemming zijn minimaal. Andere vreemde valuta kan men het voordeligst in het vakantieoord zelf aankopen omdat die daar in de regel goedkoper zijn.
In veel landen is overigens de in- en uitvoer van contant geld beperkt of zelfs helemaal verboden. Daarvoor vindt men op de luchthavens wisselautomaten of een wisselkantoor. Op reis is contant geld in de regel niet tegen verlies of diefstal verzekerd.
De pinpas
De pinpas is hoofdzakelijk geschikt voor opnames bij geldautomaten. Ze maken het vrijwel overal mogelijk om over contant geld te beschikken. Dat is een stuk veiliger dan bundels bankbiljetten mee te nemen.
Meer en meer buitenlandse banken rekenen kosten voor een geldopname met de pinpas. Soms vraagt men toestemming daarvoor op de display of wordt u ervoor gewaarschuwd door middel van een sticker. U kunt natuurlijk altijd op zoek gaan naar een andere bank die géén kosten rekent.
Een pinpas moet u even zorgvuldig bewaren als contant geld of creditcards. De PIN-code moet u nergens noteren en altijd afgeschermd intypen. Bij diefstal en misbruik is men vaak
aansprakelijk tot de kaart geblokkeerd is.
Met de pinpas afrekenen (Maestro-logo) kan men wereldwijd trouwens in heel veel winkels. Maar ook daar zijn in het buitenland kosten aan verbonden. Uw rekening wordt belast tegen de koers die gold op het moment van opname.
Creditcards
Bijna elke bank heeft zijn eigen creditcards:
- wie ze maar weinig en vooral in eigen land nodig heeft, is met een gratis creditcard het beste uit;
- wie ze overwegend in het buitenland gebruikt, moet eerst de kosten zorgvuldig vergelijken. Al naar gelang de kaart is er met een betaling 0,9 tot 2,5 procent vergoeding gemoeid. En opname van contant geld is erg duur: dat kost tot vier procent van het bedrag.
Betaling geschiedt in de regel na ontvangst van een maandelijkse factuur waarbij de betalingstermijn soms erg krap bemeten is. Als we een openstaande rekening
te laat betalen, kan dat tot 15 procent rente kosten! Daarom is het verstandig om een verruiming van de betalingstermijn af te spreken als de afwezigheid valt binnen de periode waarin de factuur moet worden betaald.
Bij verlies of diefstal is men vaak aansprakelijk tot het moment dat de kaart geblokkeerd is. Doorgaans ontvangt men snel een vervangende kaart, ook in het buitenland.
Prepaid creditcards
Prepaid creditcards zijn eigenlijk geen echte creditcards: men betaalt vooraf een bepaald bedrag dat men dan met de kaart weer kan
uitgeven. Ze zijn vooral geschikt voor diegenen die vanwege een slechte
kredietwaardigheid geen “volwaardige” creditcard krijgen of het risico bij verlies willen beperken.
Reischeques
Reischeques, ook wel travellercheques, zijn nagenoeg geheel van het toneel verdwenen. Veel
banken zijn gestopt met de uitgifte van reischeques maar in het bezit zijnde cheques kan men wel nog steeds verzilveren.