nieuws uitgelichtDe financiële crisis in IJsland
Tussen 2008 en 2012 maakte IJsland een grote financiële crisis door die ook zijn uitwerking had op andere landen. Klanten van Icesave konden hun geld niet meer opnemen omdat de bank het geld niet meer had en omkwam in de schulden. Wat was er aan de hand in Reykjavik en hoe heeft het zo ver kunnen komen met de bankencrisis in IJsland?
IJsland in crisis
De IJslandse financiële crisis van 2008 is wereldnieuws, IJsland dreigt failliet te gaan, bankroet. Het is een onderdeel van de wereldwijde kredietcrisis. Het draait allemaal om de drie grote banken van IJsland en hun overname door de overheid. Eerst werd eind september bekend gemaakt dat de
Glitnir Bank zou worden genationaliseerd. De week erna werd de controle van de
Landsbanki en de Glitnir Bank overgegeven aan de Fjármálaeftirlitið (FME). De Landsbanki geniet grote bekendheid door dochterondernemening
Icesave waar ook zo'n 120.000 Nederlanders hun geld hadden vastgezet tegen een hoge rente. Dit is vergelijkbaar met het soort toezicht dat de Nederlandse Bank nu houdt over de Fortis Bank. Kort daarna nam de regering controle over de grootste bank van IJsland:
Kaupthing.
Begin van een globale meltdown?
Volgens de Associated Press staat IJsland op de rand van een nationaal faillissement als eerste grote slachtoffer van de globale financiële meltdown. Premier Geir Haarde van IJsland heeft via de pers laten weten dat diverse acties van de regering ervoor hebben gezorgd dat IJsland absoluut niet failliet zal gaan, wat er ook gebeurd. Tegen het einde van het derde kwartaal van 2008, was de buitenlandse schuld van IJsland 9,553 miljard IJslands kroon, waarvan meer dan 80 procent afkomstig was uit de banksector. Heet binnenlands nationaal product van IJsland is 1,279 kroon. De eigendommen van de drie overgenomen banken hebben bij elkaar een waarde van 11,353 kroon (eind 2007). Op moment is naar verluidt alleen de Zimbabwaanse dollar onderhevig aan meer inflatie.
Effecten buiten IJsland
Buiten IJsland zijn de effecten van de IJslandse crisis het zwaarst voelbaar in Nederland en Engeland, dit omdat juist in deze landen veel mensen spaarrekeningen hadden lopen bij het met rentetarieven stuntende Icesave. In Nederland ging het niet alleen om particulieren, maar ook om een aantal gemeentes zoals het Noord-Brabantse Asten. Sinds 7 oktober 2008 is het voor klanten van deze bank niet meer mogelijk hun geld van hun internetrekeningen te halen. Ook in Engeland hadden veel klanten hun geld op een Icesave-rekening staan, waaronder diverse politie autoriteiten en goede doelen. Landsbanki heeft een schuld van miljarden euro's aan meerdere Europese banken die het niet kan terugbetalen.
Oorzaken van de crisis
De crisis ontwikkelde zich geleidelijk toen de banken hun schulden niet meer konden afbetalen. Een schatting van de totale buitenlandse schuld van de drie genoemde banken komt uit op €50 miljard, wat neerkomt op €160,000 per inwoner van IJsland. De IJslandse kroon, die door het vooraanstaande financiële magazine The Economist begin 2007 nog 'de meest overgewaardeerde munt in de wereld' werd genoemd, heeft ook zwaar geleden onder de crisis, wat de problemen alleen nog maar groter heeft gemaakt.
De binnenlandse markt is natuurlijk klein, en dus hebben de banken hun uitbreiding moeten financieren met leningen op de kapitaalmarkt en recent door de stortingen van vele Europeanen op banken als Icesave. Door de enorme schulden is de grote inflatie ontstaan. Als reactie op de grote stijging van de prijzen, heeft de bank de rentes hoog gehouden. Die hoge rentepercentages in vergelijking met andere landen in Europa hebben buitenlandse investeerders ertoe aangezet te gaan bankieren in IJsland en te handelen in de kroon, wat heeft geleidt tot monetaire inflatie. De toevoer van geld nam in de maanden tussen augustus 2007 en augustus 2008 toe met zo'n 38%, terwijl de eigen economische groei op zo'n 5% lag. Het was een geval van de bekende luchtbel, waarbij investeerders de waarde van de kroon ernstig overschatten.
Door de inflatie moesten de banken leningen aangaan om hun schulden te kunnen betalen, maar door de schaarste op de kapitaalmarkt bleven er steeds minder andere banken over die bereid waren om ze dit geld te lenen. In een dergelijke situatie moet een bank normaal een lening aanvragen bij de centrale bank om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. Maar in IJsland waren de banken zo enorm veel groter dan de Centrale Bank dat de overheid de tegoeden niet meer kon garanderen, wat uiteindelijk leidde tot de ineenstorting van de banken die hun verplichtingen niet meer konden nakomen. De reserves van de IJslandse Centrale Bank staan op 374.8 miljard krónur (september 2008), terwijl de korte termijn schulden van de banksector inmiddels 350.3 miljard krónur bedragen. Zo is IJsland tot het eerste grote slachtoffer van de wereldwijde economische crisis geworden.
Op 25 januari 2009 besteedde het programma Reporter van de KRO een uitzending aan het geval Icesave, met daarin experts die hun versie van het verhaal geven en de verhalen van Nederlandse gedupeerden die dachten dat hun spaargeld veilig was bij Icesave maar uiteindelijk voor tonnen het schip in gingen.