Wereld zonder geld
We weten allemaal dat het slecht gaat met het financiële systeem. De crisissen volgen elkaar op in een rap tempo en alles lijkt wel in te storten. Het is helemaal geen raar idee dat de het mondiale systeem het gaat opgeven, binnenkort misschien zelfs. Wat dan, als de volledige economie is ingestort? Het is het geld zelf dat financiële problemen veroorzaakt. Is de oplossing een wereld zonder geld?
Wat als het financiële systeem instort?
Wat betekent het als de financiële wereld instort? Dit zou natuurlijk een enorme klap zijn, vooral voor de mensen die het meest afhankelijk waren van het systeem, zoals beleggers en dergelijke. En de klap zal enorme veranderingen teweeg brengen.
Hoop op een betere wereld
Is een wereld zonder geld een utopie? Ook in het originele
Utopia van Thomas More speelt het een grote rol dat er geen geld wordt gebruikt. Er zijn mensen die naar deze utopie toe leven, die wel zouden willen dat de economie vandaag nog ten gronde gaat. Zij geven advies over hoe we dan verder moeten. Omdat zij die zich het meest hebben verbonden met het systeem er het ergst aan toe zullen zijn, is het verstandig te proberen het systeem los te laten. De kans is groot dat het zal instorten, en er is eigenlijk weinig wat wij daar zelf tegen kunnen doen. Het is dus verstandiger na te denken over een nieuwe wereld, dan je vast te klampen aan deze.
Gevaar van de hoop
Het mooie aan bovenstaande is natuurlijk dat er ruimte gemaakt wordt voor een nieuw, eventueel beter, systeem. De financiële wereld heeft ons veel gegeven, maar ook veel problemen veroorzaakt. Maar op een bepaalde manier doet dit denken aan een doorgedreven ideologie, het communisme. Mensen verlangen naar een nieuwe, betere, wereld en willen daarvoor alles opofferen. De gevolgen van de instorting ervan worden echter zwaar onderschat. We weten niet of er wel een beter systeem in plaats van het oude komt. Als er iets anders voor in de plaats komt, wordt dat voorafgegaan door grote chaos, misschien meer misdaad, of zelfs oorlog. Is dit wenselijk, is het het waard deze ellende toe te laten om een nieuw systeem de kans te geven?
Wereld zonder geld, onvoorstelbaar
Laten we nu eens aannemen dat het systeem instort, en we naar een geldloze wereld gaan. Hoe is deze wereld dan? Daar kunnen wij ons eigenlijk niets bij voorstellen. Geld is zo verweven in onze samenleving, ons gedrag en onze manier van denken, dat we, zodra ‘het systeem’ in is gestort, nog steeds in het systeem zitten met onze geest. Het is niet te zeggen of wij wel in staat zijn op een andere manier over de wereld te denken, op dit moment. Geld bepaalt nu voor veel mensen alles, het leven, de indeling van de dag, het welzijn, waar we heen gaan, welke mogelijkheden we hebben.
Voordelen
Redenen om geld te willen laten verdwijnen zijn vaak gebaseerd op de ellende die geld veroorzaakt, zoals hebzucht en criminaliteit. Ook kan de wereld efficiënter en duurzamer worden, aangezien deze twee niet met winst meekomen. Er zijn op aarde niet zoveel tekorten, dankzij alle kennis en technologie die we hebben. Alleen geld is er te weinig, alles is slecht verdeeld. Een ander voordeel van een wereld zonder geld is het verdwijnen van heel veel beroepen, omdat die overbodig worden. Denk hierbij niet alleen aan accountants en bankmedewerkers, maar ook aan caissières, taxateurs, ambtenaren en tussenpersonen. En dit betekent ook dat alle mensen die als beroep hebben met deze mensen te vergaderen niet meer nodig zijn, er geen controle meer voor nodig is, voor deze beroepen geen opleidingen meer nodig zijn, et cetera. Dit is ongeveer 25 procent van het totale aantal banen, zoveel kan er geschrapt worden. We hoeven minder te werken. Natuurlijk is het verschil wel minder dan 25 procent, omdat een nieuw systeem ook nieuwe banen met zich meebrengt.
Hebben we geld niet nodig?
Is geld niet nodig voor vooruitgang, kapitalisme en het opbouwen van een beschaving? Hebben we geen ruilmiddel nodig dat zijn waarde kan behouden? Zonder geld is er toch niet voor te zorgen dat mensen gaan werken en dingen eerlijk verdeeld worden?
Geld nodig als ruilmiddel
Hoe komt het dat men geld is gaan gebruiken, waarvoor is het eigenlijk ontworpen? In een wereld zonder geld zijn er alleen maar producten. Mensen willen niet zomaar alles wat zij produceren weggeven aan iedereen, zonder er zeker van zijn iets ervoor terug te krijgen. Daarom is men begonnen met ruilhandel. Ik melk een koe, jij bakt een brood, en we geven dit aan elkaar. Maar wat doet iemand die huizen bouwt dan? Die kan je niet ruilen tegen een paar broden. Hiervoor is het geld nodig, iets wat met alles te ruilen is en zijn waarde kan behouden, goud bijvoorbeeld. Als een bakker elke dag broden verkoopt, heeft hij uiteindelijk misschien genoeg goud om een huis te kopen, en degene die een huis bouwt steekt hier veel tijd in, maar kan er dan ook voor een lange tijd broden van kopen. Waar het mis ging, was toen er in plaats van goud, papier als geld gebruikt ging worden. Daarmee kan namelijk gezwendeld worden, er kon altijd meer van gemaakt worden en er kon worden betaald met niet bestaand geld via leningen. Geld kan zijn waarde niet, zoals goud, behouden.
Ruilhandel als oplossing
Op verschillende plaatsen is het al voorgekomen dat mensen teruggrijpen naar ruilhandel. Zo zijn er de ‘Transition Towns’ in Engeland, waar men naar toe komt om producten te ruilen, zonder geld. Ook zijn er landen als Argentinië waar een systeem van ruilen is opgestart, omdat mensen niet meer bij hun geld op de bank konden komen. Dit soort systemen zijn uit nood geboren, maar kunnen wel degelijk werken. Echter, als de economie beter wordt, keert men vaak toch terug naar de grotere economie. Zegt dat niet dat geld gewoon handiger is dan ruilhandel? De gedachte ervan is eigenlijk hetzelfde, namelijk, als je iets geeft wil je er ook iets voor terugkrijgen. Met geld wordt dit alleen maar eenvoudiger en uitgebreider gemaakt. Een wereld met ruilhandel is eigenlijk niet fundamenteel anders dan een wereld met geld.
Doen wat je leuk vindt
Hoe moet het dan werken, een wereld zonder geld? Een bakker bakt graag broden. En voor deze broden vraagt hij geen geld, of andere producten of diensten in ruil. Dat betekent dat hij ze gewoon weggeeft. Stel nu dat iedereen die producten maakt dit doet, dan is er genoeg voor iedereen en kan iedereen krijgen wat hij nodig heeft. Op deze manier kan iedereen zijn eigen talenten gebruiken en doen wat hij leuk vindt en hoeft niemand meer bang te zijn te weinig te verdienen en iets tekort te komen. Waar kan dit eigenlijk fout gaan?
Mensen zijn lui
Maar zullen mensen werken als ze alles wat ze nodig hebben gewoon voor niets kunnen krijgen? Veel mensen zijn lui, zullen zij zich in een wereld zonder geld wel inzetten? Hoe kan je zonder geld mensen dwingen te werken? Denk hierbij vooral aan werk dat niet veel mensen leuk vinden, zoals wc’s schoonmaken of fabriekswerk te doen. En wat als veel mensen hetzelfde leuk vinden en hetzelfde willen doen? Dan wordt dit werk misschien wel veel meer dan nodig verricht, en andere soorten weer te weinig. Ook zijn er mensen die heel erg veel willen eten en drinken, in grote huizen willen wonen en op andere manieren in luxe willen leven. Dit kan in een wereld zonder geld hetzelfde zijn. Hoe bepaal je dan hoeveel mensen mogen krijgen en wie er in de grote huizen mag wonen? Wie heeft er eigenlijk het meest nodig? En wie bepaalt dit?
Mensen zijn altruïstisch
Laten we dan hoop putten uit het feit dat mensen niet allemaal lui zijn, maar ook altruïstisch. De mens heeft wel degelijk andere drijfveren dan geld en genot. Er zijn immers ook veel mensen die vrijwilligerswerk doen. Zij doen in deze wereld al wat mensen in een wereld zonder geld zouden moeten doen, en als het nu mogelijk is, dan moet dat daar zeker zo zijn. Ook zijn mensen misschien wel lui, maar niet zo lui dat ze helemaal niets willen doen. Er is genoegen te halen uit werken, dankbaarheid en vertrouwen kunnen een veel betere motivering zijn dan geld. Het is dus best in te denken dat men in een samenleving zal werken, zonder dat daar iets tegenover staat. De vraag is alleen of het praktisch haalbaar is. Misschien is de stap wel te groot en is het idee ‘voor wat hoort wat’ te diep ingeprent in onze geest, en zal het dat ook zijn in alle generaties die na ons gaan komen.