Gevaarlijk lage rente
De centrale banken hebben een omgekeerde wereld gecreëerd: geld is bijna gratis. Sparen loont niet meer. Spaarders hebben moeite met deze nieuwe realiteit: ze zien lijdzaam toe hoe hun spaargeld aan waarde verliest. En de lage rente mist ook zijn uitwerking niet op onze pensioenen. Door een lage rekenrente konden de pensioenen jarenlang niet meer worden geïndexeerd. Een lage risicovrije rekenrente maakt een verhoging van pensioenen onmogelijk.
Waarheen met ons geld?
Er is één klemmende vraag die veel spaarders bezighoudt: wat te doen met mijn spaargeld? In tijden van lage rente is het beter om geld aan de bank schuldig te zijn, dan geld op een spaarrekening te hebben. Dus, weg ermee! Dit klinkt paradoxaal. Maar het is helaas wel de realiteit. De schuldenaar is beter af dan de spaarder.
Geld was nog nooit zo goedkoop
Overheden wilden na de wereldwijde economische en financiële crisis in 2008 een hernieuwde crash op de financiële markten voorkomen. Daarom stelden de centrale banken gedurende meerdere jaren vrijwel onbegrensd
goedkoop geld ter beschikking. De Federal Reserve in de VS, de Bank of England en de Bank of Japan, allemaal hebben ze de rente vrijwel afgeschaft. En de Europese Centrale Bank (ECB) deed al niet anders. Eind 2018 was de rente in de eurozone historisch laag:
- 0% voor banken die geld moesten lenen bij de ECB;
- minus 0,4% voor banken die er geld stalden.
Zo goedkoop was geld nog nooit in Europa! En het belangrijkste rentetarief van 0%, zou volgens een toelichting van ECB-voorzitter Draghi op 25 oktober 2018, nog zeker tot in de zomer van 2019 blijven staan.
Te lage rente vaak een verkeerde prikkel
Maar het risico bestaat dat het goedkope geld niet aankomt, waar het voor bedoeld is. Goedkoop geld stimuleert investeringen die onder normale omstandigheden niet zinvol zouden zijn. Anders gezegd: het prikkelt om meer en onverantwoorde risico's te nemen. Maar getroffen wordt ook iedereen die
geld opzij gezet heeft. De dommen zijn eens te meer de spaarders die ook nu nog steeds genoegen nemen met een lagere rente. Maar verwacht nu niet dat drommen Nederlandse spaarders hun spaargeld massaal zullen opnemen. De ervaring wijst uit dat wij Nederlanders erg afwachtend zijn en onze traditionele voorzichtigheid niet gauw zullen prijsgeven.
We lenen ons geld liever aan de bank
De rente op spaargeld bevindt zich aanvang 2019 op een dieptepunt en zal daar voorlopig nog wel even blijven na de opeenvolgende renteverlagingen van de ECB. Omgekeerd, zouden consumptieve leningen en hypotheken goedkoper moeten worden, hoewel financiële instellingen het rentevoordeel lang niet altijd een op een doorgeven aan hun klanten. Feit is wel, dat veel Nederlanders niet goed raad weten met deze nieuwe realiteit. Velen van ons zijn van oudsher notoire schuldeisers die hun geld liever aan anderen uitlenen dan zelf eigendom daarmee te verwerven.
Wat kan ik straks nog kopen van mijn spaargeld
Ondanks de
financiële crisis is het totale vermogen van de Nederlanders nog aanzienlijk. Het grootste deel daarvan bestaat alleen als aanspraken op papier. Het is vervat in spaarrekeningen, in levensverzekeringen of in pensioenaanspraken. Materiële activa vertegenwoordigen slechts een klein deel van ons vermogen.
De lage rente compenseert zelfs niet de inflatie
Vraag is alleen wat we in de toekomst nog kunnen kopen van ons spaargeld en wat er overblijft voor toekomstige generaties. De rente op spaarrekeningen is zó laag dat ze de
inflatie niet compenseert. Economen spreken dan van "negatieve reële rendementen" Dat betekent dat de koopkracht in de loop van de tijd afneemt.
Prognose inflatie
En dan te bedenken dat de inflatie eind 2018 nog niet écht pijn deed. De ECB sprak in oktober 2018 de verwachting uit dat die onder de 2% bleef. Dat is het inflatiepercentage dat de ECB steeds nastreeft. En aangezien de economische groei in de eurozone nog niet de pan uit rees, bestond er nauwelijks gevaar voor een sterk oplopende inflatie op de korte termijn. De angst voor hyperinflatie leek dus al helemaal overdreven. Maar tóch, zelfs het kleinste beetje inflatie is voldoende om spaarders pijn te laten lijden.
Beleggen in obligaties of materiële waarden
Wat kunnen spaarders en beleggers doen tegen sluipende onteigening van hun vermogen? Wel, als de regels niet eerlijk zijn, zou je eigenlijk niet moeten spelen. Het gemene is echter dat niemand bij dit spel zo gemakkelijk kan uitstappen. Maar wie niéts doet, heeft al bij voorbaat verloren. Zolang de centrale banken aan zet zijn, is het nog beter om staatsobligaties te bezitten dan
contant geld. Obligaties uitgegeven door eersteklas bedrijven of opkomende economieën, kunnen een alternatief voor levensverzekeringen of spaarrekeningen zijn. En het is absoluut niet verkeerd om ten minste een deel van je geld in materiële waarden of in de eigen woning te investeren. En wie niet bang is uitgevallen, zou ook nog wat
goud kunnen bijmengen.
Lage rekenrente funest voor pensioenfondsen
De rente waarmee pensioenfondsen anno 2018 moeten rekenen, is dankzij het jarenlange
Europese rentebeleid onder ECB-voorzitter Draghi laag. Daardoor worden de fondsen geacht hoge buffers aan te houden. En dat is de reden dat veel pensioenen niet kunnen meestijgen met de prijzen. In Nederland kijken ze met jaloezie naar de rest van Europa, waar pensioenfondsen met een hogere rente mogen rekenen dan hier. Maar Klaas Knot, de president van de Nederlandsche Bank, houdt stand dat pensioenfondsen flinke buffers moeten aanhouden om aan hun toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Daarom mag er volgens hem niet worden getornd aan de rekenrente. En hoewel De Nederlandsche Bank slechts de toezichthouder is, schaarde zich het kabinet Rutte 3 bij monde van minister Koolmees achter het standpunt van Knot. Het is echter het kabinet zelf dat de pensioenregels moet bepalen.