Kredietcrisis: Voorzie in uw eigen voedselvoorziening
Een nieuwe tv kopen is niet nodig om in leven te blijven. Eten wel. Hoe kom je tijdens de kredietcrisis aan je eten? Verbouw je eten zelf en daarmee kun je geld besparen. Maar hoe zorg je voor je eigen eten en voedselvoorziening? Moet je voor je eigen eten en voedselvoorziening altijd een volkstuin nemen?
Kredietcrisis en eten
Veel mensen maken zich zorgen om de financiële toestand van dit moment. Veel zaken zijn onzeker geworden: het behoud van een baan, het behoud van koopkracht, de opbouw van pensioen, zelfs de eigen spaarcenten zijn in sommige ogen niet meer veilig. Aan veel van die zaken is niet zoveel te doen dan rustig afwachten tot het weer beter wordt. Toch kan iedereen aan zijn eigen welbevinden bijdragen door bepaalde zaken niet langer voor rekening van externe partijen te laten komen.
De
voedselvoorziening, toch een
basale behoefte, is daar eentje van. Met een
volkstuin van 1 of 2 are kan een heel gezin in feite winter en zomer doorkomen. Met een goede en geplande kweek kunnen groente, aardappelen, maar zelfs fruit en kruiden worden geteeld die voorzien in de
eigen behoefte.
Kosten zijn variabel
Wat een volkstuin kost is moeilijk te zeggen. Dat hangt af van waar zich het perceel bevindt en ook van de luxe die wordt geboden. Sommige complexen hebben een centrale voorziening met toiletgebouw en water, anderen ontberen dat volledig. Bovendien maakt het natuurlijk ook uit in welk deel van het land iemand zijn eigen groente wil gaan verbouwen. In de buurt van Amsterdam is er een run op de stukken grond waar mensen niet alleen hun voedsel verbouwen, maar ook tot rust komen. In de noordelijke provincies moeten de eigenaren van de complexen echt lobbyen om te zorgen voor voldoende aanwas. Informeren bij de plaatselijke volkstuinenvereniging maakt snel duidelijk welke mogelijkheden er zijn en wat de kosten daarvan zijn.
Levendige ruilhandel
Ook kost het natuurlijk geld om zaden, planten, stuiken en bomen te kopen. Een eerste investering kan groot zijn, maar dat hoeft niet. Op de meeste volkstuinen heerst een gemoedelijke sfeer waarin een soort van ruilhandel gemeengoed is. Een tuinder die onnoemlijk veel koolplanten heeft opgeteeld uit een zakje zaad, zal zijn buren vragen of zij daar ook iets van willen. Dat zelfde terugdoen met een ander gewas zorgt al voor een behoorlijke basis van de tuin. Bovendien zijn zaden niet al te duur. Vaak hebben de volkstuinverenigingen afspraken met een leverancier van zaden en wordt ook nog eens een extra korting gegeven. Het kopen van plantjes die al een bepaalde groei hebben doorstaan is duurder, dan het zelf opkweken uit zaad. Bovendien is het niet moeilijk om zelf iets op te kweken. Meestal is een zakje zaad en wat goede aarde voldoende om te zorgen voor genoeg sla, tomaten, courgettes, kool, prei en andere gewassen. Wie bovendien goed omspringt met de natuur kan uit veel zaken ook zelf weer zaad kweken dat dan het volgende jaar weer gebruikt kan worden.
Struiken en bomen zijn wat duurder in aanschaf, maar daar staat weer tegenover dat zij eenmaal aangeschaft
jarenlang opbrengst bieden. Wie op de aanbiedingen let kan bovendien ook nog voor een leuke prijs een struik kopen, waar een gezin voldoende oogst van kan halen. Een rode bessenstruik, een frambozenstruik, druiven, blauwe bosbessenstruiken en kruisbessenstruiken geven na 2 jaar een
gigantische opbrengst. Bovendien zijn deze delicatessen in de winkel bijna
onbetaalbaar geworden. Bij een enorme oogst kan bovendien
jam, chutney of sap gemaakt worden van de vruchten. Ook dit bespaart weer veel geld. De producten zijn bovendien vele malen
lekkerder dan de fabrieksfabrikaten. Wie geen bestrijdingsmiddelen gebruikt op struiken en tuin, weet bovendien dat hij puur biologisch eet.
Aardappelen: de betere en duurdere soorten
Vanzelfsprekend moeten pootaardappelen wel aangeschaft worden, maar met een goede oogst staat die investering in geen enkele verhouding tot de kosten. Bovendien kan de kweker dan wel zelf bepalen welke soort aardappelen hij wil verbouwen. In de winkel is het aanbod ten slotte altijd beperkt tot een paar soorten of zijn de echt lekkere rassen
peperduur. Voor de teelt van aardappelen geldt overigens wel dat er met gif gespoten moet worden in de meeste gevallen. Anders kan de aardappelziekte uitbreken en dit betekent niet alleen een heel slechte oogst, maar ook de kans op verlies van de oogst van boeren in de omgeving. Vaak zijn er afspraken met de agrariërs in de buurt over het gebruik van gif.
Wie eenmaal een perceel grond tot zijn beschikking heeft zal moeten bepalen wat hij wil verbouwen. Een goede
planning is daarbij van het grootste belang. Ook is het zaak om bij te houden waar welk gewas heeft gestaan in welk jaar. Dit voorkomt ziekten en een slechte oogt. In de regel is het goed om iedere drie jaar te wisselen van grond als het gaat om groenten, maar ook bijvoorbeeld om aardappelen.
Werk aan de winkel
Zorgen voor de eigen voedselbehoefte is overigens wel een karwei. In het voorjaar spitten de meeste eigenaren van zo’n tuin hun perceel helemaal om en daarna moet er veel geschoffeld worden om alles onkruid vrij te houden. De meeste complexen stellen dit namelijk als voorwaarde. Bij meer dan zoveel onkruid wordt een sanctie opgelegd in bijvoorbeeld de vorm van een boete. Bovendien moet ook dan nog aan de verplichting worden voldaan om de tuin zoveel mogelijk onkruidvrij te hebben. Gebeurt dit niet, dan vliegen de zaden van de ongewenste gewassen namelijk overal naartoe en krijgen ook de buren nog meer onkruid dan hen lief is.
Wie plezier beleeft aan het zien groeien en bloeien van de natuur kan niet alleen veel
geld besparen, maar ook
genieten van wat aarde en lucht bieden. Het is bovendien een uitermate goede manier om in
beweging te zijn. Wie wil besparen op abonnementen voor sportclubs, maar niet minder wil bewegen, is met een volkstuin uitermate goed uit. Het is bovendien bewezen dat in de buitenlucht bezig zijn en als een oermens voor de eigen voedselvoorziening zorgen een heel positieve invloed heeft op de
psyche van de mens.